H7.3

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. iPad moet in de tas blijven
Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. iPad moet in de tas blijven
Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen

Slide 1 - Tekstslide

Ga zitten op de plek van je plattegrond
Pak je schrift, rekenmachine en kom in de lesson up
timer
1:30
Zorg dat je spullen op tafel liggen. iPad moet in de tas blijven
Zit je niet klaar om te beginnen = te laat briefje halen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • 7.3
  • Aan de slag
  • Terugblik en afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat het verschil is tussen directe en indirecte belastingen
timer
1:30

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat een begrotingstekort en begrotingsoverschot is
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid kan ingrijpen bij een begrotingstekort
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland gebaat is bij het zich houden aan de Europese begrotingsregels

Slide 5 - Tekstslide

Is de Rijksbegroting in balans?
  • Begrotingsoverschot: de inkomsten zijn groter dan de uitgaven

  • Overheidsschuld: de overheid kan het overschot gebruiken om de schuld af te lossen
  • Begrotingstekort: de inkomsten zijn kleiner dan de uitgaven

  • Overheidsschuld (staatsschuld): de overheid leent geld om begrotingstekort op te lossen
     
  • Rentelasten overheidsschuld: rente die betaalt moet worden over de schuld


Slide 6 - Tekstslide

Oefenvraag
Bereken het begrotingssaldo van de Nederlandse overheid in 2021. Geef aan of dit gaat om een begrotingsoverschot of tekort?
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zou je een begrotingstekort op kunnen lossen?

Slide 8 - Woordweb

Hoe los je een begrotingstekort op?
  • Inkomstenkant: belastingverhoging, daardoor nemen de belastinginkomsten toe

  • Uitgavenkant: bezuinigen. Door minder geld uit te geven, nemen de uitgaven af

Wordt er niets gedaan, dan zal de overheidsschuld toenemen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is de rol van Europa?
  • Nederland is lid van de Europese Monetaire unie (EMU). Dit is de groep landen die met de euro betaalt

In het stabiliteits- en groeipact staan de afspraken van de EMU:
  • Begrotingstekort moet kleiner zijn dan 3% van het bbp.
  • Overheidsschuld moet kleiner zijn dan 60% van het bbp

Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale productie van een land bij elkaar opgeteld

Houdt een land zich niet aan de afspraken, dan kan het land in
financiële problemen komen, wat de stabiliteit van de EMU in gevaar kan brengen

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Wat ga je doen?
  • Opdrachten paragraaf 7.3
    21 tot en met 29
Hoe ga je aan het werk?
  • Werk alleen of in tweetallen
  • Let op de tijd!
  • Heb je een vraag? Steek dan je hand op
Ben je klaar?
  • Lees paragraaf 7.3 rekenen met indexcijfers en bekijk het voorbeeld (blz. 211)
  • Bezig met ander huis- en leerwerk

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat een begrotingstekort en begrotingsoverschot is
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid kan ingrijpen bij een begrotingstekort
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland gebaat is bij het zich houden aan de Europese begrotingsregels

Slide 13 - Tekstslide

In welke mate zijn de leerdoelen behaald
0100

Slide 14 - Poll

Afsluiting & terugblik
Huiswerk:
  • Lees 'rekenen met indexcijfers'
  • Bekijk het voorbeeld 'rekenen met indexcijfers'

Volgende les:
  • Paragraaf 7.3 indexcijfers

Slide 15 - Tekstslide