Grammatica - ng/wg + herhaling vzv

Welkom!
Grammatica:
  • Het gezegde (huiswerk)
  • Oefenen met zinsontleding




1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Grammatica:
  • Het gezegde (huiswerk)
  • Oefenen met zinsontleding




Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Opd. 1 en 2 (blz. 89)

Slide 3 - Tekstslide

Opd. 1, blz 89. Noteer het wg.
1. De directeur van het dancefestival heeft de bezoekers gewaarschuwd voor drugs.
  • wg = heeft gewaarschuwd,  zww= gewaarschuwd

2. In de smalle steegjes van de oude stad Bologna kun je leuke souvenirs kopen.
  • wg = kun kopen, zww = kopen

3. De jeugdige brandstichter moest een taakstraf van 480 uur uitvoeren.
  • wg = moest uitvoeren, zww = uitvoeren

Slide 4 - Tekstslide

Opd. 1, blz 89. Noteer het ng.
1. Waarom zijn de verkiezingen in Amerika in 2016 zo grimmig geweest?
  • ng = zijn [zo grimmig] geweest, naamwoordelijk deel = zo grimmig

2. De directeur van de basisschool zou veel liever burgemeester worden.
  • ng = zou [burgemeester] worden

3. Al in 1960 bleek de jonge Muhammad Ali een onoverwinnelijke bokskampioen.
  • ng = bleek [een onoverwinnelijke bokskampioen] 

Slide 5 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
1. Over de resultaten van de ploeg | was | 
de coach | niet tevreden.

  • pv = was
  • ow = de coach
  • gezegde --> zijn-betekenis
  • ng = was [niet tevreden] 

Let op! Het naamwoordelijk deel zeg je tussen haken!

Stappenplan zin ontleden:
- zinsdele- pv 
- ow
- gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
-vzv, lv, mv, bwb...

Slide 6 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
2. Hoe vaak worden daders op heterdaad betrapt door de politie?

  • pv = 
  • ow = 
  • gezegde --> zijn- of doen betekenis?
  • wg/ng = 



Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
  • vzv, lv, mv, bwb...

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Optie 1
Snap je hoe het gezegde werkt? 
Kijk opd. 3 zelf na (kopietje voorin).
Maak opd. 4 op blz. 89.

Optie 2
Vind je het gezegde nog lastig?
Doe mee met de bespreking van de rest.

Slide 8 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
3. Gelukkig | is | mijn kleine broertje | nog nooit |van de trap | gevallen.

  • pv = 
  • ow = 
  • gezegde --> zijn- of doen betekenis?
  • wg/ng = 



Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
  • vzv, lv, mv, bwb...

Slide 9 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
4. Tot verbijstering van de fans | bleek | de zangprestatie van de band | schrikbarend. 

  • pv = 
  • ow = 
  • gezegde --> zijn- of doen betekenis?
  • wg/ng = 



Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
  • vzv, lv, mv, bwb...

Slide 10 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
5. Ondanks de tegenvaller | zou | je | niet zo chagrijnig | moeten blijven.

  • pv = 
  • ow = 
  • gezegde --> zijn- of doen betekenis?
  • wg/ng = 



Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
  • vzv, lv, mv, bwb...

Slide 11 - Tekstslide

Opd. 3, blz. 89.
6. In september | is | mijn zusje Judy | voor de vierde keer moeder | geworden.

  • pv = 
  • ow = 
  • gezegde --> zijn- of doen betekenis?
  • wg/ng = 



Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde: zijn- of doen-betekenis?
- zijn >> ng, noteer ww en naamwoordelijk deel
- doen >> wg, noteer ww
  • vzv, lv, mv, bwb...

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Optie 1
Snap je hoe het gezegde werkt? 
Kijk opd. 3 zelf na (kopietje voorin).
Maak opd. 4 op blz. 89.

Optie 2
Vind je het gezegde nog lastig?
Doe mee met de bespreking van de rest.

Slide 13 - Tekstslide

Pauze
Lestijden:
  • 9:00-9:45 
  • Pauze
  • 10:00-10:40

Slide 14 - Tekstslide

Opd. 5
1. Ik zal in de nabije toekomst ongetwijfeld een tijdje 

in een woonboot wonen.

2. Wanneer biedt deze sportclub alle vrijwilligers een 

feestavond aan in de nieuwe kantine?

3. Na dit teleurstellende seizoen zal PSV vermoedelijk 

de trainer ontslaan.

Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde
  • vzv
  • lv
  • mv
  • bwb

Slide 15 - Tekstslide

Het gezegde
Peuterpraat

Een tweejarige peuter kan praten, maar spreekt nog niet zo heel goed Nederlands.

Een peuter zegt bijvoorbeeld:

  • mama lief
  • ikke eten

Slide 16 - Tekstslide

Het gezegde
Opdracht: peuterzinnetjes

  1. Verdeel de kaartjes in twee gelijke groepen. 
  2. Kijk goed naar de betekenis van de hele zinnetjes, dus niet alleen naar de betekenis van het eerste of het tweede woord! 

Slide 17 - Tekstslide

mama lief
popje stout
meloen bah
snoepje lekker
broertje boos
papa slapen
Tommie lachen
tante zingen
hondje blaffen
treintje tsjoektsjoek
Welk woord moet er tussen de twee woorden staan om de betekenis uit te drukken?

(dus mama … lief en papa … slapen).
  • mama is lief
  • papa doet slapen

Slide 18 - Tekstslide

De basis van alle zinnen
Alle zinnen hebben één van deze twee betekenissen:

zijn

of

doen

Slide 19 - Tekstslide

Het gezegde
Bij zinnen met een doen-betekenis is het kernwoord een werkwoord.
Papa gaat lekker slapen.
het werkwoord 'slapen' = de kern
= werkwoordelijk gezegde

Bij zinnen met een zijn-betekenis is het kernwoord een naamwoord.
De pop was stout.
Het bijvoeglijk naamwoord 'stout' = kern
= naamwoordelijk gezegde
Let op: er staan ook nog andere werkwoorden in het gezegde!

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opd. 5 op blz. 245 af.
Maak opd. 1 en 2 op blz. 89.


= huiswerk voor volgende les

Slide 21 - Tekstslide


Hoeveel rollen heeft 'feliciteren'?
1
2
3

Slide 22 - Poll


Jouw zin met 'feliciteren'.

Slide 23 - Open vraag

Leesboek
Elke maandag: leesboek mee!

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk grammatica: 
  • maak de ontleding van de zinnen van opd. 1 af.

Elke les: lesboek + schrift mee!
Elke maandag: leesboek mee.

Slide 25 - Tekstslide

Brainstormen over jouw verhaal
  1. Er is een hoofdpersoon. Deze wil iets: hij heeft een doel, wens of een probleem.
  2. Hij moet in actie komen om doel te behalen of probleem op te lossen.
  3. Hij ondervindt weerstand (mensen die tegenwerken of obstakels).
  4. Er komen beschermers of helpers.
  5. Na allerlei gebeurtenissen nadert hij zijn doel. Tot het laatst blijft het spannend.
  6. Hij bereikt zijn doel/lost het probleem op. Of het loopt niet goed af!
Opdracht
  • Maak een plan voor jouw misdaadverhaal. 
  • Verzin in ieder geval stap 1, verdere stappen uitwerken mag ook.
  • Schrijf op in steekwoorden.

Slide 26 - Tekstslide


Is het een vzv?
In een moeilijke situatie moet je op jezelf vertrouwen.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Planning
t/m 6 april Sollicitatieproject
Vanaf 11 april Literatuur
17 april t/m 6 mei Meivakantie
2 juni Creatieve schrijfopdracht (PO)
Toetsweek (22-28 juni) Repetitie literatuur

Verder: leesboek lezen!

Slide 28 - Tekstslide

Deel 1 - solliciteren en vacatures
Werk alleen. Overleggen mag.
Zoek op ELO het document 'Sollicitatieproject' op.
Maak in je Drive een map aan voor het sollicitatieproject (in je map Nederlands).
Maak daarin een document aan en werk de opdrachten van blz. 4 t/m 7 uit.

Slide 29 - Tekstslide