Effectieve Communicatie: Het Schrijven van Duidelijke Emails

Effectieve Communicatie:
Het Schrijven van Duidelijke Emails

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je het doel en de doelgroep van je mail identificeren en begrijp je het gebruik van 'je' en 'u' in emailcommunicatie.

Wat weet je al over het schrijven van duidelijke emails?

Doel en doelgroep

Een mail is een handig communicatiemiddel, maar is niet altijd het meest geschikt. Denk na over de boodschap en de personen die je wilt bereiken.

Geschiktheid van mail

Overweeg of een mail het beste middel is voor een snelle reactie en voor de inhoud van de boodschap.

Wat is het meest geschikte communicatiemiddel als je snel een antwoord wilt?

1. Een e-mail sturen
2. Een brief schrijven
3. Een fax versturen
4. Telefoneren

Wat is een nadeel van e-mail in termen van snelle communicatie?

1. Het is te formeel
2. Het is te onveilig
3. Het risico op miscommunicatie is groter
4. Het is te persoonlijk

Wat kan een alternatief zijn voor e-mail als je snel een antwoord nodig hebt?

1. Een fax versturen
2. Een video opnemen
3. Een brief versturen
4. Een chatbericht sturen

Waarom is e-mail mogelijk niet het meest geschikte communicatiemiddel als je snel een reactie wilt?

1. Het is te persoonlijk
2. Het is te onbetrouwbaar
3. Het is te formeel
4. Het kan lang duren voordat de ontvanger reageert

Boodschap structureren

Splits de boodschap op over meerdere mails bij uiteenlopende onderwerpen.

Geadresseerden en velden

Beperk je geadresseerden en gebruik het aan-, het cc- en het bcc-veld doordacht.

Persoonlijke aanspreking

Spreek je lezer persoonlijk aan om een betere connectie te maken.

Taalgebruik

Kies consequent voor een formele of informele toon en gebruik het ik- en het wij-perspectief weloverwogen.

Praktische toepassing

Oefen met het schrijven van een effectieve email gericht op een specifieke doelgroep.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.