Sales oefentoets J1 P2

Sales oefentoets J1 P2
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Sales oefentoets J1 P2

Slide 1 - Tekstslide

Een VERKOOPGESPREK is een gesprek waarin de verkoper de potentiële afnemer probeert te bewegen tot het kopen van zijn product.
Welke stelling is juist:
A
Een potentiële afnemer is een kleine klant.
B
Een potentiële afnemer is hetzelfde als een klant
C
Een potentiële afnemer is nog geen klant

Slide 2 - Quizvraag

Jij werkt in de verkoop bij Ziggo Zakelijk. Een klant stuurt een mail over zijn abonnement. Jullie hebben via mail contact hierover. Waarvan is hier sprake?
A
Direct klantcontact
B
Indirect klantcontact
C
Zowel direct als indirect klantcontact

Slide 3 - Quizvraag

Louwmans is de officiële *** van de merken Lexus, Mercedes Benz, Toyota, Peugeot, Suzuki, Mazda,
Mitsubishi, Kia, Opel en smart.
Welk woord ontbreekt er bij ***, van welke vorm van indirect klantcontact is hier sprake?
A
Makelaar
B
Dealer
C
Agent
D
Commissionair

Slide 4 - Quizvraag

Bij Drieman Garantiemakelaars ben je aan het juiste adres! Al 40 jaar verkopen wij met veel plezier woningen in Alphen aan den Rijn en omstreken. Huizenkopers zien wij vaak terug als zij opnieuw een woning zoeken; een duidelijk teken van waardering! Kwaliteit en een tevreden klant staan bij ons dan ook centraal. Bent u dus op zoek naar een makelaar om uw woning te verkopen? Of wilt u juist een woning gaan kopen? Bij Drieman helpen wij u graag. Welke uitspraak over de makelaar is juist?
A
De makelaar koopt en verkoopt huizen en verdient zijn geld door de winst op die verkoop.
B
Brengt relaties in contact met afnemers en bemiddelt op contractbasis. De klanten hebben dan contact met de makelaar en niet met het producerend bedrijf.
C
Makelaar wordt ook wel ook wel broker genoemd, die op eigen naam als tussenpersoon in de handel functioneert. Hij verkoopt tegen kostenvergoeding (een percentage van de omzet) producten voor een opdrachtgever.
D
De makelaar bemiddelt in de verkoop en ontvangt daarvoor een courtage (vergoeding).

Slide 5 - Quizvraag

Welke stelling is juist over persoonlijk klantcontact en direct klantcontact?
A
Persoonlijk klantcontact is wel altijd direct klantcontact, maar direct klantcontact is niet altijd persoonlijk klantcontact.
B
Persoonlijk klantcontact is hetzelfde als direct klantcontact
C
Direct klantcontact is wel altijd persoonlijk klantcontact, maar persoonlijk klantcontact is niet altijd geen direct klantcontact.

Slide 6 - Quizvraag

Je bent bij een klant. Hij heeft al vaker bij je gekocht en is tevreden. Je vraagt of hij nog mensen of bedrijven kent voor wie jouw producten ook interessant kunnen zijn. Hij geeft je twee namen, die jij vervolgens later op de dag belt voor een afspraak. Van welke verkoopmethode is hier sprake?
A
Cold canvassing
B
Koude acquisitie
C
Endless-chain-methode
D
Service merchandising

Slide 7 - Quizvraag

Je verkoopt producten en diensten die zoveel mogelijk voldoen aan de wensen en behoeften van de klant. Je beheert vaak grotere klanten. Je onderhoudt regelmatig contact, ook nadat het product of de dienst is verkocht, om te weten of ze nog tevreden zijn. Van welke persoonlijke verkoopmethode is hier sprake?
A
Acquisitie
B
Accountmanagement
C
Cold canvassing
D
Service merchandising

Slide 8 - Quizvraag

Communicatiemodel waarbij een afnemer een aantal stadia in dwingende volgorde doorloopt, alvorens tot een aankoop over te gaan.
A
VERKOOPPLAN
B
AIDA
C
VOCATIO

Slide 9 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Een offerte is een soort orderbevestiging, die stuur je als de klant heeft toegezegd te gaan kopen.
B
Een offerte is een soort factuur, die stuur je als de klant heeft gekocht.
C
Een offerte is een soort aanbieding, die stuur je als de klant geïnteresseerd is.
D
Een offerte is een soort advertentie, die stuur je als je kennis wil maken.

Slide 10 - Quizvraag

Waarop beoordeel je een offerte?
A
Prijs, kwaliteit, betrouwbaarheid
B
Kwaliteit, leveringsbetrouwbaarheid, garantievoorwaarden
C
Leveringsbetrouwbaarheid, hoeveelheid, kwaliteit
D
Prijs, hoeveelheid, garantievoorwaarden

Slide 11 - Quizvraag

Een *** is een verbaal of non-verbaal signaal waarmee de klant (bewust of onbewust) te kennen geeft dat hij het voornemen heeft om tot de koop over te gaan.

Welk woord ontbreekt er bij ***?
A
Afsluitfase
B
Koopweerstand
C
Koopsignaal
D
Spiegelen

Slide 12 - Quizvraag

JIT (Just in Time) is een distributiemethode die erop is gericht de benodigde producten van de benodigde kwaliteit en in de benodigde hoeveelheid precies op het juiste moment bij de afnemer af te leveren. Wat is voordeel voor de klant als je dit kunt bieden?
A
Ze ontvangen maar één keer een grote hoeveelheid, in plaats van regelmatig kleine hoeveelheden.
B
De klant kan lagere voorraden aanhouden en dat bespaart ruimte en dus ook kosten.
C
De klant kan sneller leveren aan zijn klanten, want hij heeft ruime voorraad.
D
De klant is zo veel minder afhankelijk van de leverancier

Slide 13 - Quizvraag