spelling interpunctie

Nederlands
waar denk je aan bij dit gedicht?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
waar denk je aan bij dit gedicht?

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij t gedicht van Ted van Lieshout?

Slide 2 - Woordweb

spelling: interpunctie

Slide 3 - Tekstslide

inhoud les
nakijken
boekenpitch
geef je titel door!!!
interpunctie
schrijven

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk nakijken
Controle: Laat je schrift zien: opdr. 2-5 (p. 157)

Slide 5 - Tekstslide

Interpunctie
komma
dubbele punt
aanhalingstekens

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 7 - Woordweb

Heb jij je huiswerk al af - Eline?
Welk leesteken hoort op de plaats van het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
punt

Slide 8 - Quizvraag

Stop eens - ik heb een lekke band!
Welk leesteken hoort op de plek van het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
uitroepteken

Slide 9 - Quizvraag

We eten elke dag twee stuks fruit - dat is gezond.
Welk leesteken hoort bij het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
punt

Slide 10 - Quizvraag

Dubbele punt:
Bij een opsomming, toelichting en bij een citaat.

Ik spreek vier talen: Spaans, Duits Nederlands en Grieks.
Ik heb liever niet dat je te laat komt: dat houdt de les op.
Vader zei: "Ruim de borden vast even af".


Deze dubbele punt kun je vervangen door "want"

Slide 11 - Tekstslide

Maak opdracht 1 (p. 185)
Schrijf de zinnen over!

Slide 12 - Tekstslide

Directe en indirecte rede
Directe en indirecte rede zijn manieren om een uitspraak van iemand weer te geven.
Je spreekt van directe rede  als je een citaat weergeeft. 
  • Vader zei: "Ruim de borden vast even af".
Je spreekt van indirecte rede wanneer de iemand niet direct aanhaalt
  • Vader zei dat we de borden vast even af moeten ruimen.

Slide 13 - Tekstslide

Zet om in de indirecte rede:
Ze zei: "Ik doe het allemaal wel zelf".

Slide 14 - Open vraag

Maak opdr. 2, 3 en 5 (p. 185)

Slide 15 - Tekstslide

Boekenpitch
Om je te helpen een boek te kiezen presenteer ik vanaf deze week regelmatig een boektitel.

Slide 16 - Tekstslide

in t kort:
Ontwikkelingsroman
pubers
kamp organiseren 
(animatieteam)
eerste zelfstandige reis
Amerika
Grote Liefde

Slide 17 - Tekstslide

boektitel
Geef je boektitel: boek 4 vandaag voor 17:00 aan mij door via de (Magister-)mail. Kies je boek uit op: lezenvoordelijst.nl (niveau 1-3) 12-15 jaar.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven (15m)
Schrijf een korte scène (100 woorden) tussen tenminste twee personages, die met elkaar in gesprek zijn. 
Beschrijf in die scène ook wat het ene personage van het andere personage denkt. 

Gebruik in je tekst tenminste driemaal de directe rede.   

Slide 19 - Tekstslide

Een voorbeeld:
"Wij vieren ook geen Kerstmis", wierp Prudence haar overgrootmoeder tegen. "Ja, dat klopt", verzuchtte oma Betsy. Ze kwam overeind en staarde in de verte. De stilte die ze liet vallen voelde ongemakkelijk. Was ze weer aan het wegdromen? "Oma, wat is er?" (uit: Chris Houtman, Het geheim van de Gouden Regen)

Slide 20 - Tekstslide

Schrijven (5m)
Je hebt een korte scène tussen tenminste twee personages, die met elkaar in gesprek zijn geschreven. 

Zet nu je tekst om in de indirecte rede.

Slide 21 - Tekstslide

Vergelijk de twee teksten

Slide 22 - Tekstslide