Paragraaf 2 en 3 H4

Doelen:
De belangrijkste kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas kunnen uitleggen.

Kunnen uitleggen dat klimaatverandering leidt tot afvoerproblemen van de grote rivieren en daardoor tot een hoger overstromingsrisico.

Doelen:
Je begrijpt wat het verband is tussen menselijk ingrijpen en de vertragingstijd en een onregelmatiger regiem.


je weet en begrijpt de globale indeling van een rivier in de benedenloop van Nederland.

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doelen:
De belangrijkste kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas kunnen uitleggen.

Kunnen uitleggen dat klimaatverandering leidt tot afvoerproblemen van de grote rivieren en daardoor tot een hoger overstromingsrisico.

Doelen:
Je begrijpt wat het verband is tussen menselijk ingrijpen en de vertragingstijd en een onregelmatiger regiem.


je weet en begrijpt de globale indeling van een rivier in de benedenloop van Nederland.

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Stroomgebied
Het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt. 

Slide 6 - Tekstslide

stroomgebied van de Maas en de Rijn
waterscheiding = grens tussen 2 stroomgebieden

Slide 7 - Tekstslide

Rijn:
  • grote rivier
  • vertakt zich bij Lobith (NL)
  • water verdeelt zich
  • Pannerdens kanaal
  • Waal, IJssel
  • naar noordzee of IJsselmeer
  • 3 mnd per jaar te weinig water via de Rijn.
  • stuwen nodig
Maas:
  • kleine rivier
  • Grensmaas (België en NL)
  • grotendeels onbedijkt
  • ondiep voor scheepvaart
  • Julianakanaal

Slide 8 - Tekstslide

Waterscheiding

Slide 9 - Tekstslide

Stroomstelsel/ lengteprofiel

Dit is de hoofdrivier met alle zijrivieren samen in een stroomgebied. 

Dit stelsel bestaat uit 3 delen: 
Bovenloop, middenloop, benedenloop. 

Slide 10 - Tekstslide

3 delen
Bovenloop: steil, veel erosie, hoog in de bergen, dicht bij de oorsprong van de rivier. 
Middenloop: Loopt door een dal waar de rivier zich heeft ingesneden. 
Benedenloop: Dicht bij de monding, veel sedimentatie, weinig erosie, meanderen! 

Slide 11 - Tekstslide

Regiem & debiet
Verschil in waterafvoer: regiem

Totale hoeveelheid water op een bepaald punt: debiet. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Benedenloop
Bovenloop
Sedimentatie
Erosie
Hogestroomsnelheid
Lage stroomsnelheid

Slide 15 - Sleepvraag


Deze rivier heeft...
A
Een hoog debiet en een laag regiem
B
Een laag debiet en een hoog regiem
C
Een hoog debiet en een hoog regiem
D
Een laag debiet en een laag regiem

Slide 16 - Quizvraag

Verval & verhang
Verval: hoogteverschillen tussen 2 plaatsen. 

Verhang: verval (hoogteverschil) / afstand tussen de twee gebieden. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verval tussen Weert (33 meter) en Langres bi Avrecourt (409 meter)

Slide 18 - Open vraag

Het verval is dus 376 meter. Wat is het verhang tussen Langres bi Avrecourt en Weert wanneer de afstand 776 km is?

Slide 19 - Open vraag

Meanderen

Het maken van bochten.


In de buitenbocht is er erosie.


In de binnenbocht is er sprake van sedimentatie.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


A
meanderende rivier
B
Puinwaaier
C
dekzand
D
vlechtende rivier

Slide 23 - Quizvraag

Klimaatveranderingen
De KNMI'14-scenario's beschrijven samen de hoekpunten waarbinnen de klimaatverandering in Nederland zich, volgens de nieuwste inzichten, waarschijnlijk zal voltrekken. Ze geven de verandering rond 2050 en 2085 weer ten opzichte van het klimaat in de periode 1981-2010.

De vier KNMI'14-scenario's verschillen in de mate waarin de wereldwijde temperatuur stijgt ('Gematigd' en 'Warm') en de mogelijke verandering van het luchtstromingspatroon ('Lage waarde' en 'Hoge waarde').

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Klimaatveranderingen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Klei
Komgronden
Rivier
Oeverwal
Stroomrug
Zand

Slide 28 - Sleepvraag

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 29 - Sleepvraag

Breedteprofiel rivier in de benedenloop

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Kanalisatie
Het recht trekken van de meanders om de bevaarbaarheid van de rivier te verbeteren.

Slide 32 - Tekstslide

Kribben

Deze houden de rivier in zijn stroombed en verbeteren de bevaarbaarheid.


De buitenbochten worden op deze manier beschermd tegen erosie.

Slide 33 - Tekstslide

Stuwen
Deze regelen de waterstand in de rivier om de rivier bevaarbaar te houden voor de schepen.

Slide 34 - Tekstslide

Waterafvoer
Verstening vertragingstijd

Slide 35 - Tekstslide

vertragingstijd

De vertragingstijd neemt hierdoor af.


Het water komt dus sneller in de rivier.

Hierdoor neemt de piekafvoer toe.

Slide 36 - Tekstslide

Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. 
Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen. 

Slide 37 - Tekstslide

Zeespiegelstijging
  1. Gletsjers in berggebieden en landijs op Groenland en Antarctica smelten. Er komt daardoor meer water in de oceanen terecht. 
     2. Het zeewater wordt door hogere temperaturen ook iets warmer. Warmer water zet uit en neemt meer ruimte in beslag. Dit is de belangrijkste oorzaak van zeespiegelstijging.


Slide 38 - Tekstslide


3. Relatieve zeespiegelstijging

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Wat zal de belangrijkste oorzaak zijn voor de verwachte zeespiegelstijging?
A
afsmelten van drijfijs
B
het afsmelten landijs
C
toename water in de kringloop
D
uitzetten van het zeewater

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide