Communicatie: Feedback les 1

Feedback


Communicatie
Communicatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Feedback


Communicatie
Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
  • Check in
  • Feedback - hoe moet het niet?
  • Feedback modellen
  • Feedback ontvangen
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
- De studenten kunnen vertellen wat feedback is
- De studenten kunnen uitleggen hoe ze feedback geven
- De studenten kunnen uitleggen hoe je feedback ontvangt
- De studenten hebben geoefend met feedback geven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bouw met je groepje de hoogste toren

Materialen:

Slide 6 - Tekstslide

Het geheim: 
een goede samenwerking

Slide 7 - Tekstslide

Een goede samenwerking betekent:
  • Een goede rolverdeling (bijv. gespreksleider, tijdbewaker, schetser)
  • Elkaar laten uitpraten
  • Elkaars inbreng waarderen
  • Groepsbelang boven eigen belang (niet IK maar WIJ)
  • Feedback kunnen geven en ontvangen

Slide 8 - Tekstslide

Winnaar!


Het team met de hoogste toren krijgt wat lekkers!

Slide 9 - Tekstslide

Regels
Doel: Hoogst mogelijke toren
Tijd 18 minuten
  • De marshmallow MOET de top van het bouwwerk zijn
  • De marshmallow MOET heel blijven
  • Je mag de touw, tape en spaghetti in stukken breken/knippen
  • Per groep 1 observator opschrijft welke feedback wordt gegeven en hoe dit wordt ontvangen
  • Groepjes van 4/5 personen

timer
18:00

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
  • Hoe ging het?
  • Ervaarde je druk?
  • Hoe heb je het als team aangepakt? Wat was jullie strategie?
  • Wie nam de leiding en waarom?
  • Lukte het samenwerken? Wat ging goed / wat kon beter?
  • Welke feedback werd er gegeven en wat deed dit met die persoon / groepsgevoel?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe en wat bij feedback
- Als je als ontvanger reageert op de boodschap, gedrag of prestaties van de zender, noem je dat feedback
- Bij feedback hou je rekening met de ontvanger
- Er is verbale en non-verbale feedback en 
positieve en negatieve feedback

Slide 12 - Tekstslide

Positieve en negatieve feedback
Positieve feedback:
Je prijst of bent onder de indruk van een bepaalde prestatie of gedrag.

Negatieve feedback:
Je richt je op het verminderen of veranderen van ongewenst gedrag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Feedback geven: 4G's
  1. Beschrijf wat je ziet = Gedrag
  2. Beschrijf hoe je daarbij voelt = Gevoel
  3. Benoem wat dit gedrag veroorzaakt = Gevolg
  4. Geef aan welk gedrag je voortaan wilt zien =  Gewenst

Slide 16 - Tekstslide

Sandwich methode
Start met iets positiefs
Benoem dan het negatieve (opbouwende)
Sluit weer positief af

Slide 17 - Tekstslide

Jij wordt door een patiënt aangesproken dat je zo geduldig en vakkundig zijn verband hebt vervangen. Hoe zou jij kunnen reageren? 2 antwoorden mogelijk!
A
"Het is niets, het is mijn werk"
B
"Dank u wel, ik ben zelf ook tevreden met het resultaat"
C
"Wat fijn van u om te zeggen"
D
"Ach, ik heb het wel eens netter gedaan"

Slide 18 - Quizvraag

In een gesprek met je collega geef je aan dat je ziet dat je collega vaak te casual gekleed gaat op het werk. Wat is je volgende stap:
A
Bekritiseer haar smaak in kleding en tip haar een goede kledingzaak
B
Geef een concreet voorbeeld: toen en toen had je dat en dat aan
C
Kap het gesprek af en ga verder met je werkzaamheden
D
Geef aan dat de kledingkeuze voor verbetering vatbaar is en of ze hier rekening mee wil houden

Slide 19 - Quizvraag

Verbale feedback
  • Stel vragen
  • Vat samen
  • Eigen ervaringen aangeven
  • Reageer op ontvanger
  • Gebruik tussenwerpsels 
(oh, ja, ok)
Non-verbale feedback
  • Oogcontact maken
  • Hoofdknikje geven
  • Ontspannen houding
  • Mimiek
  • Gebaren
  • Stiltes

Slide 20 - Tekstslide

Feedback ontvangen
Tips om feedback te ontvangen
  1. Bedenk dat dit een kans is om te leren, geen aanval. 
  2. Schiet niet in de verdediging.                                                           Stel vragen of vat samen om zaken duidelijk en helder te krijgen
  3. Bedank voor de feedback en geef aan wat je er me zult gaan doen

Slide 21 - Tekstslide

Jouw directe collega geeft bij jou aan dat:
"Ik hoor dat jij patiënten informeel aanspreekt terwijl de regel in de praktijk is dat je de patiënten met u aanspreekt."

Dit is:
A
Negatieve feedback
B
Positieve feedback
C
Compliment
D
Kritiek

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Vragen?


Heb je een tip/top, opmerking of (opbouwende) feedback, mag je mij een berichtje doen!

Slide 25 - Tekstslide