Les 2 §3.2 Stromingen

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Opening 
  • PO
  • Uitleg 
  • Opdrachten  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag:
  • Welke verschillende stromingen zijn er?

Lesdoelen 
  • Je kunt de politieke hoofdstromingen in NL noemen.
  • Je kunt per politieke stroming aangeven welke waarden zij belangrijk vinden.
  • Je kunt per politieke stroming voorbeelden geven van politieke partijen die hieronder vallen. 
Belangrijkste begrippen:
  • Ideologie
  • Links en rechts
  • Liberalisme: tolerantie / politieke vrijheid / individuele vrijheid
  • Sociaal democratie/socialisme:   solidariteit & gelijkheid
  •  Christen-democratie: confessionalisme / rentmeesterschap /naastenliefde
  • Populisme: nationalisme
  •  Conservatief en progressief 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een directe democratie...
A
stemt de bevolking zelf over wetsvoorstelling
B
stemt de volksvertegenwoordiging over wetsvoorstellen
C
kiest de bevolking direct een parlement
D
kiest de bevolking direct een regering

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid verplicht burgers om iets te doen of juist niet te doen. Dit vindt:
A
Niet plaats in dictaturen
B
Niet plaats in democratieën
C
Plaats in dictaturen en democratieën
D
vooral plaats in landen waar wordt gemanipuleerd en geïndoctrineerd

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ideologieën 
  • Basis: inrichting van de samenlevingAntwoord op twee vragen:
  • 1. Welke waarden en normen staan centraal?
    2.  Wat is de gewenste rol van de overheid op
           sociaaleconomisch gebied? --> Links/rechts 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LINKS
RECHTS
PVV
VVD
SP
GL
FVD
PVDA
SGP
PVDD

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Links en rechts:
Politiek gedachtegoed over sociaaleconomische verhoudingen: 
In welke mate moet welvaart worden gedeeld? 
Wat moet de overheid doen en wat niet?


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LINKS
RECHTS
Actieve overheid
Passieve overheid
Opkomen zwakkeren
Liberalisme
Sociaal-democratie
Zelfredzaamheid
Economische vrijheid

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme (R)
Belangrijke waarden: vrijheid en eigen verantwoordelijkheid

  • Economische vrijheid 
  • Persoonlijke vrijheid  

Rol overheid: terughoudend 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisme/Sociaal-democratie (L)
Belangrijke waarden: gelijkwaardigheid en solidariteit.

  • Eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht --> sociale grondrechten 
  • Tegenwoordig sociaaldemocratie: vrijemarkteconomie is wenselijk, maar wel met een uitgebreide verzorgingsstaat.

Rol overheid: sturend 

Slide 12 - Tekstslide

Sociale-democratische partijen vinden de sociale grondrechten erg belangrijk, zoals:
Gezondheidszorg
Onderwijs
Huisvesting 
Confessionalisme/Christendemocratie:
Belangrijke waarde: naastenliefde (vroeger geloof)
  • (Vrijwilligers)organisaties kunnen een deel van de zorg voor mensen op zich nemen (Maatsch. middenveld)
  •  Rentmeesterschap.

Rol overheid: aanvullend 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik voel mij het meest thuis bij:
Sociaal-democratie
Christen-democratie
Liberalisme

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ontideologisering 


Vanaf de jaren zestig, de tijd van de ontzuiling, is er sprake van ontideologisering, het verdwijnen van een ideologie als leidraad voor het politieke leven.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populisme:
Kenmerken: nationalisme; afzetten tegen elite

  • Populisme is meer een stijl van politiek bedrijven dan een ideologie.

Rol overheid: afhankelijk van volk

Slide 18 - Tekstslide

zeggen wat de burgers willen horen 
Voor de ''eenvoudige'' burger
 niet rechts niet links. 
Oftewel simpele oplossingen voor complexe problemen:
Corona? Bestaat niet!
Nederland vol? Grenzen dicht! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ecologisme:
  • Belangrijkste waarden: duurzaamheid en bescherming van ons leefmilieu.
  • Belangrijk standpunt: goed voor de aarde zorgen is belangrijker dan de groei van de economie

Rol overheid: sturend

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke politieke stroming is voor ingrijpen van de overheid in de economie?
A
Liberalisme
B
Christendemocratie
C
Sociaaldemocratie
D
Ecologisme

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De overheid moet zorgen voor veiligheid en zich verder niet te veel met mensen bemoeien."
A
Sociaaldemocratie
B
Christendemocratie
C
Liberalisme

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik voel mij het meest thuis bij:
Sociaal-democratie
Christen-democratie
Liberalisme
Ecologisme
Populisme

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Progressief vs conservatief 
Progressief: vooruitstrevend. 

Conservatief: behoudend

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progressief/conservatief?
  1. Schooldag starten met hijsen van Nederlandse vlag en het Wilhelmus.
  2.  Homoseksuelen mogen geen kinderen adopteren
  3. Zwarte piet is racisme 
  4. Euthanasieregeling niet verder versoepelen
  5. Gratis OV tegen fileprobleem 
  6. Politie moet ook agenten met hoofddoek aannemen 

Slide 26 - Tekstslide

Kaartje blauw = progressief
Kaartje rood = conservatief
Hoofdvraag:
  • Welke verschillende stromingen zijn er?

Lesdoelen 
  • Je kunt de politieke hoofdstromingen in NL noemen.
  • Je kunt per politieke stroming aangeven welke waarden zij belangrijk vinden.
  • Je kunt per politieke stroming voorbeelden geven van politieke partijen die hieronder vallen. 
Belangrijkste begrippen:
  • Ideologie
  • Links en rechts
  • Liberalisme: tolerantie / politieke vrijheid / individuele vrijheid
  • Sociaal democratie/socialisme:   solidariteit & gelijkheid
  •  Christen-democratie: confessionalisme / rentmeesterschap /naastenliefde
  • Populisme: nationalisme
  •  Conservatief en progressief 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: opdrachten 3, 4, 5, 9, 10 en 11 
Volgende les: politieke partijen 
AAN DE SLAG!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies