V2-T3.5 immuunsysteem

V2 - 3.5-immuunsysteem
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

V2 - 3.5-immuunsysteem
Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij een allergie.

.

Slide 1 - Tekstslide

Weten jullie hoe je ziek wordt?

Slide 2 - Woordweb

Hoe wordt je ook alweer  besmet met een ziekte verwekker?

Slide 3 - Tekstslide

Eerste verdedigingslinie- buiten houden
Extern, aspecifiek:
  • Mechanische afweer: 
       huid, slijmvliezen, oogvocht, 
       speeksel, slijm
  • Chemische afweer: 
       maagzuur, zweet, 
       pH op de huid

Slide 4 - Tekstslide

Lichaamsvreemde stoffen
Alle stoffen die niet in je lichaam thuishoren
zijn lichaamsvreemdestoffen / antigenen.

Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid.
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.



Slide 5 - Tekstslide

Infectie
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen en ze zich vermeerderen, heb je een infectie.
Ziekteverwekkers zijn vaak virussen, bacteriën en/of schimmels

Slide 6 - Tekstslide

Infectie
  • Bij een infectie komt je afweersysteem/immuun systeem opgang
  • Witte bloedcellen moet ziekteverwekkers opsporen en dood maken

Slide 7 - Tekstslide

Ontsteking
Bij een infectie dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen en hebben zich vermeerderd.

Ontsteking= reactie van je lichaam
op een infectie (bv zwelling)

Slide 8 - Tekstslide

Niet iedereen wordt ziek
Besmetting
wel infectie / geen infectie
Wel ziek worden/ niet ziek worden

Heeft te maken met de kracht van de infectiebron, je immuunsysteem en je weerstand

Slide 9 - Tekstslide



tegen een infectie:
  • Opperhuid/hoornlaag
  • Slijmvliezen
  • Maagsap


van een infectie:
  • Koorts
  • Medicijnen bv. antibiotica
  • Witte bloedcellen
  • Antistoffen
Bescherming
Bestrijden

Slide 10 - Tekstslide

Hoe herkent het lichaam Ziekteverwekkers?
Lichaamsvreemde stoffen worden herkend aan antigenen. 
Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen 

Slide 11 - Tekstslide

Lichaamsvreemd
Lichaam maakt onderscheid Lichaamseigen en lichaamsvreemd
Een lichaamsvreemde stof noem je anti-geen

Het lichaam herkent antigenen. Antigenen zitten op:
  • Bacteriën
  • Virussen
  • Parasieten
  • Afbraakproducten of afvalstoffen micro-organismen
  • Stuifmeel (planten)
  • Chemische stoffen
  • splinters etc.

Slide 12 - Tekstslide

Afweer van ziekteverwekkers door witte bloedcellen
Witte bloedcellen/macrofagen naar de infectie

Slide 13 - Tekstslide

Macrofaag eet lichaamsvreemde deeltjes op !

Slide 14 - Tekstslide

Sommige witbloedcellen maken anti-stoffen. 

Slide 15 - Tekstslide

Specifieke afweer
Antistoffen en Antilichamen

Slide 16 - Tekstslide

Het duurt de eerste keer even voordat er anti stoffen gemaakt kunnen worden.

Slide 17 - Tekstslide

natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Slide 18 - Tekstslide

Kunstmatige Immuniteit 

Slide 19 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit

Actief

Slide 20 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit

Passief

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag met huiswerk
Maak van 3.5: opdracht 1, 3, 6, 7, 9, 11
(vind je de stof lastig maak dan alles)

Slide 22 - Tekstslide