1HV H3.2 Rijk of Arm

Welkom! 
   H3 arm en rijk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
   H3 arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij de woorden Armoede en Rijkdom?

Slide 2 - Tekstslide

Rijkdom

Slide 3 - Woordweb

Armoede

Slide 4 - Woordweb

H3 par.2:  Rijk of arm

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 3.2 Rijk of Arm?
Open je boek op bladzijde 89 en 90

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je kunt uitleggen waarom het lastig is nauwkeurig te bepalen wat arme en rijke landen zijn.


  2. Je kunt benoemen waarom arme landen vaak lange tijd arm blijven.


  3. Je kunt uitleggen waarom rijke landen vaak lang rijk blijven.

Slide 7 - Tekstslide

Rijke en arme landen
  • Bruto binnenlands product (bbp)
- Totale inkomen dat in een land in een jaar wordt verdiend
- Geen eerlijke manier om te meten of een land rijk is

  • Bbp per hoofd
- Bbp gedeeld door het aantal inwoners
- Eerlijkere manier om te meten of een land rijk is

  • Armoede grens
- Inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven
- Volgens de Verenigde Naties: in armste landen €1,70

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent BBP?
A
Bruto Binnenlands Product
B
Bruto Bedrijfsproces
C
Bruto Basis Product
D
Buitenlands Bruto Product

Slide 9 - Quizvraag

Het BBP per hoofd is....
A
Wat de rijkste persoon verdient in een land
B
Wat iedereen bij elkaar verdient in een land
C
Wat 1 persoon gemiddeld verdient in een land

Slide 10 - Quizvraag

Waarom lijkt China rijker dan Nederland

Slide 11 - Tekstslide

Het BBP van Nederland is hoger dan het BBP van China.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Ontwikkelingskenmerken
  • Levensverwachting
-Hoe oud iemand wordt
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs
  • Ondervoeding
  • Analfabetisme
-Niet kunnen lezen en schrijven

  • Human Development Index (HDI)
-Gebruikt verschillende kenmerken
-Je kunt de ontwikkeling van landen meten

Slide 14 - Tekstslide

Wat is analfabetisme?
A
Het niet kunnen schrijven en/of spreken
B
Het niet kunnen lezen en/of schrijven
C
Het niet kunnen spreken
D
Het niet naar school kunnen gaan

Slide 15 - Quizvraag

Het is een ... als er veel analfabetisme is.
A
arm land
B
rijk land

Slide 16 - Quizvraag

In rijke landen is de levensverwachting hoog. Is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent HDI
A
Hiermee zeg je hoeveel mensen een diploma hebben
B
Hiermee zeg je hoeveel geld een land heeft
C
Hiermee zeg je hoe ontwikkeld een land is

Slide 19 - Quizvraag

De HDI (Human Development Index) bestaat uit:
A
BNP/hoofd, geboortecijfer en levensverwachting
B
BNP/hoofd, analfabetisme en levensverwachting
C
BNP/hoofd, geboortecijfer sterftecijfer
D
analfabetisme, geboortecijfer sterftecijfer

Slide 20 - Quizvraag

Er zijn twee soorten armoede:
-Absolute armoede
-Relatieve armoede

Slide 21 - Tekstslide

Absolute armoede:

-Armoede waarbij mensen zich niet kunnen zien van basisbehoeften (voeding, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg) 

Slide 22 - Tekstslide

Relatieve armoede:
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens. Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders. Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Thailand en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Aan de slag (huiswerk)
  • Maak paragraaf 2 van H3 Arm en Rijk:
    Vraag 1 t/m 7 

Slide 25 - Tekstslide