Bi4M4 evolutie

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?
Beagle
Galapagos eilanden
wereldreis
vinken
On the origin of species by means of natural selction
veredelen
kunstmatige selectie
1 / 31
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welke onderdelen horen bij Charles Darwin?
Beagle
Galapagos eilanden
wereldreis
vinken
On the origin of species by means of natural selction
veredelen
kunstmatige selectie

Slide 1 - Sleepvraag

Deze les:
leerdoelen
uitleg evolutie en natuurlijke selectie
werken aan de opdrachten evolutie
doelencheck
vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les:
Na deze les kan je:
  • vertellen wat de evolutietheorie inhoud en wie deze heeft bedacht, vertellen welke 3 factoren van belang zijn bij de evolutie theorie en dus uitleggen wat natuurlijke selectie inhoud.
  • vertellen wat het verband tussen erfelijkheid en evolutie is.

Slide 3 - Tekstslide

H4 Evolutietheorie
Je zou kunnen zeggen dat evolutie erfelijkheid is over een heeeeele lange periode. 

Slide 4 - Tekstslide

H4 Evolutietheorie
Je zou kunnen zeggen dat evolutie erfelijkheid is over een heeeeele lange periode. 

Slide 5 - Tekstslide

4

Slide 6 - Video

01:45
De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

02:13
De vacht kleur is erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

02:40
De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

03:06
Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

De kleur van de vacht van de beren noem je een variatie
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De vacht kleur is erfelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

De ontstane erfelijke variatie (door bijvoorbeeld mutatie) heeft een voordeel m.b.t. het overleven van de soort.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Darwin heeft dus de evolutie theorie bedacht, moet je die geloven?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Wat wel moet is dat je de evolutietheorie kent en weet wie het heeft bedacht. 
We voeren er dus geen discussie over of het wel of niet zo is, maar we leren hem wel toepassen. 

Slide 15 - Tekstslide

De 3 factoren van de evolutie theorie
Om nieuwe soorten te laten ontstaan (dus evolutie te laten plaatsvinden) heb je een aantal dingen nodig:
1. variatie in fenotype
2. de variatie is erfelijk, ontstaan door een mutatie.
3. Er is een bepaalde variatie die beter is aangepast op de omgeving. 
Hierdoor vindt er (natuurlijke) selectie (= survival of the fittest) plaats. 

Slide 16 - Tekstslide

Wie?
Darwin is de bedenker van de evolutie theorie. "Origin of species" (het ontstaan van soorten). "Suvival of the fittest"

Slide 17 - Tekstslide

Soorten? 
Om te weten hoe nieuwe soorten ontstaan moet je eerst weten wat een soort is. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is juiste omschrijving van een soort?
A
alleen organismen van dezelfde soort kunnen zich voorplanten en leven in hetzelfde gebied.
B
alleen organismen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.
C
alle organismen van dezelfde soort hebben hetzelfde genotype
D
alle organisme van dezelfde soort hebben hetzelfde fenotype

Slide 19 - Quizvraag

een deel van soort is beter aangepast aan de omgeving door een erfelijke variatie en kan daardoor voor meer nakomelingen zorgen . Hoe noemen we dit?
A
een nieuwe soort
B
natuurlijke selectie
C
veredelen en kruisen

Slide 20 - Quizvraag

Evolutie versnellen
Dit kan op kunstmatige wijze door veredelen en kunstmatige selectie. Dit wordt door mensen gedaan met dieren en planten. Hierbij ontstaat niet direct nieuwe soorten, maar wel rassen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waar of niet waar? De evolutietheorie zegt dat de mens uit een chimpansee is ontstaan. Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Woordweb

Aan wie zijn wij het nauwst verwant?
A
orang-oetan
B
gibbon-aap
C
gorilla
D
bonobo

Slide 24 - Quizvraag

verwantschapsschema
Ik bespreek de verwantschapsschema uit het boek. 
(pagina 163-164)

Slide 25 - Tekstslide

Voorouders A en B zijn dus dood

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat ga je doen? 
maken examenopdrachten  erfelijkheidsboekje
Hoe? zoek je plekje: een van  de andere kleinere groepjes
Hulp? vraag in de kleinere groepjes eerst je groepsgenoten, lukt dat niet dan vraag je mij,  Theorie staat op in get boek of bekijk uitlegfilmpjes op de studiewijzer.
Tijd? ong 20 minuten
Uitkomst? opdrachten zijn beantwoord
Klaar? maak een begrippen lijst. 

Slide 29 - Tekstslide

In hoeverre begrijp jij de evolutie theorie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

In hoeverre kun jij aangeven wat de samenhang is tussen erfelijkheid (h11) en evolutie (H12) is
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll