3.1 - Stoffen mengen en verwarmen

3.1 - Stoffen mengen en verwarmen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.1 - Stoffen mengen en verwarmen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1
Je kunt uitleggen aan welke (product)eisen een product moet voldoen.
L3
"Ga jij ze vandaag allemaal beheersen?"
2
Je kunt uitleggen wat een chemische reactie is met behulp van de begrippen beginstoffen en reactieproduct.
L3
3
Je kunt reactieverschijnselen herkennen en beschrijven. 
L3
4
Je kunt uitleggen wat een reactieschema is en waar het gebruikt voor wordt.
L3
5
Je kunt uit een tekst van een chemische reactie een reactieschema maken met behulp van de begrippen: beginstof, reactieproduct, fases, s, l en g. 
L3

Slide 2 - Tekstslide

Producteisen
  • De eisen waar een product aan moet voldoen.
  • Warenwet: producteisen samengevat.

1
Je kunt uitleggen aan welke (product)eisen een product moet voldoen.
L3

Slide 3 - Tekstslide

Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Extraheren

Slide 4 - Sleepvraag

Mengen van stoffen
Als je twee stoffen bij elkaar doet kunnen er twee dingen gebeuren:
  1. Mengen
  2. Reageren
Mengen of reageren

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Chemische reactie
Beginstoffen zijn in het begin van de reactie.
Reactieproducten ontstaan bij een reactie.


Reactieschema

beginstoffen --> reactieproducten

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken van chemische reactie
  1. De oorspronkelijke stoffen verdwijnen en er ontstaat een nieuwe stof met andere eigenschappen.
  2. De nieuwe stof is niet meer te scheiden in de beginstof (grondstof).


Slide 8 - Tekstslide

Geen chemische reactie!
De beginstof is kaarsvet, als verwarmt ontstaat er geen nieuwe stof.
Kaarsvet (s) → kaarsvet (l)


Voorbeeld faseovergang

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Calciumcarbide + water -> ethyn + calciumhydroxide


De begin stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Calciumcarbide + water -> ethyn + calciumhydroxide


De begin stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan.

Slide 11 - Tekstslide

Chemische reactie

Slide 12 - Tekstslide

Water koken
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang

Slide 13 - Quizvraag

Hout zagen
A
Chemische reactie
B
Faseovergang
C
Geen chemische reactie of faseovergang

Slide 14 - Quizvraag

Een ei bakken
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 15 - Quizvraag

Hout verbranden in kachel

A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 16 - Quizvraag

Het verwarmen van alcohol
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 17 - Quizvraag

Aardappels koken
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 18 - Quizvraag

Suiker in een kopje thee oplossen
A
Chemische reactie
B
Geen chemische reactie

Slide 19 - Quizvraag

Chemische Reactie
Geen chemische reactie

Slide 20 - Sleepvraag

Sublimeren
Mengen
Chemische reactie
Scheiden
Stollen

Slide 21 - Sleepvraag

0

Slide 22 - Video

  • Maken en nakijken §3.1
  • Opdracht 1 t/m 15

Slide 23 - Tekstslide

3.1 - Stoffen mengen en verwarmen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 24 - Tekstslide

Reactieschema
  • Beginstof(fen) → reactieproduct(en)

Fasen:
  • vast (s) solid
  • vloeibaar (l) liquid
  • gas (g) gas

Slide 25 - Tekstslide

De vaste toestand wordt aangegeven met de volgende letter
A
(g)
B
(v)
C
(l)
D
(s)

Slide 26 - Quizvraag

Hoe geven we een reactieschema weer?
A
beginstoffen --> reactieproducten
B
stoffen --> reactieproducten
C
reactieproducten --> beginstoffen
D
beginmateriaal --> reactiestoffen

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent de toestandsaanduiding (aq) ?
A
vloeistof
B
vaste stof
C
gas
D
opgelost in water

Slide 28 - Quizvraag

Voor een vloeistof is de afkorting van de toestandsaanduiding?
A
(l)
B
(s)
C
(g)
D
(aq)

Slide 29 - Quizvraag

Bij een reactieschema staan beginstoffen voor het = teken, reactie producten na het = teken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het standaard reactieschema van een chemische reactie?

Slide 31 - Open vraag

Reactieverschijnselen
Tijdens de reactie ontstaan vaak reactieverschijnselen.


Slide 32 - Tekstslide

Welke reactieverschijnselen kun je zien/horen/ruiken bij een reactie?

Slide 33 - Woordweb


Aluminium reageert met zuurstof en hierbij ontstaat aluminiumoxide (s). Geef dit weer in een reactieschema.

Slide 34 - Open vraag


Methaangas reageert met zuurstof, hierbij ontstaat waterdamp en koolstofdioxide. Geef dit weer in een reactieschema.

Slide 35 - Open vraag

Huiswerk
Woensdag 17december
  • Maken  §3.1
  • Opdracht 1 t/m 16

Slide 36 - Tekstslide