In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Jules Deelder
Deelder werd geboren in de wijk Overschie in Rotterdam. Na de HBS studeerde Deelder enkele jaren voor de mo-akte Nederlands.
Deelder werd de nachtburgemeester van Rotterdam genoemd en had een opvallende presentatie. Hij ging onveranderd gekleed in een zwart maatpak, droeg zijn zwart geverfde haar altoos strak achterovergekamd en droeg een soul patch en een kunstzinnige bril.
Slide 3 - Tekstslide
Jules Deelder
Deelder leefde langdurig samen met Annemarie Fok. In 1985 werd hun dochter Ari geboren. Hij schreef over haar het gedicht Voor Ari.
De zestien regels zijn in 2002 afgebeeld over een lengte van 900 meter op de westwand van het fietspad in de Beneluxtunnel onder de Nieuwe Maas, tussen Pernis en Schiedam/Vlaardingen.
Slide 4 - Tekstslide
Jules Deelder
Het accent en de dictie van Deelder waren uitgesproken Rotterdams. Zijn spraak kan volgens taalkundigen gelden als typerend voor het Rotterdamse dialect en dat geldt ook voor een deel van zijn woordkeus.
Deelder gebruikte daarnaast veelal korte zinnen, doorspekt met Engelse termen en woorden uit de wereld van de popmuziek.
Hij wordt gerekend tot de performance poets of popdichters en hij sluit daarmee aan bij de beatgeneration.
Regelmatig terugkerende thema's in zijn werk zijn Rotterdam, drugs, jazz, de Tweede Wereldoorlog en het Derde Rijk. Veel van zijn werk is absurdistisch.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het hart van Rotterdam
De verwoeste stad is volgens Ossip Zadkine ontstaan toen hij in 1946 met de trein het door oorlogsgeweld gehavende Rotterdam binnenreed. Het is in zijn eigen woorden: ‘Een kreet van afschuw tegen de onmenselijke wreedheid van deze beulsdaad’.
Slide 7 - Tekstslide
Het hart van Rotterdam
De verwoeste stad is hét symbool voor het gebombardeerde stadshart van Rotterdam geworden en tevens een van de bekendste oorlogsmonumenten van West-Europa.
Slide 8 - Tekstslide
Het hart van Rotterdam
Slide 9 - Tekstslide
1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?
Slide 10 - Tekstslide
1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?
Zes strofen (6x distichon)
Slide 11 - Tekstslide
2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Tekstslide
2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.
Er is geen sprake van een sonnet. Dit gedicht heeft 12 regels (geen 14), bestaat uit zes distichons i.p.v. twee kwatrijnen en twee terzines.
Slide 13 - Tekstslide
3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?
Slide 14 - Tekstslide
3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?
Slide 15 - Tekstslide
4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.
Slide 16 - Tekstslide
4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.
Slide 17 - Tekstslide
5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.
Slide 18 - Tekstslide
5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.
Slide 19 - Tekstslide
6. Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis? Noem er minstens twee.
Slide 20 - Tekstslide
6. Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis? Noem er minstens twee.
Slide 21 - Tekstslide
7. Is er sprake van enjambement? Zo ja, in welke regels(?)
Slide 22 - Tekstslide
7. Is er sprake van enjambement? Zo ja, in welke regels(?)
Slide 23 - Tekstslide
8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
Slide 24 - Tekstslide
8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
Strofe 1: Het centrum van Rotterdam is in de 2e wo gebombardeerd en vernietigd. Na de oorlog hebben ze de stad weer opgebouwd.
Strofe 2: Het centrum van Rotterdam is vol leven, ook een oorlog houdt dit nu niet tegen.
Slide 25 - Tekstslide
8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
Strofe 3: Rotterdam is belangrijk voor heel Nederland, een handelsstad, een havenstad via de haven komen producten e.d. bij iedereen thuis.
Strofe 4: Rotterdam is zo belangrijk, dat Rotterdam ook het middelpunt is van het Heelal (niets kan aan Rotterdam tippen).
Slide 26 - Tekstslide
8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
Strofe 5: het kunsthart refereert aan het beeld Zadkine
Strofe 6: Rotterdam is niet achtergebleven maar gaat met z’n tijd mee, voor het bombardement was Rotterdam dat ook, de harde kern, de echte Rotterdammer is een harde werker die krijg je niet omver.
