Blok 4 Grammatica 4.3. Persoonsvorm, Hulpwerkwoord, Voltooid deelwoord

Blok 4.3 Grammatica

Herhaling persoonsvorm

Werkwoordelijk gezegde

Voltooid deelwoord
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Blok 4.3 Grammatica

Herhaling persoonsvorm

Werkwoordelijk gezegde

Voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
Herhaling persoonsvorm 

Werkwoordelijk gezegde vinden


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over het werkwoordelijk gezegde?
(blz. 120 van het boek)

Slide 3 - Woordweb

Persoonsvorm 

Herhaling :
Hoe kan je de persoonsvorm vinden? 


Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm

Bij de volgende opdrachten vul  je in wat de persoonsvorm (pv) van de zin is.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de pv in de zin:

De man vertelt over een ongeluk in Frankrijk/
Wat is de pv in de in:
 
De man vertelt over een ongeluk in Frankrijk.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:

De man vertelt over een ongeluk in Frankrijk/
Wat is de pv in de in:
 
Een jongetje wilde zijn vader helpen.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:

De man vertelt over een ongeluk in Frankrijk/
Wat is de pv in de in:
 
Hij zag een scherpe priem liggen.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de pv in de zin:

De man vertelt over een ongeluk in Frankrijk/
Wat is de pv in de in:
 
Daarmee prikte hij per ongeluk in zijn arm.

Slide 9 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde
We gaan oefenen met het werkwoordelijk gezegde.

  1. Je zoekt altijd eerst naar de PV.

  2. Daarna kijk je of er andere werkwoorden in de zin staan.

  3. Het PV + de andere werkwoorden = het werkwoordelijk gezegde


Slide 10 - Tekstslide

Weet je nog? Het werkwoordelijk gezegde (WWG)
  • Het werkwoordelijke gezegde bestaat uit de persoonsvorm en overige werkwoorden.
  • De persoonsvorm (PV) vind je door de tijdproef te doen.

  • De overige werkwoorden zijn:
  • - Het voltooid deelwoord (VDW)  begint vaak met ge-, ver- of be-.
         (Bij het VDW is de pv vaak: hebben, worden of zijn.
    -  Het hele werkwoord (HWW)




Slide 11 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde (WWG)

Bij de volgende opdrachten vul je in wat het  werkwoordelijk gezegde (wwg) van de zin is.

Slide 12 - Tekstslide


Wat is het wwg in de zin: 

Een oude man wilde werken in de werkplaats.

Slide 13 - Open vraag


Wat is het wwg in de zin: 

Er werd alleen niet gewerkt in de werkplaats.

Slide 14 - Open vraag


Wat is het wwg in de zin: 

Iedereen was al naar huis.

Slide 15 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde (WWG)

Bij de volgende opdrachten vul  je in wat het voltooid deelwoord (vdw) of het hele werkwoord  (hww) is van de zin is.

Slide 16 - Tekstslide


Wat ishet vdw en/of hww in de zin:
 
Hij heeft toen maar alleen gewerkt.

Slide 17 - Open vraag


Wat is het vdw en/of hww in de zin:
 
Liever ging hij met anderen samenwerken.

Slide 18 - Open vraag


Wat is het vdw en/of hww in de zin:
 
Hij heeft toen een kapotte stoel hersteld.

Slide 19 - Open vraag


Wat is het vdw en/of hww in de zin:
 
Een echt ambacht ben je niet snel verleerd!

Slide 20 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde (WWG)

Bij de volgende opdrachten vul  je in wat het voltooid deelwoord (vdw) of het hele werkwoord  (hww) is van de zin is.

Slide 21 - Tekstslide

Noteer het zo: 
pv= ...

vdw= ...

hww= ...

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Zijn vader kon daarmee gaatjes in leer maken.

Slide 23 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Het jongetje heeft de priemen gepakt.

Slide 24 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Hij is toen heel ongelukkig gestruikeld.

Slide 25 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

De priemen zijn precies in zijn ogen terechtgekomen..

Slide 26 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Het jongetje zou nooit meer kunnen zien.

Slide 27 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Op latere leeftijd heeft hij een blindenschrift bedacht.

Slide 28 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Dat zijn bobbeltjes op dik papier gedrukt.

Slide 29 - Open vraag

Wat is de pv, het vdw en/of hww in de zin:

Deze bobbeltjes kunnen vooral letters vervangen.

Slide 30 - Open vraag

Blok 4 Grammatica

4.3 PV, HWW, VDW

Slide 31 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde (WWG)


Bij de volgende opdrachten wordt gevraagd naar het werkwoordelijke gezegde in de zinnen.


Slide 32 - Tekstslide

Lees eerst de tekst (blz. 169)
Veel mensen houden van honden en katten. Toch worden er elk jaar veel dieren naar het asiel gebracht. Veel beesten zijn hun baasje kwijtgeraakt. Vaak zwerven ze al een tijdje op straat. Sommige dieren kunnen niet meer bij hun baasje wonen. Misschien omdat mensen gaan niezen door hun huisdier. De dieren worden in het asiel goed verzorgd. Men zoekt een nieuwe baas voor alle asieldieren. Dat kan soms een tijdje duren. De medewerkers van het asiel doen goed werk!

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het WWG in de zin:

Veel mensen houden van honden en katten.

Slide 34 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Toch worden er elk jaar veel dieren naar het asiel gebracht.

Slide 35 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Veel beesten zijn hun baasje kwijtgeraakt

Slide 36 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Vaak zwerven ze al een tijdje op straat.

Slide 37 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Misschien omdat mensen gaan niezen door hun huisdier.

Slide 38 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

De dieren worden in het asiel goed verzorgd.

Slide 39 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Sommige dieren kunnen niet meer bij hun baasje wonen.

Slide 40 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Dat kan soms een tijdje duren.

Slide 41 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

Men zoekt een nieuwe baas voor alle asieldieren.

Slide 42 - Open vraag

Wat is het WWG in de zin:

De medewerkers van het asiel doen goed werk!

Slide 43 - Open vraag

Einde van de les

Slide 44 - Tekstslide