proefwerk 2C

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

proefwerk 2C

Programma

1. Onbekende woorden

2. Tekstverbanden en signaalwoorden

3. Hoofd-en bijzaken

4. Feit, mening, standpunt en argument

5. 5W1H-vragen

6. Woordenlijst

* Boekverslag

(On)bekende woorden

samenstelling: woord van twee losse woorden; kooplust, sportartikelen, tuingereedschap

Woorden zijn bekend. Samen vormen ze een nieuw woord.

(On)bekende woorden

afleiding: woord met een voor of achtervoegsel. Voor-of achtervoegsel kom je niet als apart woord tegen. 

Let op het voor- en/of achtervoegsel in een afleiding waarvan je de betekenis weet:

• onthaasten; ontbossen; ont- wil hier zeggen ‘het tegenovergestelde’, ‘weg’ of ‘niet’;
• misleiden; misdaad; mislukken; mis- betekent hier ‘verkeerd’ of ‘niet’.
• gedachteloos; doelloos; -loos wil zeggen ‘zonder’;
• voedzaam; volgzaam; -zaam wil zeggen ‘geschikt om’;
• herbruikbaar; verplaatsbaar; her- wil zeggen ‘opnieuw’; -baar wil zeggen ‘mogelijk’; ver- wil hier zeggen ‘anders’.

Onbekende woorden

Woord uit een andere taal

De betekenis van een woord uit een andere taal gebruiken.

Woorden waarin je in een woorddeel de betekenis van een woord uit een andere taal herkent:

detecteren, van het Engelse ‘to detect’ (ontdekken; opsporen);

arrangement, van het Franse ‘arranger’ (regelen; organiseren).

Tekstverbanden en signaalwoorden

Hoofd- en bijzaken

Feit, mening, standpunt en argument

apps.noordhoff.nl

5W1H-vragen

Wanneer gebruik je deze vragen? 

-voor het schrijven van een verslag, je verzamelt je informatie m.b.v. de vragen.

-voor het maken van een samenvatting, je haalt de informatie uit de tekst. 

wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.

De antwoorden schrijf je op. Als je, je tekst gaat schrijven, gebruik je de antwoorden.

Als je een samenvatting wil maken, gebruik je de antwoorden.

Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...

1. Een bijzaak
2. Een hoofdzaak