7.1

welkom
pak alvast:
-boek
-pen/potlood
-laptop
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

welkom
pak alvast:
-boek
-pen/potlood
-laptop

Slide 1 - Tekstslide

7.1 soorten krachten

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Start H7 Krachten
05 min
Uitleg Effecten van krachten
10 min
Maken 7.1 opdracht 1 t/m 6
10 min
Uitleg Soorten krachten
10 min
Paragraaf 7.1 afmaken
10 min
Opdrachten bespreken
15 min
Lesafsluiting met LessonUp
10 min

Slide 3 - Tekstslide

7.1 Krachten herkennen

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
  • de drie effecten van een kracht herkennen;
  • vier soorten krachten herkennen: spierkracht, veerkracht, zwaartekracht en wrijvingskracht.

Slide 5 - Tekstslide

Krachten herkennen
Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel. 
Drie effecten:
  • de grootte van de snelheid verandert; 
  • de richting van de snelheid verandert;
  • de vorm van een voorwerp verandert.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

video vragen
welke effecten van een kracht heb je gezien?

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Je docent geeft het startsein voor de 60 meter sprint en je gaat rennen.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Je docent geeft het startsein voor de 60 meter sprint en je gaat rennen.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Snelheid verandert

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een keeper stompt een bal terug in het veld.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?


Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een keeper stompt een bal terug in het veld.

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Verandert van richting

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Je verfrommelt een stuk papier

Hoe zie je dat er een kracht werkt?


Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Je verfrommelt een stuk papier

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

De vorm verandert

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een voetballer maakt een sliding

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een voetballer maakt een sliding

Hoe zie je dat er een kracht werkt?

De snelheid neemt af

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 7.1 opdracht 1 t/m 6
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Klaar? Maak de rest van paragraaf 7.1 af
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Hoe geven we krachten aan:
  • Grootheid: Kracht
  • Afkorting:  F

  • Eenheid:     Newton
  • Afkorting:   N

Slide 18 - Tekstslide

Soorten krachten

Slide 19 - Tekstslide

Spierkracht, Fspier
De kracht die je met je spieren uitoefent. 
> Bij voetballen geeft de spierkracht de bal een snelheid. 
> Een zeiler gebruikt zijn spierkracht om het zeil op te hijsen.

Slide 20 - Tekstslide

Veerkracht, Fv
De kracht die een gespannen veer of elastiek uitoefent. 

> Een katapult schiet een steentje weg door de veerkracht. 

Slide 21 - Tekstslide

Zwaartekracht, Fz
De kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Door de zwaartekracht worden dingen naar de aarde toe getrokken.

Slide 22 - Tekstslide

Wrijvingskracht, Fw
De kracht die de omgeving op een bewegend voorwerp uitoefent. 

> Als je bij het fietsen stopt met trappen, dan kom je door de wrijvingskracht tot stilstand.

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 7.1 helemaal af
  • Hoe? Binnen je groep
  • Tijd? 10 min
  • Resultaat? Klassikaal bespreken en hw gemaakt
  • Klaar? Maak een samenvatting van 7.1
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

1. Hoe kun je krachten herkennen?
A
Er vindt een verandering van snelheid, richting en vorm plaats van het object waar de kracht zich op uit oefent.
B
Het object waar de kracht tegen aan werkt zal van vorm en temperatuur veranderen.
C
De kracht kun je zien doordat deze het object verplaatst of vervormt.
D
Een kracht kun je niet zien dus kun je hem ook niet herkennen.

Slide 31 - Quizvraag

2. Noem minimaal 4 krachten

Slide 32 - Open vraag

De eenheid van kracht is ..... Het symbool voor kracht is .....
A
F ; N
B
Newton ; n
C
newton ; N
D
newton ; F

Slide 33 - Quizvraag

Krachten
welke van de volgende is geen natuurkundige kracht?
A
Veerkracht
B
Zwaartekracht
C
Wrijvingskracht
D
Denkkracht

Slide 34 - Quizvraag

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 35 - Quizvraag

Een kracht kan:
A
vorm en richting veranderen
B
richting en snelheid veranderen
C
vorm en snelheid veranderen
D
vorm, snelheid en richting veranderen.

Slide 36 - Quizvraag

Welke krachten werken er op de parachutisten?
A
zwaartekracht
B
spierkracht
C
zwaartekracht en wrijvingskracht
D
zwaartekracht en spierkracht

Slide 37 - Quizvraag


Welke krachten werken er op de fietsen?
A
zwaartekracht en spierkracht
B
spierkracht en zwaartekracht en wrijvingskracht
C
zwaartekracht en wrijvingskracht
D
spierkracht en wrijvingskracht en veerkracht

Slide 38 - Quizvraag



Welke kracht(en) werkt op het touw?
A
trekkracht
B
drukkracht
C
allebei

Slide 39 - Quizvraag

Welke kracht(en) werkt op deze knijpveer?
A
trekkracht
B
drukkracht
C
allebei

Slide 40 - Quizvraag

Welke kracht(en) werkt op de duikplank?
A
trekkracht
B
drukkracht
C
allebei

Slide 41 - Quizvraag

Welk effect van een kracht zie je hier het duidelijkst?
A
verandering van vorm
B
verandering van richting

Slide 42 - Quizvraag

Welk effect van een kracht zie je hier het duidelijkst?
A
verandering van vorm
B
verandering van richting

Slide 43 - Quizvraag

Welk effect van een kracht zie je hier het duidelijkst?
A
verandering van snelheid
B
verandering van richting

Slide 44 - Quizvraag

Lesdoelen
Je kunt:
  • de drie effecten van een kracht herkennen;
  • vier soorten krachten herkennen: spierkracht, veerkracht, zwaartekracht en wrijvingskracht.

Slide 45 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll