Phrasal verbs
How have you studied the phrasal verbs for today?
1 / 20
Onderdelen in deze les
How have you studied the phrasal verbs for today?
Slide 1 - Woordweb
True or false?
To be good in
To be good in
A
True
B
False
Slide 2 - Quizvraag
Wat moet het wel zijn?
Slide 3 - Open vraag
Translate voor iemand zorgen
Slide 4 - Open vraag
True or false?
To push over
To push over
A
True
B
False
Slide 5 - Quizvraag
Translate doordenken
Slide 6 - Open vraag
Translate geïnteresseerd zijn in
Slide 7 - Open vraag
Translate terugnemen
Slide 8 - Open vraag
Translate in elkaar zetten
Slide 9 - Open vraag
True or false?
Hand over betekent overhandigen
Hand over betekent overhandigen
A
True
B
False
Slide 10 - Quizvraag
True or false?
Leave behind betekent uitdelen
Leave behind betekent uitdelen
A
True
B
False
Slide 11 - Quizvraag
Translate doorverbinden
Slide 12 - Open vraag
Translate rondduwen
Slide 13 - Open vraag
Translate ruikt als
Slide 14 - Open vraag
Translate terugbrengen
Slide 15 - Open vraag
Translate doorgaan
Slide 16 - Open vraag
Translate grootbrengen
Slide 17 - Open vraag
True or false?
Return back
Return back
A
True
B
False
Slide 18 - Quizvraag
True or false?
Look something up
Look something up
A
True
B
False
Slide 19 - Quizvraag
Translate afsnijden
