LUK 4_PVS_Week 3_Bijeenkomst 2 en 3 gecombineerd

• Verpleegkunde
• HBO
• Studiejaar 1

Welkom

                               Fijn dat jullie er zijn!

           Gaan jullie meteen in jullie groepjes zitten?

PVS

LUK 4

week 3

bijeenkomst 2

Lesdoelen

Doelen m.b.t. opdracht "Zorgplan Kritisch denken".

• Je verdiept je nogmaals in het verpleegkundig proces met de focus op persoonsgerichte zorgresultaten en verpleegkundige interventies.
• Je geeft peerfeedback op de door jou gemaakte verpleegkundige zorgresultaten en interventies.
• Je stelt vast welke wet- en regelgeving van toepassing is op je casus  

Vragen over de lesvoorbereiding?

Wat is objectief?

1. Sickness
2. Ilness
3. Disease

 Sickness is een subjectieve term en kan variëren van persoon tot persoon. Het is ook sterk beïnvloed door sociale en culturele factoren.

. Illness is subjectief en wordt beïnvloed door individuele percepties en reacties op symptomen.

 Diseases zijn objectief en kunnen worden  geïdentificeerd en gediagnosticeerd door medische professionals 

Door samen met de zorgvrager de resultaten te bepalen en de zorg te plannen, toon je respect voor de waarden en waardigheid van je zorgvrager

1. waar
2. niet waar

letterlijk uit Wilkinson et al (2020) Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces Hoofdstuk 4 paragraaf 4.3

Wat is geformuleerd in concreet, waarneembaar en haalbaar zorgvragersgedrag?

1. Interventies
2. Zorgresultaten

Welke vaardigheden moet een verpleegkundige hebben tijdens het uitvoeren van de interventies ?

1. Cognitieve vaardigheden
2. Intermenselijke vaardigheden
3. Psychomotorische vaardigheden
4. Alle antwoorden zijn juist

Wilkinson et all, Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces  (2020) hoofdstuk 5, paragraaf 5.6

Bij het formuleren van oa. zorgresultaten en interventies, is het belangrijk dat verpleegkundigen de beroepscode eventueel als naslagwerk gebruiken. Dit bevordert professioneel gedrag.

1. waar
2. niet waar

Kuckert-Wosthein, A & Stomp. M> (2015) Zorgbasics diversiteit

Hoever ben je met opdracht 2b en 3a uit de proceswerkblad Zorgplan Kritisch denken?

Beide, Klaar of bijna klaar

Klaar met 2b, begonnen met 3a

Klaar met 3a en begonnen met 2b

Met beide nog niet klaar, welk begonnen

Nog niet begonnen

Is er een opdracht dan?

doel is inventariseren hoever iedereen is, en dat gelijkgestemde groepjes met elkaar hierna gaan samenwerken

Samenwerken

• We hebben net met elkaar geïnventariseerd hoever je bent.
• We gaan groepjes maken van studenten die even ver zijn.
• In dit groepje ga je met elkaar vergelijken wat je al hebt. Je geeft elkaar peerfeedback.
• Is er nog iets wat je aan een medestudent wil vragen?
• Heb je nog niets? Dan ga je een plan van aanpak maken.
• Elkaar van feedback voorzien? Wat wordt je vervolgactie?

Welke wet- en en regelgeving ken je ?

Samenwerken

In het procesformulier Zorgplan kritisch denken wordt je in opdracht 4b gevraagd om te kijken naar de wet- en regelgeving waar je mee te maken hebt in je casus.

Brainstorm met elkaar welke wet- en regelgeving op jouw casus betrekking  hebben.

Opdracht 4b: in de zorg heb je te maken met wet en regelgeving (behandeld bij PVS in de les). Onderzoek met welke wet en regelgeving jouw zorgvrager in aanraking komt.  

Welke vragen/onduidelijkheden zijn er nog?

Zingeving

Lesdoelen:

- je herkent  en verwoordt wat welbevinden, zingeving en verlieservaringen zijn bij jezelf;

- je herkent welbevinden, zingeving en verlieservaringen in een verhaal bij een ander;

- je begrijpt welke attitude en gespreksvaardigheden passen bij aandacht voor zingeving en past die ook toe bij het gesprek met medestudenten;

- je kunt welbevinden, zingeving en verlieservaringen koppelen aan een relevant model dat gebruikt wordt in de verpleegkundige zorg;

- je kunt uitleggen hoe je zingeving kunt integreren in de eerste stappen (diagnose) van het klinisch redeneren en preventie binnen de persoonsgerichte zorg.

De lesdoelen voor bijeenkomst 4 en 5 zijn hetzelfde.

Deze lesdoelen staan centraal in 2 bijeenkomsten:

Deze bijeenkomst:

verwoorden en luisteren -> herkennen.

Volgende bijeenkomst:

werken aan de portfolio opdracht.

                                   Deze bijeenkomst

           Welbevinden    Geluk    Zingeving    Verdriet

Zingeving is datgene dat je doet, denkt of gelooft om betekenis te geven aan je leven.

Er zijn meer definities maar deze is prima te hanteren.

Laat het maar eens even inwerken op de studenten. Vraag eens naar de eerste gedachten die dit oproept.

Belangrijk tijdens deze bijeenkomsten

Wat spreken we af wanneer we het over deze onderwerpen gaan hebben?

Wat vinden jullie belangrijk?

Deel geeltjes uit en laat iedereen iets opschrijven. Plak ze op een flapover, deze kun je de twee bijeenkomsten ophangen.

Laat studenten zelf noemen. Denk bv aan:

• Oprechte aandacht

• Luisterende houding (non-verbaal)

• Niet invullen voor een ander, geen oordeel

• Doorvragen

Vanzelfsprekend: vertrouwelijkheid, ook voor elkaar.

Dan gaan we beginnen!

In de voorbereiding heb je nagedacht over verschillende vragen:

Eerste gesprek:

Wat is geluk voor jou? Wat is een fijne dag? Wat is een goede dag? Wat is het verschil?

Pak een kaart uit het spel die jou aanspreekt en ga in gesprek met je medestudenten.

10 minuten

Wat is geluk, wat is zingeving?

Korte uitwisseling van de reflectievragen 1 en 2 in de peergroepjes. (Uitdaging voor de studenten: luister niet alleen naar wat je ook zelf hebt, maar vooral naar hoe een ander dit beleeft).

Vragen stap 1 (uit voorbereiding thuis):

Wat is geluk voor jou? Wat is een fijne dag? Wat is een goede dag? Wat is het verschil?

Nabespreking kort:

begrippen zingeving en geluk, met een paar voorbeelden uit de klas.

Leg uit dat er verschillende manieren zijn om naar zingeving te kijken. 

Hulpmiddel om te gebruiken is het Diamantmodel van Leget. Licht kort toe.

Vragen kunnen studenten als voorbeelden gebruiken. Laat hen bv een foto maken van deze slide.

Tweede gesprek

Waar gaat het om in het leven voor jou? Wat maakt jouw leven de moeite waard?

Pak 3 kaarten waarmee je de vragen kunt beantwoorden. Je medestudenten luisteren en vragen door.

Tips voor doorvragen:

Waar staat de afbeelding voor? (feiten)

Wat roept de afbeelding bij je op? (gevoelens)

Wat voor betekenis heeft dit voor jou? (betekenis/ zingeving)

Is deze betekenis altijd zo geweest? (biografie)

Hoe zie je dat in de toekomst?

Hoogleraar Humanisme  en Levensbeschouwing Peter Derkx heeft kenmerken van een zinvol leven/zingevingsbehoeften beschreven:

1. doelgerichtheid (leef je ergens naartoe wat je van waarde vindt?)

2. morele rechtvaardiging (is je leven moreel te verantwoorden?)

3. competentie (heb je het gevoel dat je invloed hebt op je leven)

4. eigenwaarde (vind je jezelf de moeite waard?)

5. begrijpelijkheid (heb je een begrijpelijk verhaal over je leven/gebeurtenissen?)

6. verbondenheid ( voel je je verbonden met anderen?)

7. transcendentie (voel je je deel van een groter geheel? Bv religie. Of verlang je hiernaar?

Te gebruiken als inspiratie voor gespreksstof.

Cirkel van verlies

Mönnink, H. de. (2015) Verlieskunde. Amsterdam: Reed Business Education Hfst 3.

Duid aan de hand van dit model (cirkel van verlies) dat verlies niet alleen gaat over het verlies van dierbaren, maar dat verlies in de ruimste zin van het woord kan worden ervaren.

Derde gesprek

Heb je wel eens iets dierbaars verloren? Of iemand die dierbaar is? Wat deed dat met je? Hoe reageerde je?

Pak maximaal 3 kaartjes uit het spel en ga in gesprek. 

Wat steunde je/hielp je overleven? Waar had je behoefte aan?

Let op veiligheid in de klas!

Uitwisselen verlieservaringen, rouw, verschillen in reactie

Kijk vervolgens weer naar de kaartjes op tafel.

Wat steunde je/ hielp je overleven? Kies weer max. 3 kaartjes. Zijn het dezelfde?

Heb je wel eens iets dierbaars verloren? Iemand die dierbaar is? Wat deed dat met je? Hoe reageerde je? 

Aandachtspunten bij dergelijke gesprekken:

Verlies: niet alleen bij overlijden maar bij bv werk, gezondheid, scheiding .....

Rouw: gaat ook over reacties/gedrag bij verlies.

Alles is goed, niets is fout. Geef geen oordeel.

Omgaan met verlies -> gaat over coping. Ieder heeft een eigen stijl.

Voor goede coping zijn gezondheidsvaardigheden en kennis nodig.

Daarna korte nabespreking met docent: Begrippen verlies (breed: niet alleen overlijden, ook bijv. werk gezondheid, etc.) en rouw (reacties/gedrag bij verlies). Benadruk verschillen, niet goed of fout. Geen oordeel. Omgaan met verlies (coping, ev. rouwtaken – artikel Keirse). Ieder eigen stijl, behoeften verschillen. Leg de Zinvinder uit (kaart met cirkel uit de kaartenset: leg de kwadranten uit en de assen en wat dit betekent voor ev. ondersteuning)

Open de portfolio opdracht in Brightspace:

"Zingeving bij een verlieservaring."

Lees deze door. 

Open zelf BS en neem evt plenair door.

Evaluatie

Hoe was het om zo te spreken over geluk, zingeving en verlies? Wat is er nodig om dit te kunnen doen? Hebben we dat gerealiseerd?

Korte plenaire evaluatie.

Morgen nl verder.....

Volgende bijeenkomst

Korte terugkoppeling literatuur

Werken aan portfolio opdracht

Korte presentaties van portfolio opdrachten (= work in progress)