IH Lesweek 7: les 1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Internationale HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt de verschillende tussenpersonen met hun taken die in de internationale handel ingeschakeld kunnen worden. 
  • Je weet welk transportdocument bij een bepaalde transportmodaliteit wordt gebruikt.  

Slide 2 - Tekstslide

Tussenpersonen transport
Bekijk de volgende filmpjes over de tussenpersonen en geef per beroep aan wat de hoofdtaken zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Een vertegenwoordiger van de rederij in de haven.
A
stuwadoor
B
cargadoor
C
expediteur
D
verpakker

Slide 7 - Quizvraag

Deze tussenpersoon is verantwoordelijk voor het laden en lossen van het schip.
A
cargadoor
B
verscheper
C
expediteur
D
stuwadoor

Slide 8 - Quizvraag

Formulieren voor onderweg
1. Voor wegvrachtvervoer gebruiken we een CMR vrachtbrief.

2 Voor vrachtvervoer per spoor gebruiken we een CIM of ISV.

3. Voor luchttransport gebruiken we een AWB.

4. Voor vervoer over het water gebruiken we een BL.


Slide 9 - Tekstslide

Vervoersdocument 
  • AVC: voor wegvervoer binnen Nederland. 
  • CMR: voor internationaal wegvervoer.  

Slide 10 - Tekstslide

CMR vrachtbrief

Voor wegvrachtvervoer gebruiken we een CMR vrachtbrief.
Dit standaard document wordt gebruikt door alle wegvervoer in Europa, dit document staat voor een afspraak tussen opdrachtgeven en vervoerder. Daarnaast regelt het de aansprakelijkheid, informatievoorziening over de lading, bewijs van ontvangst en de informatie voor de belastingdienst.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

CIM vrachtbrief
De CIM vrachtbrief bestaat uit 5 onderdelen:
 1. adres van de geadresseerde, 
2. afrekenblad met alle kosten erop
3. afkomstblad wat gebruikt wordt bij de douane
4. duplicaatvrachtbrief die de afzender ontvangt bij aankomst 
5. een verzendnota die op het station worden bewaard.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

AWB luchtvrachtbrief
Een Airway Bill is de luchtvrachtbrief. Dit is een bewijs van vervoersovereenkomst tussen afzender en ontvanger.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

BL vrachtbrief
Een Bill of Lading is het vervoersdocument voor vervoer per schip.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Noem 5 vormen van extern transport (modaliteiten)

Slide 19 - Open vraag

Wegvervoer
Luchtvracht
Zeevervoer
Treinvervoer
CMR 
Bill of lading
CIM vervoersovereenkomst
Airway bill

Slide 20 - Sleepvraag

Welke document moeten we gebruiken we bij internationaal wegvervoer?
A
AVC
B
CMR
C
Connossement
D
Pakbon

Slide 21 - Quizvraag

Het transportdocument dat gebruikt wordt voor vervoer per spoor.
A
CMR
B
CIM
C
AWB
D
B/L

Slide 22 - Quizvraag

Opdrachten
Opdrachten ter verwerking staan op It's Learning.

Slide 23 - Tekstslide

Excursie
Bedenk een leuke excursie in Nederland op het gebied van Internationale handel waar jullie naartoe zouden willen gaan. 

Slide 24 - Tekstslide

Tussenpersonen bij transport

Slide 25 - Tekstslide

Tussenpersonen
  • Rederij:  dit is een scheepvaartbedrijf, deze kan tegen betaling goederen of personen vervoeren. 
  • Transporteur: dit is de vervoerder. De afzender schakelt de transporteur in om de goederen te verzenden.
  • Cargadoor: is verantwoordelijk voor het in ontvangst nemen van de lading in de haven en regelt de belangrijkste vervoersdocumenten. 
  • Stuwadoor: is verantwoordelijk voor het laden en lossen van het schepen. 

Slide 26 - Tekstslide

Tussenpersonen
  • Expediteur:  sluit namens de verzender een vervoersovereenkomst met de vervoerder. 
  • Douane-expediteur: een expediteur die ook op de hoogte is van de regels en procedures bij douaneprocessen.
  • Groepage-expediteur: maakt een groot ladingspakket van meerdere kleine verzendingen en onderhandelt met vervoerders over gunstige prijzen voor zijn klanten. 

Slide 27 - Tekstslide

Eigen transport vs transport derden
Waarom eigen transport?
  • Bij kleine hoeveelheden en kortere afstanden. 
  • Soms is eigen transport goedkoper dan transport door derden.
  • Je bent flexibeler als je zelf transporteert. 
  • Je behoudt de controle. 

Slide 28 - Tekstslide