Bb 2-11-2021

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

DISK toets 12 november

Woordenschat DISK

Scheidbare werkwoorden

Wederkerende werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden (verleden + voltooide tijd)

Trappen van vergelijking (mooi, mooier, mooist)

Bezittelijk voornaamwoord

kopen

krijgen

lezen

lopen

rijden

schrijven

sluiten

spreken

springen

vechten

gesprongen

gesproken

gelezen

geschreven

gesloten

gelopen

gereden

gekregen

gekocht

gevochten

kopen

krijgen

lezen

lopen

rijden

schrijven

sluiten

spreken

springen

vechten

sprong

sprak

las

schreef

sloot

liep

reed

kreeg

kocht

vocht

Ken je een wederkerend werkwoord?

Zijn er wederkerende werkwoorden in jouw moedertaal?

1. ja
2. nee
3. weet ik niet

Altijd met zich of soms?
zich haasten

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich vergissen

1. Altijd
2. Soms

Altijd met zich of soms?
zich snijden

1. Altijd
2. Soms

Wel of geen zich in deze zin?

Aisha wast ____ haar baby.
zich of - ?

1. zich
2. -

Hans brandt ____ zijn vingers aan de kachel. zich of - ?

1. zich
2. -

Jan snijdt ____ het brood.
zich of - ?

1. zich
2. -

Hij heeft ____ nog nooit gebrand. zich of - ?

1. zich
2. -

Wat vul je in?

Wij vragen .......... af wanneer de lockdown afgelopen is.

De kinderen vervelen ........ nooit op school.

Ik vergis ...... in de datum.

Hij ergert........aan de herrie.