Taalweek - Dinsdag

Programma voor dinsdag
  • Aantekeningen maken 
  • Van spreektaal naar schrijftaal
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma voor dinsdag
  • Aantekeningen maken 
  • Van spreektaal naar schrijftaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je het gisteren? Wil je nog iets kwijt?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak jij het aan als je aantekeningen moet maken bij een les?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen maken 
  • Onderscheid hoofdzaken van bijzaken. 
  • Schrijf in telegramstijl (zo kort mogelijk).
  • Noteer de gegevens: naam docent, datum, onderwerp van de les. 
  • Noteer moeilijke woorden - later kun je om de betekenis vragen, of deze opzoeken in een woordenboek. 
  • Gebruik pijlen, strepen en kleurtjes om verbanden te leggen. 
  • Kom goed voorbereid naar de les. Heb je huiswerk voor de les? Maak/lees het! Zo snap je veel meer van wat er verteld wordt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld geven
van een signaalwoord?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven aan wat belangrijk is in het verhaal. Bijvoorbeeld:
'de kern is'; 'ten eerste'; 'ten tweede'; 'bijvoorbeeld', 'zoals'...
Let hier extra op tijdens het luisteren, om de structuur en de verbanden binnen de tekst te begrijpen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je iets in de les niet begrijpt?

Slide 7 - Open vraag

Ik neem aan dat iedereen hier zegt 'je vraagt het aan je docent'. Je kunt extra benadrukken dat je vooral niet bang moet zijn om vragen te stellen - docenten verwachten juist dat studenten vragen stellen en zullen alleen maar blij zijn dat je niet bang bent om een vraag te stellen. Vaak zullen andere studenten dat onderdeel ook niet helemaal begrepen hebben, dus is het alleen maar fijn. 
Mindmap

Slide 8 - Tekstslide

Slide 7 en 8 zijn voorbeelden van hoe ze aantekeningen kunnen maken (vooral studenten die visueel zijn aangelegd). Deze slides laat je dus vooral zien als voorbeeld: er zijn geen vaste regels, het gaat erom dat het voor de student zelf begrijpelijk en overzichtelijk is en dat kan op verschillende manieren. 

Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Cornell-methode
Deel je pagina op deze manier in. 
Na de les bespreek je je aantekeningen met een medestudent. Daarna werk je je aantekeningen uit tot een overzichtelijk verhaal. 

Zo ken je de leerstof al heel goed!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Pak een blaadje en verdeel het blaadje in vakken zoals bij de Cornell-methode. 
Kijk het filmpje en maak aantekeningen. Maak onderscheid tussen de hoofd- en bijzaken. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je het meest interessant in het filmpje?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bespreek met je klasgenoten: 
  • Welke feitelijke info heb je genoteerd?
  • Hoe zou je het college in een paar zinnen kunnen samenvatten?
  • Welke woorden/begrippen wil je opzoeken in het woordenboek? 
    (Tip: zoek ze ook echt op!)
  • Wat ging goed, en wat zou je volgende keer anders doen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreektaal vs 
schrijftaal

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je spreektaal, en wanneer gebruik je schrijftaal?

Slide 16 - Open vraag

Spreektaal als je spreekt, en schrijftaal als je schrijft? Ga hier iets dieper op in door te zeggen dat je spreektaal ook gebruikt als je mailtjes typt naar medestudenten of vrienden, bijvoorbeeld; maar wanneer je een docent mailt, kun je beter schrijftaal gebruiken. En natuurlijk al helemaal in verslagen voor de studie. 
Maak schrijftaal van deze zin:
"Ik wou graag iets met mensen doen."

Slide 17 - Open vraag

Bespreek hier zowel het woord 'wou' als 'iets met mensen': hoe specifieker, hoe beter! Dus bijvoorbeeld: 'ik help graag mensen die dat nodig hebben, en daarom is de studie verpleegkunde erg geschikt voor mij.' Geef ze de ruimte om vragen te stellen
Maak schrijftaal van deze zin:
"Ik vindt techniek echt superleuk."

Slide 18 - Open vraag

Schenk aandacht aan de dt-fout (uiteraard) en 'echt superleuk'. Hoe kun je dat goed oplossen?
Maak schrijftaal van deze zin:
"Op De HHs kunnen veel studies gevolgd worden."

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijftaal
Belangrijk is: 
  • Schrijf duidelijk en direct; 
  • Schrijf zakelijk;
  • Onderbouw wat je zegt; 
  • Schrijf gestructureerd;  
  • Gebruik correcte grammatica. 

Slide 20 - Tekstslide

Hier kun je nog focussen op: schrijf dus niet té lange zinnen (langer is niet beter!); ga er niet van uit dat dingen algemene kennis zijn, dus zorg dat een complete leek het nog snapt (duidelijk - geen afkortingen of dingen die de student wellicht als vanzelfsprekend ziet); maak een structuur in de tekst (gisteren geoefend met het schrijfproces); zakelijk = zonder te veel emotie of pure 'mening' (sluit aan bij onderbouwing). 
In Teams: 'Dinsdag - spreektaal vs schrijftaal'
Maak in 30 minuten, in kleine groepjes, de opdracht 'spreektaal vs schrijftaal' in Teams (documenten).
Herschrijf de zinnen en zet ze in schrijftaal. Welke soorten fouten kom je tegen? Hoe kun je die fouten oplossen?

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht gemaakt. Zet in Teams. 
Nabespreken
Welke fouten hebben jullie gevonden?
Hoe hebben jullie ze opgelost?
Welke zinnen waren het moeilijkst?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vandaag iets nieuws geleerd?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je het vandaag?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Lever vanmiddag om 14:00u uiterlijk je eigen tekst over je studiekeuze in. 
  • Bespreek samen welke aantekeningen je hebt gemaakt bij het college dat we gekeken hebben. 
  • Werk aan de weekopdracht. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies