Les 4

Les 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SOCOVAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Aan de hand van de Aandachtspunten bij het schrijven van een rapportage ga je het filmpje op de volgende slide observeren. Schrijf alles op wat je ziet. Deze observatie lever je in via Teams.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat weet je nog van rapporteren?
  • Wat is rapporteren?
  • Gestructureerde rapportage?
  • Niet gestructureerde rapportage?
  • Waar staat VHT voor? En wat betekent het?
  • Waar staat VIB voor? En wat betekent het?

Slide 4 - Tekstslide

Wat klopt er niet?
  • Ze luistert niet naar de gymleraar en begint ineens te schreeuwen.
  • Spuugt en slaat haar begeleidster. Verstopt zich onder het bed om zichzelf te beschermen.
  • Als ze iets niet wilt dan wordt ze boos als ze het wel moet doen en gaat ze slaan, schreeuwen, schelden of spugen.
  • Celine rent weg van tafel naar haar kamer toe. Vervolgens kruipt Celine onder bed. De begeleider laat Celine even met rust.
  • Heeft het moeilijk met afscheid nemen.
  • Lijkt heel bang.

Slide 5 - Tekstslide

Duo gesprekken
Jullie krijgen allemaal een blaadje.

Bespreek eens samen met je buurman of buurvrouw, waarom je denkt dat gespreksvoering zo belangrijk is binnen de MZ wereld.
  • Ga je vaak gesprekken voeren?
  • Met wie allemaal?
  • Wat voor een soort gesprekken met je kunnen voeren?
  • Wat moet je allemaal weten, voordat je gesprekken gaat voeren?

Slide 6 - Tekstslide

Professionele gespreksvoering
Is een gesprek dat bewust gepland is en een bepaald doel heeft.

Het heeft een vaste opbouw waarin je bepaalde fasen door loopt.

Slide 7 - Tekstslide

Professionele gespreksvoering - Doelen
  • Informatie inwinnen of geven
  • Ervaringen bespreken
  • Problemen oplossen
  • Iemand beoordelen
  • Slecht nieuws geven

Slide 8 - Tekstslide

Voor je begint...
De voorbereidingsfase
Wie, waar, wanneer, hoe laat

Je vraagt je af:
  • Wat is het doel van het gesprek?
  • Wat wil ik met het gesprek bereiken?
  • Noteer belangrijke punten
  • Zorg voor juiste benodigdheden
  • Laat collega’s altijd weten: wie, waar waneer

Slide 9 - Tekstslide

Vier stappen (of vijf?)
Elk gesprek heeft altijd een begin, een kern en een slot. We noemen dit ook wel het “gespreksstructuurmodel”. Dit is een richtlijn die je volgt om een gesprek te voeren om je doel te kunnen bereiken.

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1
AANLOOP FASE / INLEIDING
  • Het begin is de inleiding op het gesprek
  • Je praat over koetjes en kalfjes. Je schept een prettige sfeer
  • Je stelt de ander op zijn gemak.

Slide 11 - Tekstslide

Stap 2
PLANNINGSFASE / VOORBEREIDING
Wanneer de aanloopfase voorbij is kun je nog niet direct met de inhoud van het gesprek beginnen. Je moet eerst nog het gesprek met elkaar voorbereiden. Je stelt de volgende onderdelen samen vast:
  • Waarover gaat gepraat worden?
  • Hoelang het gesprek gaat duren?
  • Hoe het gesprek gaat verlopen en wat het doel is?

Door deze zaken duidelijk af te spreken, geeft de gespreksleider zekerheid aan de gesprekspartner.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3
 THEMAFASE / KERN
Na de aanloop- en de planningsfase zijn alle voorbereidingen op het gespreksonderwerp gedaan. Het onderwerp zelf kan nu aan bod komen. Het onderwerp verschilt per gesprek. Daarom:

  • Begin je met het verduidelijken van het gespreksonderwerp
  • De gespreksleider stelt vragen of vertelt wat hij zeggen wil. Dit moet duidelijk verband houden met het gespreksdoel. De eerste vragen of opmerkingen mogen nooit het karakter hebben van een overval. Dat zou de gesprekspartner kunnen blokkeren.
  • LSD >> 
Luisteren, Doorvragen en Samenvatten

Slide 13 - Tekstslide

Stap 3
 THEMAFASE / KERN >> Vervolg

  • Het is daarnaast van belang stiltes in te bouwen zodat de ander de ruimte krijgt zelf te beginnen met praten.
  • Om het onderwerp goed te kunnen bespreken is het handig een overzicht van vragen bij de hand te hebben. (Afhankelijk van het soort gesprek dat je voert).

Slide 14 - Tekstslide

Stap 4
SLOTFASE / AFRONDING 
  • Het gesprek mag niet plotseling afgebroken worden.
  • De gesprekspartner moet kunnen aanvoelen dat het gesprek gaat stoppen.
  • In deze fase controleer je of alle gesprekspunten aan bod gekomen zijn.
  • Ook ga je na hoe het verloop van het gesprek is geweest en hoe dat op de gesprekspartner over gekomen is.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4
SLOTFASE / AFRONDING >> Vervolg
  • Eventuele afspraken worden gemaakt of, om misverstanden te voorkomen, nog eens samengevat.
  • Na de officiële beëindiging van het gesprek kan nog wat nagepraat worden (koetjes en kalfjes)

Slide 16 - Tekstslide

Vormen van gesprekken
GESLOTEN
Voor een groot deel word de inhoud van het gesprek bepaald door de antwoorden die de ander geeft. Je dient informatie te verzamelen van de ander.

HALFOPEN
Opbouw ligt vast. De ander heeft wel de ruimte invloed uit te oefenen op een gesprek.

Slide 17 - Tekstslide

Vormen van gesprekken
GESLOTEN
Structuur en onderwerp ligt vast.

Slide 18 - Tekstslide

DEESCALEREN
Ik zie dat….
Ik kan me voorstellen dat….
Strijd niet aangaan

>> Wat denk je dat je kan doen als iemand niet kalmeert?


Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten
  • Werkboek P. 63 > opdracht 1 en 2

  • Werkboek P. 73 > opdracht 1

Slide 20 - Tekstslide