Nieuwsbegrip Woordenschat AA week 21

Woordenschat AA - Week 21
EK voetbal bijna van start 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat AA - Week 21
EK voetbal bijna van start 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Script
Zaterdag is het zover! Het is zover betekent dat het gaat gebeuren. Als het zover is, hoef je niet meer te wachten. Zaterdag doet mijn zusje mee aan een turntoernooi. Een toernooi is een aantal wedstrijden met aan het eind één winnaar. Zo heb ik bijvoorbeeld weleens meegedaan aan damtoernooi. Dan waren er verschillende damwedstrijden. Aan het eind won de vader van een vriendin het toernooi.  Ik hoop natuurlijk dat mijn zusje het goed zal doen. Ze heeft hard getraind. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Script
 En ze is zeker een kanshebber om te winnen. Een kanshebber is iemand die een kans heeft om iets te winnen. Als ik vind dat mijn zusje een kanshebber is, dan denk ik dus dat ze een kans heeft om het turntoernooi te winnen. En ik ben niet de enige, ook mijn ouders denken dat ze een grote kanshebber is. Ze denken dat ze een goede kans maakt om te winnen. Want eerder stond ze al een keer in de finale. Dus ik zal blij zijn als het zover is, als het zaterdag is. Want dan doet mijn zusje mee aan een toernooi en ze is een kanshebber om het te winnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het toernooi 

Slide 4 - Tekstslide

Teken een driehoekje op het bord of gebruik de digibordafbeelding (op de website bij Basismateriaal, tabblad Overig). Zet het woord het toernooi in het midden van het driehoekje. Leg het woord uit met behulp van de drie woorden of zinnetjes: wedstrijden, aan het eind en één winnaar. Deze noteert u elk bij een punt van de driehoek.
de finale 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenweb
Maak een woordenweb op het bord of gebruik de digibordafbeelding (op de website bij Basismateriaal, tabblad Overig). Zet het woord de finale in het midden van het woordenweb.
Vraag de leerlingen waar ze allemaal aan denken bij het woord de finale en schrijf dat rondom de finale. Dit kunnen woorden zijn als de wedstrijd, de beste, de winnaar, het goud, de medaille, het podium

bijzonder

Slide 6 - Tekstslide

Teken een trap op het bord met drie treden of gebruik de afbeelding voor het digibord (op de website bij Basismateriaal, tabblad Overig). Op de derde trede van de trap zet u bijzonder. Bedenk samen met de leerlingen welke woorden op de lagere treden komen: gewoon, saai. Kunnen ze ook iets bedenken wat op de bovenste trede kan staan? Bijvoorbeeld: heel bijzonder.
plaatsvinden

Slide 7 - Tekstslide

Plaatsvinden betekent dat iets gaat gebeuren.  Komend weekend zullen er weer veel voetbalwedstrijden plaatsvinden. En hopelijk zal er volgend jaar weer een groot koningsdagevenement plaatsvinden. 
uitstellen 

Slide 8 - Tekstslide

Het jongetje op de foto stelt zijn huiswerk uit, hij heeft er geen zin in.. Uitstellen betekent dat het nu niet doorgaat, maar op een later moment wel. Het is niet slim om je huiswerk uit te stellen, want dan moet je het op een later moment alsnog doen. Een sportwedstrijd kan ook uitgesteld worden als het slecht weer is. Mensen hopen dan dat het de volgende keer wel droog is. 
de kanshebber

Slide 9 - Tekstslide

De wielrenner is de grootste kanshebber op de eerste prijs. Een kanshebber is iemand die de kans heeft om iets te winnen. De wielrenner is zo dicht bij de finish, dat hij de kanshebber heeft om eerste te worden. Ook de vrouw op het paard is een kanshebber om te winnen, want zij heeft nog geen foutjes gemaakt tijdens de wedstrijd. 
het is zover

Slide 10 - Tekstslide

Het is zover, volgende week ben ik jarig! Het is zover betekent dat het gaat gebeuren. Ik hoef niet lang meer te wachten op mijn verjaardag. Ook de zomervakantie is bijna zover. We hoeven nog maar een paar weekjes naar school. 
Andere tekstsoort

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

In dit filmpje wordt de inleiding van de Andere tekstsoort hardop denkend voorgedaan. Na het filmpje kunnen de leerlingen de rest van de tekst lezen en de opdrachten op de computer doen. 

De twee vragen op de volgende dia's zijn voor na de les, zodat er gecontroleerd kan worden of de leerlingen het lesdoel hebben behaald. 

Wat is geen voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Liedje
B
Schoolboektekst
C
Nieuwsbericht

Slide 13 - Quizvraag

Deze vragen kunnen gesteld worden als afsluiting van de les om te controleren of de leerlingen het lesdoel hebben behaald. 
Bij een informatieve tekst kunnen plaatjes of foto's staan
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies