K2_Kern_Les-42_feit-mening-argument

Welkom



Ga rustig zitten en leg je..
- spullen op tafel
- telefoon in je tas
- tas op de grond
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom



Ga rustig zitten en leg je..
- spullen op tafel
- telefoon in je tas
- tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
cursus 1, par 5 en 6            
hoofd/bijzaken en feit/mening/argument

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
- Ik weet wat een hoofdzaak en een bijzaak is.
- Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden.
- Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofzaken of bijzaken zijn.
- Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken & bijzaken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken & bijzaken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie
> Hoofdzaken

> Bijzaken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meningen en feiten
Hoe herken je meningen en feiten in een tekst?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • mening
  • argument
  • feit

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaak
Bijzaak
Belangrijk
Kernzin
Kan weggelaten worden
Bijzaak

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zinnen zijn hoofdzaak en welke zinnen zijn bijzaak?
Tekst
Hoofdzaak
Bijzaak
Omgaan met mobiele telefoons is ook iets dat je moet leren, vindt Van Domselaar.
Een middenweg is beter: het schermpje uit de broekzak, maar niet ver uit de buurt.

Slide 12 - Sleepvraag

  • Zorg dat de leerlingen hun telefoon horizontaal houden.
  • Laat de leerlingen de sleepvraag maken.
  • Vertel de leerlingen dat de twee zinnen ook beide hoofdzaak of beide bijzaak kunnen zijn.
  • Bespreek na waarom ze een zin een hoofd- of bijzaak vonden.
Hoofdzaken
Bijzaken
Anekdotes
Voorbeelden
Grapjes
Onderwerp
Belangrijkste informatie

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de belangrijkste informatie in een stuk tekst?
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
tekstzaken
D
woordzaken

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bijzaken?
A
Hoofdzaak
B
Onderwerp
C
Hoofdgedachte
D
bijzaak

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofdzaken
bijzaken
wat belangrijk is in een tekst. 
kun je weglaten, zijn minder van belang.
Vind je bijv. in kernzinnen of tussenkopjes.
zijn vaak voorbeelden, cijfertjes, etc...

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat wat je van iets vindt
Een reden waarom
Is echt waar of echt gebeurd 
Feit
Mening
Argument

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit
Mening

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Feit
Mening

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

of
Feit
Mening

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feiten & meningen
Wat is een feit? En wat is een mening?
FEIT
MENING
Turnen is een gave sport
Het aantal calorieën in een Snickers is 321
Een iPhone 13 kost bij bol.com 810 euro. 
Het familieweekend in de Ardennen vond ik erg gezellig. 
Dat is duur!
Van regen word je nat.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit
Mening

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier een mening?
A
Een hond heeft vier poten.
B
Een appel is geen peer.
C
Een dolfijn is een amfibie.
D
Alle mensen moeten hun afval scheiden.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mening?

Wat is een mening?
A
Iets wat gewoon zo is
B
Iets wat ik vind, daar kan iemand anders het mee oneens zijn
C
Iets wat ik vind en daar moet iemand anders het mee eens zijn
D
Een feit

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De winter duurt drie maanden.
De winter vind ik veel te lang duren,
omdat ik verlang naar warmer weer. 🌞
Argument
Feit
Mening

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Oefentoetsen maken van par. 5 en 6

timer
7:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies