Rekenvaardigheid H2 Interestberekeningen

Rekenvaardigheid
H2 Interestberekeningen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Rekenvaardigheid
H2 Interestberekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

2 soorten interest
- Enkelvoudige Interest
-Samengestelde interest

Slide 3 - Tekstslide

Enkelvoudige Interest
- De interest wordt berekend alleen over de hoofdsom

Voorbeeld:
Als je een kapitaal van €1000 op een spaarrekening stort, betaalt de bank aan het einde van een jaar interest uit bijvoorbeeld 2%. Elke jaar wordt de interest berekend over de hoofdsom van €1000,-.

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde interest
De interest wordt elke jaar berekend over de hoofdsom + de opgebouwde interest.
Voorbeeld:
Hoofdsom €1000,-
In het eerste jaar bedraagt de interest 2% over €1000.
In het tweede jaar bedraagt interest 2% over €1020.

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke vorm van interest wordt de interest berekend over de hoofdsom?
A
Samengestelde interest
B
Enkelvoudige interest

Slide 6 - Quizvraag

Enkelvoudige Interest
De hoogte van de interest wordt bepaald door 3 factoren:
1: De hoogte van het geldbedrag, kapitaal (k) genoemd.
2: Het interestpercentage, procent (p) genoemd.
3: De tijd (T) dat je het bedrag leent.
De tijd kan uitgedrukt worden in jaren, maanden en dagen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Formule voor enkelvoudige interest
K x P x T

Slide 9 - Tekstslide

Iemand leent bij een bank €5000,- voor een periode van 3 jaren voor een percentage van 5%. Bereken de interestkosten.

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking
Kapitaal x procent x aantal jaren
100

€5000 x 5 x 3
                                             100                   = €750                      

Slide 11 - Tekstslide

Een bedrijf heeft behoefte aan een geldbedrag van €8000,- voor een periode van 7 maanden tegen 8%
Tek

Slide 12 - Open vraag

Uitwerking
kapitaal x procent x aantal maanden
12000

€8000,- x 8 x 7
                                12000          = €373,33

Slide 13 - Tekstslide

Maaike stort op een spaarrekening €500 voor 160 dagen. Percentage bedraagt 5,5%.

Slide 14 - Open vraag

Uitwerking
kapitaal x procent x aantal dagen
36000

€500 x 5,5 x 160
             36000                = €12,20

Slide 15 - Tekstslide

Maken opdracht 1 t/m 7
Gebruik je theorieboek blz. 28 t/m 32
Vragen
Gebruik je theorieboek als je er niet uitkomt kan je mij benaderen.
Klaar
Bestudeer paragraaf 2.3

Slide 16 - Tekstslide

Het berekenen van de interestpercentage.
Stel je hebt €1000 euro aan startkapitaal en je wilt dat dit na 2 jaar uitgroeit tot €1200.
Hoe zou je de interestpercentage kunnen uitrekenen om dit doel te behalen.

Slide 17 - Tekstslide

Stel dat jij op vakantie gaat en dat je op 1 december een bedrag van €3600 nodig hebt op je rekening. Op 1 februari heb je €3400 op je rekening.
Interest= K x P x T
                   1200
3400 x p x 10 =   200
1200
stap 1: 1200 x 200= 240 000
stap 2: 3400 x 10= 34 000
stap 3: 34 000 x ? = 240 000
stap 4 : 240 000 / 34 000= 7,058%



Slide 18 - Tekstslide

opdracht 13
k x p x t = I
36.000
3000 x p x 138 = 100
36.000
stap 1: 36.000 x 100 = 3.600.000
stap 2: 3000x138= 414.000
stap3: 414.000 x ?= 3.600.000
stap 4: 3.600.000/414.000= 8,69 %

Slide 19 - Tekstslide