H2 Samen

Hoofdstuk 2 Buiten
- Lezen: Hoofdzaken en bijzaken
- Schrijven: teksten schrijven voor een werkstuk
- Kijken en luisteren: Aantekeningen
- Spreken en gesprekken: hoofdzaken navertellen
- Woordenschat: figuurlijk taalgebruik
- Taalverzorging: woordsoorten
- Taalverzorging: Samengestelde zinnen maken
- Taalverzorging: Hoofdletters en leestekens




1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Buiten
- Lezen: Hoofdzaken en bijzaken
- Schrijven: teksten schrijven voor een werkstuk
- Kijken en luisteren: Aantekeningen
- Spreken en gesprekken: hoofdzaken navertellen
- Woordenschat: figuurlijk taalgebruik
- Taalverzorging: woordsoorten
- Taalverzorging: Samengestelde zinnen maken
- Taalverzorging: Hoofdletters en leestekens




Slide 1 - Tekstslide

Lezen: Hoofd- en bijzaken
Leerdoel:
Je leert hoofd- en bijzaken herkennen in een tekst.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Hoofd- en bijzaken
Wat zijn hoofdzaken?
  1. De belangrijkste onderdelen van de tekst

Wat zijn bijzaken?
  1. Dingen die niet belangrijk zijn. Bijvoorbeeld voorbeelden of een uitleg

Waar vind je de hoofdzaken van een tekst?
  1. In de inleiding en het slot 
  2. En in de eerste en laatste zin van de alinea


Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten maken
Tekst oefenen: Een kind hoort niet thuis in een restaurant
......:16x9+1=

Online maken: opdrachten Lezen

Slide 5 - Tekstslide

Schrijven: Teksten schrijven voor een werkstuk 
Leerdoel:
Je leert een tekst schrijven voor een werkstuk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Teksten schrijven voor een werkstuk
Op school maak je af en toe een werkstuk. 
In elk hoofdstuk geef je informatie over een deelonderwerp. 
Die informatie vind je in bronnen, bijvoorbeeld in boeken, in kranten of op internet. 
Je mag informatie niet overschrijven. 
Je moet de gevonden informatie zo veel mogelijk in je eigen woorden weergeven.  

Slide 8 - Tekstslide

Zo schrijf je een tekst voor een werkstuk:

- Markeer belangrijke of interessante informatie. Let daarbij op de hoofdzaken.
- Schrijf de informatie in je eigen woorden op:
- Zoek de betekenis op van moeilijke of onbekende woorden.
- Vervang woorden die jij nooit gebruikt door makkelijkere woorden.
- Maak goede, niet te lange zinnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat markeer je in een tekst waarvan je informatie wilt gebruiken voor een werkstuk
A
het onderwerp
B
moeijke woorden
C
de hoofdzaken
D
de betekenissen

Slide 10 - Quizvraag

Welke woorden moet je vervangen in een tekst?
A
woorden die vaak voor komen in de tekst
B
Moeijke of onbekende woorden
C
de deelonderwerpen
D
de gemarkeerde woorden

Slide 11 - Quizvraag

Opdrachten maken
Online maken: opdrachten Schrijven
.....:15x9+1=

Slide 12 - Tekstslide