Intro 1 thema arm en rijk

Welkom
  1. Neem je tekstboek mee
  2. Oortjes meenemen
  3. Telefoon in de (telefoon)tas
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  1. Neem je tekstboek mee
  2. Oortjes meenemen
  3. Telefoon in de (telefoon)tas

Slide 1 - Tekstslide

Intro 1 Arm en Rijk
Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze les gaan we kijken naar wat arm en rijk is. Voor ons zelf maar ook hoe arm en rijk wordt gezien in de wereld.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is voor jou armoede?

Slide 4 - Woordweb

Wat is voor jou rijkdom?

Slide 5 - Woordweb

Armoede en rijkdom
Met geld kun je van alles doen. Dingen kopen die nodig zijn, zoals eten en kleding.
De huur of hypotheek betalen van het huis waar je in woont.
Maar ook leuke dingen kopen, zoals een computerspelletje of een cd. 

Dingen die je nodig hebt om te overleven, noem je basisbehoeften. Alle andere dingen zijn luxe-artikelen. In Nederland kunnen de meeste mensen hun basisbehoeften wel betalen.

Eén op elke tien Nederlanders lukt dat niet. Zij leven onder de armoedegrens.
Deze mensen hebben vaak geen salaris, maar meestal wel een uitkering. Een uitkering is een geldbedrag dat de regering elke maand geeft aan mensen die geen werk hebben. Dat bedrag is niet erg hoog.

Slide 6 - Tekstslide

in de bijstand in Nederland
Gehuwden/samenwonenden
Per maand € 1.391,82
Vakantie-uitkering € 73,25
Totaal € 1.465,07
Alleenstaanden en alleenstaande ouders
Per maand € 974,27
Vakantie-uitkering € 51,28
Totaal € 1.025,55

Slide 7 - Tekstslide

Waar is men rijk of arm?

Slide 8 - Tekstslide

Pas op!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

oneerlijk
In Nederland is tien procent van de mensen arm.
Maar arm zijn in Nederland is niet hetzelfde als arm zijn in Afrika. Een arme Nederlander heeft meestal wel een dak boven zijn hoofd. En hij kan meestal wel elke dag warm eten, al is het dan geen biefstuk. 

Ben je arm in een Afrikaans land, dan heb je soms dagenlang helemaal niets te eten.
Je moet uren lopen om aan water te komen, en dat water is meestal nog vies ook. Je woont in een krot, met de hele familie op een kluitje.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Oneerlijk
Eigenlijk is er genoeg voor iedereen, maar toch hebben sommige mensen het heel goed en hebben anderen het heel slecht.
Sommige landen hebben natuurlijke rijkdommen in de bodem. Olie bijvoorbeeld. Van olie wordt benzine gemaakt, maar ook een aantal andere producten.  Olie is dus overal nodig. En een land met olie in de grond kan die olie dan ook aan heel veel andere landen verkopen. 

Als een land een gunstig klimaat heeft, groeien er allerlei gewassen.
Ook die kunnen worden verkocht aan andere landen. In Nieuw-Zeeland groeien bijvoorbeeld kiwi's. En in Spanje sinaasappels. Die worden gekweekt voor de export. 

In een land dat iets heeft om te verkopen, hebben de mensen het meestal wel goed.

Arme landen verkopen vaak (goedkope) grondstoffen zoals olie, landbouwproducten, erts enzovoorts. In rijke landen worden er dan producten van gemaakt die weer duur verkocht worden aan onder andere arme landen. Bijvoorbeeld van ijzererts wordt een auto gemaakt.

Slide 15 - Tekstslide

Video
Waarom zijn rijke landen rijk en arme landen arm?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Eindopdracht
Maak opdracht intro arm en rijk

Slide 18 - Tekstslide