2TH Woordsoorten - bijw. en onbep. vnw.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Grammatica Woordsoorten

bijwoord (bijw) & onbepaald voornaamwoord (onbep vnw)

• weet ik wat een bijwoord is.
• weet ik wat een onbepaald voornaamwoord is.
• kan ik het bijwoord en het onbepaald voornaamwoord in een zin benoemen.

Aan het eind van de les........

Wat weet je nog?

Hoofdtelwoord en rangtelwoord

Benoem het telwoord.

Ben jij de middelste leerling op deze foto?

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Benoem het telwoord.

De Tweede Wereldoorlog begon in Nederland in 1940.

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Benoem het telwoord.

De Tweede Wereldoorlog begon in Nederland in 1940.

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Benoem de voegwoorden.

Zodra Elise thuiskomt, smijt ze haar tas weg en trekt ze haar sloffen aan.

BIJWOORD (bw)

Plaats:

daar / ergens / nergens / er

Tijd:

's morgens / toen / soms / nu / gauw

Vaaaage woordjes:

wel / toch / ook / niet / misschien

Vraagwoorden:

waarom / waar / wanneer / waardoor / waarmee / hoe

Let op!

Let op! Verwar het niet met het vragend voornaamwoord!

Zegt iets over..

- een ww > De scooter rijdt hard

- een ander bijwoord > Hij loopt enorm snel.

- een bijv. nw > De puppy is heel erg lief. (let op! Niet door elkaar halen, het bijv. nw zegt iets over het zn)

Zoek het bijwoord:

Morgen geef ik een feestje.

1. morgen
2. geef
3. een
4. feestje

Zoek de bijwoorden

Als je daar rechtsaf gaat, kom je bij het feest.

1. je
2. rechtsaf
3. daar
4. bij

Benoem het bijwoord

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.

1. mijn
2. huiswerk
3. niet
4. gemaakt

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?

Wij kwamen gisteren plotseling in een sneeuwstorm terecht.

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?

Jij maakt soms je huiswerk, toch?

ONBEPAALD VOORNAAMWOORD

(onbep. vnw.)

Een onbepaald voornaamwoord wijst een persoon of zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt

Voorbeelden:

iemand, niemand, iedereen, men, menigeen, het, (zo)iets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e). 

Benoem het onbepaald voornaamwoord in onderstaande zin.

Er kwam een meneer aan de deur, die ons iets wilde verkopen.

Benoem het onbepaald voornaamwoord in onderstaande zin.

Er kwam een meneer aan de deur, die ons iets wilde verkopen.

Benoem de onbepaalde voornaamwoorden in onderstaande zin.

Men verwachtte veel mensen bij de demonstratie, maar er kwam bijna niemand.

aanw. vnw.

vr. vnw.

onbep. vnw.

wie

iets

zulke

men

die

iemand

welke

alles

niets

dit

zo'n 

Aan de slag!

Maak het werkblad 'bijwoord en onbepaald voornaamwoord'. 

Klaar? 

Zet voor jezelf alle woordsoorten op een rijtje.

In hoeverre heb je het lesdoel gehaald:
Ik kan het bijwoord en het onbepaald voornaamwoord in een zin benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Heb je nog vragen/opmerkingen voor de volgende les?

Huiswerk

• Werkblad bijwoord en onbepaald voornaamwoord
• Werk verder aan de vlog.

Snap je iets niet? - Stel je vragen via Teams, zodat ik je verder kan helpen!