In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
9.4 ziek
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Welkom
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg
Aan het werk
Nabespreken
Volgende les?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Doelen van deze les
Je leert:
hoe je ziek wordt
hoe je geneest
waarvoor je koorts krijgt
wat er gebeurt als je wordt ingeënt
wanneer je de afweer uitschakelt
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
4. (4) Welke huidlaag houdt ziekteverwekkers buiten het lichaam?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
2. (4) Wat zijn antigenen?
A
Genen die bepalen hoe je eruit ziet
B
Stoffen die niet in het lichaam thuis horen
C
Ziekteverwekkers
D
Herkenningssignalen
Slide 17 - Quizvraag
Aan het werk
Wat: Maak de opdrachten van paragraaf 4
Hoe: zelfstandig
Hulp: Na 10 min mag je met je buurman/vrouw overleggen. Komen jullie er beide niet uit dan mag je het aan de docent vragen
Klaar: N.V.T.
Tijd: 30 min
timer
15:00
Slide 18 - Tekstslide
9.4 ziek
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Kiki kreeg waterpokken toen ze zes jaar oud was. Nu is ze 12 jaar en komt ze weer in contact met iemand die waterpokken heeft. Waarom wordt Kiki niet ziek?
Slide 22 - Open vraag
Eigen verdediging
Witte bloedcellen
- Vreetcellen
- Antistofcellen
- (geheugencellen)
Slide 23 - Tekstslide
Vreetcel
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Hulp bij afweer
Immuun worden:
- Besmetting (actieve immuniteit)
- Vaccinatie met antigen (actieve immuniteit)
- Injectie met antistoffen (passieve immuniteit)
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
1. (4) Wat wordt er ingespoten als iemand wordt gevaccineerd?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Antistoffen en antigenen
D
Antibiotica
Slide 31 - Quizvraag
3. (4) Waarom gebruikt iemand antibiotica?
A
Om antigenen af te breken
B
Om bacteriën te doden
C
Om antistoffen af te breken
D
Om schimmels te doden
Slide 32 - Quizvraag
Als je paracetamol slikt, word je sneller beter
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Hoe heten de specifieke eiwitten aan de buitenkant van een cel?
Slide 34 - Open vraag
Hoe heten de stoffen die de witte bloedcel maakt, waardoor de ziekteverwekkers uiteindelijk uitgeschakeld worden?
Slide 35 - Open vraag
Je bent op safari en wordt gebeten door een giftige slang. Gelukkig heeft de gids een serum bij zich die hij direct in je arm spuit. Hierdoor overleef je het. Wat voor soort immunisatie is dit?
A
actief, natuurlijk
B
actief, kunstmatig
C
passief, natuurlijk
D
passief, kunstmatig
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Wat zou jij invullen wanneer je 18 bent op de vraag: Wil je donor worden?