* Behandelen hoofdstuk 2: realistisch en beoordelingswoorden
* Lesdoelen behaald? + Quiz
* Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
* kun je het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen;
* kun je het verschil tussen realistische en niet-realistische verhalen uitleggen;
* kun je uitleggen wat beoordelingswoorden zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is fictie?
Slide 5 - Woordweb
Wat is non-fictie?
Slide 6 - Woordweb
Fictie en non-fictie
Fictie = een verzonnen verhaal
Non-fictie = een tekst over de werkelijkheid, niet verzonnen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Beoordelingswoorden
Mensen hebben over van alles een mening.
Zo is een verhaal bijvoorbeeld spannend, saai, grappig of zielig.
Een mening is persoonlijk.
Om op een goede manier je mening te kunnen geven, is het handig om beoordelingswoorden te gebruiken.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Onderscheid tussen verhaal en gedrag. Zo is een verhaal bijvoorbeeld oppervlakkig, saai, ontroerend of spannend. Zo kun je het gedrag van een personage herkenbaar vinden of je aan het denken zetten.
Je moet kunnen uitleggen waarom je een bepaald beoordelingswoord hebt gekozen. Die uitleg noem je een reden of een argument.
Slide 12 - Tekstslide
Beoordelingswoorden
Welke 3 beoordelingswoorden passen bij dit fragment?
Welke beoordelingswoord past bij deze hoofdpersoon?
Vanuit zijn ooghoeken zag Thomas de jongens uit zijn klas. Ze stonden bij de ingang van de fietsenstalling. Thomas' benen trilden. Hoe kon hij deze jongens vandaag ontwijken? Hij trok zijn capuchon verder over zijn hoofd en liep snel door.
Slide 14 - Tekstslide
Soorten verhalen
Realistische en niet-realistische verhalen.
Realistische verhalen lijken op gebeurtenissen die in het echt ook kunnen gebeuren.
Niet-realistische verhalen kunnen in het echt niet voorkomen. Bijvoorbeeld: dieren die kunnen praten.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht: zoek in tweetallen op tot welke verhaalsoort de volgende titels behoren:
De vuurmeester van Theo Hoogstraaten;
Sisa van Joyce Pool;
Tanja en de jongens van Nanda Roep;
De bastaard van Brussel van Simone van der Vlugt;
Anansi's web van Lydia Rood;
Blijf zitten waar je zit van Tineke Hendrinks;
De weg van de wind van Hans Hagen;
De aardmagiër van Anne West.
timer
1:00
Klaar? Beantwoord individueel
vraag 1, 2, 3 en 5 van opdracht 6
(blz. 50 in Schooltas)
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen behaald?
* Verschil tussen fictie en non-fictie;
* Verschil tussen realistische en niet-realistische verhalen;
* Kunnen uitleggen wat beoordelingswoorden zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Fictie is:
A
een verzonnen verhaal
B
een tekst over de werkelijkheid
Slide 19 - Quizvraag
Een voorbeeld van non-fictie is:
A
een strip
B
een krantenbericht
C
een leesboek
D
een soap
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn realistische verhalen?
A
Verhalen die lijken op gebeurtenissen die echt kunnen gebeuren