Samenstelling tussen -e

Samenstelling tussen -e
4 regels, wij behandelen er vandaag 2. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Samenstelling tussen -e
4 regels, wij behandelen er vandaag 2. 

Slide 1 - Tekstslide

De regels 
1. de hele samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is. (achteloos, beresterk, reuzelekker, apetrots) 
2. het eerste woord geen znw is, maar een: 
          - ww (knarsetanden, lachebek, spinnewiel) 
          - bnw (verrekijker) 

Slide 2 - Tekstslide

Je schrijft een tussen e als de hele samenstelling een bijvoeglijk naamwoord is
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Je schrijft een tussen e als het eerste woord geen znw is maar een werkwoord of een bnw
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

reuzeleuk of reuzenleuk?

Slide 5 - Open vraag

reuzeleuk, waarom?

Slide 6 - Open vraag

knarsetanden of knarsentanden?
en waarom?

Slide 7 - Open vraag

wat is goed?
A
reuzelekker, bnw
B
reuzenlekker, znw
C
reuzelekker, eerste woord is een bnw

Slide 8 - Quizvraag

berenhol of berehol? en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Kippenhok of kippehok?
A
kippenhok, znw
B
kippehok, het eerste woord is een bnw
C
kippehok, bnw

Slide 10 - Quizvraag

hopeloos, waarom?

Slide 11 - Open vraag

verrekijker, waarom?

Slide 12 - Open vraag

wat is goed?
A
boordenvol, het is een znw
B
boordevol, het is een bnw

Slide 13 - Quizvraag