Thema 2 bs 8 Eten uit de fabriek

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Functies van voedingsstoffen
3. Gezonde voeding
4. Hoeveel is gezond?
5. Eten uit de keuken
6. Je gebit
7. Het verteringsstelsel
8. Eten uit de fabriek

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voeding en vertering
De basisstoffen:
1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Functies van voedingsstoffen
3. Gezonde voeding
4. Hoeveel is gezond?
5. Eten uit de keuken
6. Je gebit
7. Het verteringsstelsel
8. Eten uit de fabriek

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen:  T 2 bs 2.8: Eten uit de fabriek
  • Je weet waar de voedingsmiddelenindustrie voor zorgt
  • Je weet wat conserveren is en kunt 5 voorbeelden van conserveren noemen (zie om te onthouden blz. 126)
  • Je kunt 3 conserveermiddelen benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Thema 2 bs 8: Eten uit de fabriek
  • Voedingsmiddelenindustrie:


  • Conserveren:
Zorgt ervoor dat (delen van) planten en dieren
die je eet wordt bewerkt
Het behandelen van voedsel waardoor het
niet bederft

Slide 3 - Tekstslide

Welke vormen van conserveren ken je?

Slide 4 - Woordweb

Vormen van conserveren
1. invriezen
2.verhitten
3.luchtdicht verpakken
4.drogen
5. toevoegen van     
     conserveermiddelen

zoals suiker, zuur en zout

Slide 5 - Tekstslide

Invriezen ,verhitten,  luchtdicht verpakken,  drogen of  toevoegen van conserveermiddelen?

1________  2________  3________  4_______



5_______   6_________  7_________   8_________ 

Slide 6 - Tekstslide

Kijkvragen filmpje
- Je ziet zo een filmpje van het voedingscentrum
   Let goed op! 

Na het filmpje kun je antwoord geven op:
- Welke vorm van conserveren kom je daar tegen?
- Kun je alle voedingsmiddelen op deze wijze conserveren?
   Welke wel?  Welke niet?
   

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De vorm van conserveren die je hebt gezien is:
A
drogen
B
luchtdicht verpakken
C
Verhitten
D
invriezen

Slide 9 - Quizvraag

Het product dat je niet kunt invriezen is:
A
melk
B
vis
C
banaan
D
harde kaas

Slide 10 - Quizvraag

De producten die je kunt invriezen zijn:
A
rood fruit, banaan en komkommer
B
Gefrituurd eten, eieren en vis
C
Boter, banaan en verse kruiden
D
Selderij, zachte kaas en tomaten

Slide 11 - Quizvraag

Zelfstandig aan de slag
- Maak bs 2.8  en 2.9 
blz 125 tm 132


  

Slide 12 - Tekstslide