Leren leren les 2 Basis-kader

           Leerdoelen
Ik weet wat hersenen zijn.
Ik weet wat hersenen doen.

Ik begrijp wat 'leren leren' is.


1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesISK

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

           Leerdoelen
Ik weet wat hersenen zijn.
Ik weet wat hersenen doen.

Ik begrijp wat 'leren leren' is.


Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Onhoud de volgende dingen

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werking van het brein

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbindingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je brein vult zich
Brein is net als een emmertje, gevuld met alles wat je hoort en ziet.

Die zit een keertje vol. 
→ Hoe moeilijker de les voor jou is, hoe
 meer ruimte er ingenomen wordt.
→ Hierdoor wordt het steeds moeilijker om 
(nieuwe) dingen bij te leren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgeheugen vs Langetermijngeheugen
Werkgeheugen
Langetermijn
onthoud je kort
onthoud je lang
verwerkt informatie op het moment
maakt verbindingen
informatie verdwijnt zonder herhaling
archiefkast vol herinneringen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie verdwijnt
archiefkast vol herinneringen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgeheugen
Langetermijngeheugen
Capaciteit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gespreid leren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgeheugen
Langetermijngeheugen
onthoud je kort
verwerkt informatie op het moment
informatie verdwijnt zonder herhaling
onthoud je lang
maakt verbindingen
archiefkast

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

   Hoe werkt het brein?
Leren is moeilijk.
Maar je kan je brein helpen:
schrijf de woorden in je woordschrift
veel herhalen 
veel oefenen (schrijven, lezen, praten, luisteren)





Slide 15 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Tekst
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

       Leren leren
Hoe leer je het best?
Hoe zorg je ervoor dat informatie in het langetermijngeheugen terecht komt?

Slide 17 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe plan jij je schoolwerk (huis- en leerwerk)?

Slide 19 - Woordweb

Veel leerlingen hebben de neiging om huis- en leerwerk tot het laatste moment uit te stellen. Het kan geen kwaad om soms hard te moeten werken om het schoolwerk af te krijgen. Maar wanneer er altijd haastig gewerkt wordt en het schoolwerk nooit helemaal af is dan is dat slecht voor de productiviteit, de schoolresultaten en de gemoedsrust. Leren plannen is daarom cruciaal.
Plannen
Wat is plannen?
Hoe organiseer ik mijn dag.
Een organiseer ik mijn werk.
Hoe organiseer ik mijn tijd.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is het belangrijk om schoolwerk niet tot het laatste moment uit te stellen?
A
Het zorgt voor stress.
B
Je onthoud minder.
C
Het zorgt ervoor dat je altijd haastig moet werken.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips!
Hoe plan je het beste?

  1. Waar ga jij aan werken met het plannen?
  2. Stel duidelijke en concrete leerdoelen.

Slide 22 - Tekstslide

1. Stel concrete leerdoelen Stellen:
o Stel duidelijke en concrete leerdoelen. Dit maakt het makkelijker om te beginnen met studeren en zorgt ervoor dat je precies weet wat je moet doen tijdens je studeersessies .
2. Gebruik Effectieve Studeerstrategieën:
o Maak gebruik van effectieve studeerstrategieën zoals gespreid studeren (spacing effect) en zelftesten. Deze methoden zorgen ervoor dat je de leerstof beter onthoudt en kunnen bijdragen aan meer leerwinst op lange termijn .
3. Gespreid Studeren:
o Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie. Bijvoorbeeld, drie sessies van 30 minuten zijn effectiever dan één sessie van 90 minuten. Dit helpt om de leerstof beter te onthouden en verlaagt de kans op vermoeidheid tijdens het studeren .
4. Maak een Overzichtelijke Planning:
o Of je nu een weekplanning of een maandplanning gebruikt, zorg ervoor dat je studieblokken indeelt op basis van je eigen voorkeur en ervaring. Het kan ook nuttig zijn om te werken met dagdelen of blokken van een paar uur, afhankelijk van wat voor jou het beste werkt .
5. Vermijd Afleidingen:
o Zorg ervoor dat je studeeromgeving vrij is van afleidingen. Dit helpt je om beter gefocust te blijven en effectiever te studeren .
6. Gebruik Zelftesten en Herhaling:
o Test jezelf regelmatig om je kennis te controleren en de leerstof te herhalen. Dit helpt om de informatie beter te verankeren in je langetermijngeheugen .

Tips!
Hoe plan je het beste?

  1. Stel duidelijke en concrete leerdoelen.
  2. Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie.

Slide 23 - Tekstslide

1. Stel concrete leerdoelen Stellen:
o Stel duidelijke en concrete leerdoelen. Dit maakt het makkelijker om te beginnen met studeren en zorgt ervoor dat je precies weet wat je moet doen tijdens je studeersessies .
2. Gebruik Effectieve Studeerstrategieën:
o Maak gebruik van effectieve studeerstrategieën zoals gespreid studeren (spacing effect) en zelftesten. Deze methoden zorgen ervoor dat je de leerstof beter onthoudt en kunnen bijdragen aan meer leerwinst op lange termijn .
3. Gespreid Studeren:
o Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie. Bijvoorbeeld, drie sessies van 30 minuten zijn effectiever dan één sessie van 90 minuten. Dit helpt om de leerstof beter te onthouden en verlaagt de kans op vermoeidheid tijdens het studeren .
4. Maak een Overzichtelijke Planning:
o Of je nu een weekplanning of een maandplanning gebruikt, zorg ervoor dat je studieblokken indeelt op basis van je eigen voorkeur en ervaring. Het kan ook nuttig zijn om te werken met dagdelen of blokken van een paar uur, afhankelijk van wat voor jou het beste werkt .
5. Vermijd Afleidingen:
o Zorg ervoor dat je studeeromgeving vrij is van afleidingen. Dit helpt je om beter gefocust te blijven en effectiever te studeren .
6. Gebruik Zelftesten en Herhaling:
o Test jezelf regelmatig om je kennis te controleren en de leerstof te herhalen. Dit helpt om de informatie beter te verankeren in je langetermijngeheugen .

Tips!

Slide 24 - Tekstslide

1. Stel concrete leerdoelen Stellen:
o Stel duidelijke en concrete leerdoelen. Dit maakt het makkelijker om te beginnen met studeren en zorgt ervoor dat je precies weet wat je moet doen tijdens je studeersessies .
2. Gebruik Effectieve Studeerstrategieën:
o Maak gebruik van effectieve studeerstrategieën zoals gespreid studeren (spacing effect) en zelftesten. Deze methoden zorgen ervoor dat je de leerstof beter onthoudt en kunnen bijdragen aan meer leerwinst op lange termijn .
3. Gespreid Studeren:
o Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie. Bijvoorbeeld, drie sessies van 30 minuten zijn effectiever dan één sessie van 90 minuten. Dit helpt om de leerstof beter te onthouden en verlaagt de kans op vermoeidheid tijdens het studeren .
4. Maak een Overzichtelijke Planning:
o Of je nu een weekplanning of een maandplanning gebruikt, zorg ervoor dat je studieblokken indeelt op basis van je eigen voorkeur en ervaring. Het kan ook nuttig zijn om te werken met dagdelen of blokken van een paar uur, afhankelijk van wat voor jou het beste werkt .
5. Vermijd Afleidingen:
o Zorg ervoor dat je studeeromgeving vrij is van afleidingen. Dit helpt je om beter gefocust te blijven en effectiever te studeren .
6. Gebruik Zelftesten en Herhaling:
o Test jezelf regelmatig om je kennis te controleren en de leerstof te herhalen. Dit helpt om de informatie beter te verankeren in je langetermijngeheugen .

Tips!
Hoe plan je het beste?

  1. Stel duidelijke en concrete leerdoelen.
  2. Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie.
  3. Zorg ervoor dat je studeeromgeving vrij is van afleidingen.

Slide 25 - Tekstslide

1. Stel concrete leerdoelen Stellen:
o Stel duidelijke en concrete leerdoelen. Dit maakt het makkelijker om te beginnen met studeren en zorgt ervoor dat je precies weet wat je moet doen tijdens je studeersessies .
2. Gebruik Effectieve Studeerstrategieën:
o Maak gebruik van effectieve studeerstrategieën zoals gespreid studeren (spacing effect) en zelftesten. Deze methoden zorgen ervoor dat je de leerstof beter onthoudt en kunnen bijdragen aan meer leerwinst op lange termijn .
3. Gespreid Studeren:
o Plan meerdere kortere studeersessies in plaats van één lange sessie. Bijvoorbeeld, drie sessies van 30 minuten zijn effectiever dan één sessie van 90 minuten. Dit helpt om de leerstof beter te onthouden en verlaagt de kans op vermoeidheid tijdens het studeren .
4. Maak een Overzichtelijke Planning:
o Of je nu een weekplanning of een maandplanning gebruikt, zorg ervoor dat je studieblokken indeelt op basis van je eigen voorkeur en ervaring. Het kan ook nuttig zijn om te werken met dagdelen of blokken van een paar uur, afhankelijk van wat voor jou het beste werkt .
5. Vermijd Afleidingen:
o Zorg ervoor dat je studeeromgeving vrij is van afleidingen. Dit helpt je om beter gefocust te blijven en effectiever te studeren .
6. Gebruik Zelftesten en Herhaling:
o Test jezelf regelmatig om je kennis te controleren en de leerstof te herhalen. Dit helpt om de informatie beter te verankeren in je langetermijngeheugen .


Hoe vaak plan je meerdere kortere studeersessies in
plaats van één lange sessie?
Nooit
Soms
Vaak
Altijd

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanner
Je werkt van LINKS naar RECHTS:
  1. Noteer het huiswerk in de les bij de dag dat het af moet zijn. (LINKS)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanner
Je werkt van LINKS naar RECHTS:
  1. Noteer het huiswerk in de les bij de dag dat het af moet zijn. (LINKS)
  2. Geef door het inkleuren van de bolletjes aan over hoeveel dagen je het huiswerk verdeelt. (LINKS)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanner
Je werkt van LINKS naar RECHTS:
  1. Noteer het huiswerk in de les bij de dag dat het af moet zijn. (LINKS)
  2. Geef door het inkleuren van de bolletjes aan over hoeveel dagen je het huiswerk verdeelt. (LINKS)
  3. Verdeel het huiswerk over het aantal ingeplande dagen. (RECHTS).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanner
Je werkt van LINKS naar RECHTS:
  1. Noteer het huiswerk in de les bij de dag dat het af moet zijn. (LINKS)
  2. Geef door het inkleuren van de bolletjes aan over hoeveel dagen je het huiswerk verdeelt. (LINKS)
  3. Verdeel het huiswerk over het aantal ingeplande dagen. (RECHTS).
  4. Noteer hierbij de tijd die je denkt nodig te hebben. (RECHTS)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanner
Je werkt van LINKS naar RECHTS:
  1. Noteer het huiswerk in de les bij de dag dat het af moet zijn. (LINKS)
  2. Geef door het inkleuren van de bolletjes aan over hoeveel dagen je het huiswerk verdeelt. (LINKS)
  3. Verdeel het huiswerk over het aantal ingeplande dagen. (RECHTS).
  4. Noteer hierbij de tijd die je denkt nodig te hebben. (RECHTS)
  5. Wanneer je de taak gedaan hebt, vink je het af. (RECHTS)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even in het kort...
  • Plannen zorgt voor rust en een betere voorbereiding.
  • Stel haalbare doelen, gespreid studeren en zelftesten.
  • Een goede planning zorgt voor overzicht en voorkomt verrassingen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 33 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.

Het werkgeheugen heeft...
A
beperkte capaciteit
B
onbeperkte capacitet
C
geen capaciteit
D
d.

Slide 34 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

welke plaatjes horen bij het langetermijngeheugen?
A
B
C
D

Slide 35 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Wat is beter?
A
meerdere kortere studeersessies
B
één lange sessie
C
c.
D
d.

Slide 36 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Controle vragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 37 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Controle vragen

Slide 38 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Terugkijken 
op de leerdoelen
Ik kan de verschillen tussen het werkgeheugen en het langetermijngeheugen noemen.

Ik begrijp wat 'leren leren' is en kan in mijn eigen taal uitleggen waarom het belangrijk is.


Ik weet hoe ik de planner moet gebruiken.

Slide 39 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

    Begrippen uit deze les
Werking van het brein
  • Werkgeheugen
  • Langetermijngeheugen
  • Capaciteit
  • (On)beperkt
  • Verbindingen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
Plannen:
  • Weekplanner
  • Dagplanner
  • Prioriteiten
  • Productief
  • Studeeromgeving

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is leren leren belangrijk? (antwoord mag in eigen taal)

Slide 42 - Open vraag

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies