Diabetes

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Diabetes
A
ziekte met teveel honing in het bloed
B
ziekte waarbij afbraak van cellen plaatsvind
C
ziekte waarbij het lichaam het bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden
D
ziekte van de spijsvertering

Slide 2 - Quizvraag

Welk nummer
is de alvleesklier
A
2
B
4
C
3
D
6

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de officiële benaming voor suikerziekte?
A
Diabetes Type 1
B
Diabetes Type 2
C
Diabetes Naxon
D
Diabetes Mellitus

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekend ''Diabetes Mellitus''?
A
Stroperige doorstroming
B
Mierzoete doorstroming
C
honingzoete stroperigheid
D
honingzoete doorstroming

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn veel voorkomende klachten bij diabetes?
A
Meer eetlust en dorst
B
Gewichtsverlies
C
Wazig zien
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is waar over diabetes type 2?
A
Mensen die diabetes type 2 moeten zichzelf insuline toedienen, vaak door middel van injecties
B
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan of de insuline kan zijn werk niet meer goed doen
C
De BeweegKuur zich zich niet richt op mensen met diabetes type 2
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Een oorzaak van diabetes mellitus is erfelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Diabetes Mellitus is een aandoening die te maken heeft met het
A
Zenuwstelsel
B
hormoonstelsel

Slide 9 - Quizvraag

Met diabetes mellitus heb je een verhoogde kans op?
A
eczeem
B
hartproblemen
C
osteoporose
D
benauwdheid

Slide 10 - Quizvraag

De te lage bloedsuikerspiegel bij diabetes mellitus wordt veroorzaakt door overmatige voedsel opname.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De te hoge bloedsuikerspiegel bij diabetes mellitus wordt veroorzaakt door een te geringe werking van insuline.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Bij diabetes mellitus is er sprake van een te lage suikerspiegel in de urine.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Op welke manier kun je de diagnose diabetes stellen?
A
Bloedsuiker meten
B
Bloeddruk en bloedsuiker meten
C
Controle van urine
D
Urine en bloedsuikerwaarde controleren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de normale bloedsuikerspiegelwaarde

Slide 15 - Open vraag

Kenmerken van een hyper zijn

Slide 16 - Open vraag

Waar injecteer je bij voorkeur de langwerkende insuline?
A
bovenbeen
B
bovenste buitenste bil kwadrant
C
boven de navel in de buik
D
onder de navel in de buik

Slide 17 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om injectieplaatsen te wisselen

Slide 18 - Open vraag


A

Slide 19 - Quizvraag

Bij type 2 is de behandeling
A
Dieet, leefstijl en insuline
B
Dieet, tabletten en insuline
C
Dieet en leefstijl
D
Dieet, leefstijl en tabletten

Slide 20 - Quizvraag

De kenmerken van een hypo zijn

Slide 21 - Open vraag

Welke injectietechniek gebruik je bij het injecteren van insuline

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide