K 9.3 en 9.4

Kader

Balansmethode


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kader

Balansmethode


Slide 1 - Tekstslide

Balans methode
  1. vergelijking opschrijven
  2. letters naar links
  3. getallen naar rechts
  4. delen door het getal voor de letter
  5. controleren
  6. antwoord opschrijven
om in balans te blijven, doe je links en rechts altijd hetzelfde

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijking oplossen met balansmethode, een voorbeeld:

Slide 3 - Tekstslide

Zelf een vergelijking maken
Soms moet je zelf een vergelijking maken. 
Voorbeeld:
Lengte kaars rood = 25 - 3t
Lengte kaars groen = 20 - 4t

De vergelijking: 25 - 3t = 20 - 4t
Je kunt uitrekenen wanneer de kaarsen gelijk zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

 
Balans methode vb
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2

Slide 6 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

  

Balans methode
-5x
-5x
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3

Slide 7 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

      

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4

Slide 8 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5

Slide 9 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
74,5+6=54,5+15
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 10 - Tekstslide

Balans methode 
7x+6 = 5x+15

  2x+6 =       15 

2x     =        9

       x    =       4,5  

Balans methode vb
-5x
-5x
-6
-6
:2
:2
vergelijking opschrijven
1
74,5+6=54,5+15
Dus x = 4,5
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 12 - Tekstslide

Balans methode 
-3a+2=6+5a

   

Balans methode vb
vergelijking opschrijven
1
Dus a =       
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 13 - Tekstslide

Balans methode 
-3a+2=6+5a

  -8a+2 =       6 

   -8a    =       4

       a    =       -0,5  

Balans methode vb
-5a
-5a
-2
-2
:-8
:-8
vergelijking opschrijven
1
30,5+2=6+50,5
Dus a = -0,5
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4
controleren
5
antwoord opschrijven
6

Slide 14 - Tekstslide

Los op met de balansmethode:

3p + 10 = 40
A
p = 10
B
p = 3,7
C
p = 3,3
D
p = 30

Slide 15 - Quizvraag

Los op met de balans methode
3g+7=5g+12
gebruik alle stappen

Slide 16 - Open vraag

Los b op met de balansmethode:

5b + 4 = 3b + 34
A
b = 6
B
b = 15
C
b = 6
D
b = 7

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk volgende les
Alle opdrachten van H9.3

Slide 18 - Tekstslide

Door met uitleg H9.4?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

9.4 Oplossen met inklemmen
Je kunt vergelijkingen oplossen op meerdere manieren.
Vandaag oefenen we met inklemmen. 

Slide 20 - Tekstslide

Inklemmen
Wanneer je een vergelijking hebt waar een kwadraat of wortel in staat, dan kun je niet zo goed de balansmethode gebruiken. 
Daarom hebben we inklemmen als mogelijkheid om de vergelijking op te lossen. 

Slide 21 - Tekstslide

Inklemmen: zoektocht
Bij inklemmen ga je op zoek naar het juiste antwoord door getallen in te vullen. LET OP! Er zijn twee belangrijke dingen.

1. Je moet altijd meerdere voorbeelden laten zien. 
2. Je moet goed opletten. Soms moet je afronden op helen, soms op één decimaal. 

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 23 - Tekstslide

Inklemmen

Slide 24 - Tekstslide

Formule
Bedrag in euro = 24,50 + 34 x tijd in dagen
Ze betalen 534,50. 
Hoeveel dagen huren zij? 

Stap 1. Wat is de vergelijking?
534,50 = 24,50 + 34 x tijd in dagen
Stap 2: Proberen. Bij hoeveel dagen is het 534,50?
Bij 15 dagen
Stap 3: Je laat meerdere voorbeelden zien. In dit geval de dag ervoor én de dag erna. Hierna is het antwoord pas compleet
14: 24,50 + 34 x 14 = 500,50
15: 24,50 + 34 x 15 = 534,50
16: 24,50 + 34 x 16 = 568,50

Ze huren 15 dagen. 

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Maak altijd een tabel met een aantal voorbeelden. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

huiswerk volgende les
Maken alle opdrachten van H9.4

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opgaven H9.3: 26, 27, 29, 33, 34, 35
H9.4: 36 t/m 43
Alles in je schrift!

Slide 32 - Tekstslide