H7 - Quiz

Ga naar lessonup.app en log in
Inlog kwijt? Zie code linksonderin en je kan ook meedoen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ga naar lessonup.app en log in
Inlog kwijt? Zie code linksonderin en je kan ook meedoen.

Slide 1 - Tekstslide

Volgende les: repetitie
Tips
  • Bestudeer de tekst in het boek goed, zorg dat je snapt wat je leest! 
  • Leer de begrippen (twee kanten op) en de plaatjes.
  • Lees de opdrachten een keer door, besteedt extra aandacht aan de moeilijke opdrachten/de fouten. Wat deed je fout? Snap je alles? Oefen §7.5 (samenhang)
  • Stel jezelf vragen (spreek af, maak vragen voor elkaar)
  • Leg de leerdoelen uit aan iemand anders en gebruik daarbij de begrippen.

Slide 2 - Tekstslide

Koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen

Slide 3 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen houden je gezond?
A
vetten
B
vitamines
C
mineralen
D
koolhydraten

Slide 4 - Quizvraag

Zetmeel en suiker zijn:
A
koolhydraten
B
vetten
C
mineralen
D
eiwitten

Slide 5 - Quizvraag

Vlees bevat vooral
A
Eiwitten, vetten en mineralen
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en vetten
D
Koolhydraten en mineralen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voedingsmiddel?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Fruit en groente
C
Mineralen, vitaminen en water
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 8 - Quizvraag

Je voelt je steeds moe en je bent snel verkouden. Welke voedingsstof heb je nodig?
A
eiwitten
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 9 - Quizvraag

Eiwitten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen

Slide 10 - Quizvraag

Mineralen zijn ook bouwstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Lekker die tussendoortjes. Wat is er zo schadelijk aan ?
A
Je wordt er dik van
B
Door al die suikers krijg je gaatjes in je tanden
C
Er zitten te weinig beschermende stoffen in
D
Je krijgt te weinig bouwstoffen binnen

Slide 12 - Quizvraag

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?
A
energierijke stoffen
B
bouwstoffen
C
concentratie stoffen
D
beschermende stoffen

Slide 13 - Quizvraag

Je leeft heel gezond.
Welk antwoord past hier niet bij?
A
je eet 3 keer per dag
B
je eet gevarieerd
C
je drinkt vaak energiedrankjes voor extra energie
D
je houdt je aan de schijf van vijf

Slide 14 - Quizvraag


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 15 - Quizvraag

Kun je voedingsvezels goed verteren?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag


Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet een enzym?
A
stoffen afbreken
B
stoffen verteren: klein maken
C
stoffen opbouwen
D
stoffen aan elkaar plakken

Slide 18 - Quizvraag

Water, mineralen en vitaminen kunnen direct in het lichaam worden opgenomen. Verteren is niet nodig.
A
waar
B
nietwaar

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het doel van verteren?
A
Voedingsmiddelen klein maken.
B
Voedingsstoffen vermalen.
C
Voedingsstoffen zo klein maken dat ze door de darmwand kunnen.
D
Voedingsmiddelen omzetten tot ontlasting

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de taak van de dikke darm?
A
Het verteren van vezels
B
Het opnemen van voedinstoffen
C
Het onttrekken van vocht uit de onverteerbare resten
D
De ontlasting je lichaam uit laten gaan

Slide 21 - Quizvraag

Het torso:
Hoe heet het donker bruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 22 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 24 - Quizvraag

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?
A
Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
C
Dunne darm, dikke darm, slokdarm, maag
D
Slokdarm, dunne darm, dikke darm, maag

Slide 25 - Quizvraag


Nummer 8 is
A
Dunne darm
B
Luchtpijp
C
Slokdarm
D
Hart

Slide 26 - Quizvraag

Waar worden geen verteringssappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 27 - Quizvraag

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent peristaltiek?
A
de knijpende beweging van spieren in de darm
B
het samentrekken van de kringspier
C
afsluiting van de darm
D
productie van darmsappen

Slide 29 - Quizvraag

Horen vezels bij de voedingsstoffen?
A
ja, door vezels gaan je darmen goed werken
B
ja, vezels zuiveren je bloed
C
nee, vezels gaan tussen je tanden zitten
D
nee, vezels worden niet opgenomen in je bloed

Slide 30 - Quizvraag

Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix
anus

Slide 31 - Sleepvraag

Nu?
oefentoets 
test jezelf
samenvatten

Slide 32 - Tekstslide