Persoonlijke verzorging 3- ondervoeding








Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les








Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Lesdoelen
  • Planning
  • Voorkennis checken 
  • Theorie: ondervoeding
  • Werken aan deelopdracht 1.2
  • Vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis testen
Ga naar de website app.gosoapbox.com  

Voer de code in: 373-749-071

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Essentiele voedingsstoffen: de voedingsstoffen die het lichaam niet zelf kan maken.
Niet essentiële voedingsstoffen:  De voedingsstoffen die het lichaam in voldoende hoeveelheid kan maken. 

De zes belangrijkste voedingsstoffen die uit de voeding worden gehaald, zijn:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen
  • Water


Slide 6 - Tekstslide

Wat versta je onder ondervoeding?

Slide 7 - Woordweb

Ondervoeding

Bij ondervoeding is er een tekort aan één of meer voedingsstoffen. Door het tekort aan voedingsstoffen is er een tekort aan energie en bouwstoffen. Het gevolg is dat problemen met de gezondheid kunnen optreden en dat de conditie van iemand met ondervoeding achteruit gaat.


Slide 8 - Tekstslide

Ondervoeding

Ondervoeding wordt gekenmerkt door:

  • gewichtsverlies;
  • te lage Body Mass Index (BMI)

Slide 9 - Tekstslide

Gewichtsverlies
Er is sprake van ondervoeding bij:

> 10% gewichtsverlies in de laatste 6 maanden;
> 5% gewichtsverlies in de laatste maand.

Slide 10 - Tekstslide

BMI
BMI < 18,5 is ondergewicht;
BMI 18,5-25 is een gezond gewicht;
BMI >25 is overgewicht.

Er wordt gesproken van ondervoeding bij:
  • Mensen <65 jaar met een BMI kleiner dan 18,5;
  • Ouderen >65 jaar met een BMI kleiner dan 20,0;
  • Mensen met COPD met een BMI kleiner dan 21,0.

Slide 11 - Tekstslide

Iemand die aankomt in gewicht is niet ondervoed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Hoe herken je ondervoeding?

Slide 13 - Woordweb

Hoe herken je ondervoeding?
  • Gewichtsverlies zonder dat dit de bedoeling is (ook bij overgewicht!)
  • Kleding die te wijd wordt of een horloge dat losser om de pols zit
  • een slechte eetlust
  • een (te) laag gewicht
  • vermoeidheid of een slechte conditie

Slide 14 - Tekstslide

Welke oorzaken kunnen jullie benoemen voor ondervoeding?

Slide 15 - Woordweb

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren

Slide 16 - Tekstslide

Welke risicogroepen hebben een verhoogd kans op ondervoeding?

Slide 17 - Woordweb

Risicogroepen met een verhoogd risico op ondervoeding
  • ouderen met verschillende beperkingen en/of ziektes (ook wel ‘kwetsbare ouderen’ genoemd);
  • zorgvragers met een chronische ziekte zoals hartfalen of COPD;
  • zorgvragers met kanker;
  • zorgvragers die een grote operatie hebben gehad;
  • zorgvragers die problemen hebben met slikken.











Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Slide 19 - Woordweb

Gevolgen van ondervoeding

  • verminderde weerstand
  • verminderde spiermassa
  • minder soepel bewegen
  • grotere kans op vallen
  • langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • meer en ernstigere complicaties na een operatie

  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verminderde hart- en longcapaciteit
  • lagere kwaliteit van leven
  • sociaal isolement
  • verhoogde kans op overlijden

Slide 20 - Tekstslide

Deelopdracht 1.2
Ga op Internet op zoek naar informatie over de Body Mass Index (BMI), hoe je deze berekent en reken uit wat de BMI van mevrouw Visser is. Bereken ook je eigen BMI.

Ondervoeding komt heel veel voor bij ouderen. Een methode om het in kaart te brengen is de SNAQ. Onderzoek wat de SNAQ is. Neem de SNAQ af bij een familielid of bekende (bij voorkeur iemand van 65+). Neem de gegevens (geanonimiseerd) mee naar de bijeenkomst over ondervoeding en vergelijk met je medestudenten.

Bij het werken met gegevens van zorgvragers, krijg je ook te maken met wetgeving rondom privacy. Zoek uit wat de wetgeving en de beroepscode hierover beschrijven en werk uit wat dit betekent voor het noteren van gegevens over de zorgvrager binnen de afgenomen SNAQ.

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 22 - Tekstslide