Omrekenen breuken, decimalen en procenten-41

Welkom!
Introductie
Aanwezigheid administratie
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Introductie
Aanwezigheid administratie

Slide 1 - Tekstslide

Verhoudingen
Lesdoel:
Oefenen met 
omrekenen breuken, decimalen en procenten

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we oefenen?
1/2= 50% = 0,5
1/4 = 25% = 0,25
1/8 = 12,5 % = 0,125
etc!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

geef jezelf een cijfer
voor breuken/%/Decimalen

Slide 5 - Woordweb




Lessonup app op je mobiel 

Slide 6 - Tekstslide

Op je mobiel installeren  Lessonup app

Slide 7 - Tekstslide

Van Breuk naar Procent
1/2 = 50%

Slide 8 - Tekstslide

0mrekenen van breuken naar procenten
Hoeveel  procent is 2/5?
100% delen door het onderste getal van een breuk (de noemer) en vermenigvuldigen met het bovenste getal (de teller)

2/5 ->      100% : 5 = 20%      
20% x 2 = 40%
2/5 = 40%

Slide 9 - Tekstslide

3/5 is ______%?
A
10
B
20
C
60
D
40

Slide 10 - Quizvraag

3/8 = _______%?

Slide 11 - Open vraag

7/20 = _______%?
A
7
B
14
C
35
D
70

Slide 12 - Quizvraag

Welk percentage (%) hoort bij welke verhouding(breuk)?
10 %
25%
20%
50%
5%
1/10
1/2
1/5
1/4
1/20

Slide 13 - Sleepvraag

80%
30%
20%
50%
4/5
3/10
1/5
1/2

Slide 14 - Sleepvraag

Van decimaal getal naar breuk
1/2 = 0,5

Slide 15 - Tekstslide

Omrekenen van decimalen naar breuken
 1 decimaal (cijfer achter de komma) geeft het aantal tienden aan.
0,1 = 1/10      0,2 = 2/10 
Een breuk moet je zo klein mogelijk schrijven = vereenvoudigen!

Van de breuk 2/10  kun je de teller en de noemer delen door  2 
2/10 = 1/5



Slide 16 - Tekstslide

Nog even over vereenvoudigen
Een breuk moet je zo klein mogelijk schrijven.
Zie je niet direct door welk getal je kunt delen gebruik dat de volgende tip:
Bij delen gebruik je de volgende cijfers om door te delen:
2,3,5 en 7
Eerst door 2 delen zolang dat lukt, daarna door 3, daarna door 5 en tot slot door 7. 
Gaat dat niet dan kun de breuk niet kleiner maken.
Voorbeeld: 24/36 = 12/18 = 6/9 = 2/3

Slide 17 - Tekstslide

Getal met 2 decimalen
Bij een 2 decimalen spreken we van een honderdste deel. 
Er staat 100 in de noemer.

0,25 = 25/100 = 1/4
0,60 = 60/100 = 3/5
0,75 = 75/100 = 3/4

Slide 18 - Tekstslide

0,2 = __/__?
A
1/5
B
2/5
C
2/10
D
2/100

Slide 19 - Quizvraag

0,45 = __/___?
A
9/20
B
19/20
C
55/100
D
45/100

Slide 20 - Quizvraag

0,36 = ___/___?

Slide 21 - Open vraag

Van breuk naar decimaal getal
1/2 =0,5

Slide 22 - Tekstslide

Omrekenen van breuken naar decimalen
Als je van een breuk een decimaal wilt maken, moet je zorgen dat de noemer van de breuk  een veelvoud van tien wordt (10, 100, 1000, 10.000, etc)

1/25 = 4/100 = 0,04 (we spreken van 4-honderdste deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 4)

3/5 = 6/10 = 0,6  (we spreken van 6-tiende deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 2)

3/8 = 375/1000 = 0,375 (we spreken van 375-duizendste deel)
(noemer en teller vermenigvuldigen met 125)

Slide 23 - Tekstslide

3/25 = 0,__ ?
A
0,3
B
0,03
C
0,12
D
0,012

Slide 24 - Quizvraag

3/20 = 0,____?
A
0,3
B
0,03
C
0,60
D
0,15

Slide 25 - Quizvraag

1/8 = 0,_____?

Slide 26 - Open vraag

Van decimaal getal naar procent

Slide 27 - Tekstslide

Omrekenen van decimalen naar procenten
0,01 = 1/100 = 1 %  (een honderdste deel)
Vermenigvuldig het decimale getal met 100 om het percentage te krijgen.
0,65 = 65%
0,065 = 6,5%
0,0065 = 0,65%
6,5 = 650% want 100% = 1 
6,5 x1 = 6,5   6,5 x 100% = 650%

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel procent is 0,87?
A
8,7%
B
87%
C
0,87%
D
870%

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel procent is 0,225?

Slide 30 - Open vraag

Hoeveel procent is 0,005?
A
0,5%
B
2%
C
5%
D
20%

Slide 31 - Quizvraag

Van procenten naar decimaal getal
48% = 0,48

Slide 32 - Tekstslide

Omrekenen van procenten naar decimalen
Procent (%) betekent ' van de honderd'
Deel het percentage door 100 om het decimale getal te krijgen.
15% = 15/100 = 15 : 100 = 0,15
1,5% = 1,5/100 =  1,5 :100 = 0,015
150% = 150/100 = 150 : 100 = 1,5  
1500% = 1500/100 = 1500 : 100 = 15          

Slide 33 - Tekstslide

Hoe schrijf je 5% als decimaal
A
0,5
B
0,05
C
0,50
D
0,005

Slide 34 - Quizvraag

Hoe schrijf je 32,5% als decimaal?

Slide 35 - Open vraag

Hoe schrijf je 15% als decimaal?
A
0,15
B
1,5
C
0,015
D
15

Slide 36 - Quizvraag

Hoe schrijf je 75% als breuk?
A
75/1000
B
75/100
C
3/40
D
3/4

Slide 37 - Quizvraag

Omrekenen van procenten naar breuken
Een procent is zoveel honderdste deel
75% = 75/100
Dit kun je nog vereenvoudigen door de teller en de noemer allebei te delen door 25
75/100 = 3/4

Slide 38 - Tekstslide

Hoe schrijf je 65% als de eenvoudigste breuk?

Slide 39 - Open vraag

Hoe schrijf je 0,375 als breuk?
A
1/12
B
4/12
C
3/8
D
5/8

Slide 40 - Quizvraag

Wat heb je geleerd
van deze les?

Slide 41 - Woordweb

Geef een tip en een top over deze les!

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Link