Havo-4 Herhaling Rechtsstaat en Parlementaire Democratie

Havo-4 Herhalingslesje
Hoewel het nog geen 3 november is, kan het geen kwaad om het thema van de Rechtsstaat en Parlementaire Democratie teeens goed te herhalen. We kijken ook naar enkele actualiteiten.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo-4 Herhalingslesje
Hoewel het nog geen 3 november is, kan het geen kwaad om het thema van de Rechtsstaat en Parlementaire Democratie teeens goed te herhalen. We kijken ook naar enkele actualiteiten.

Slide 1 - Tekstslide

Welke omschrijving past het beste bij het begrip: Rechtsstaat?
A
Een staat waarin alles even recht staat, geen scheve dingen, alles is waterpas.
B
De staat heeft de hoogste macht en burgers dienen te gehoorzamen.
C
De staat en burgers zijn gelijk aan elkaar en er is geen machtsmisbruik.
D
Burgers worden door de grondwet beschermd tegen machtsmisbruik van de overheid.

Slide 2 - Quizvraag

Waarom hoort een grondwet bij een rechtsstaat?

Slide 3 - Open vraag

Trias Politica
Idee kwam van Montesquieu: scheiding der machten. Als je de macht verdeeld kan de staat (overheid) nooit alleenheerser worden. Leg je dit vast in de grondwet dan ben je van bescherming verzekerd. #handig

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Even kieken in Polen
Rechtsstaat Rommeltje
 - 2021
  • In Polen is de discussie gaande over de rechtsstaat en de Europese Unie.
  • Polen wil meer zelf beslissen en de EU is het daar niet mee eens. Maar mag de EU zomaar een lidstaat eruit schoppen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom kan Polen niet zomaar uit de Europese Unie stappen?

Slide 8 - Open vraag

Slepen & CO
Tijd om de kenmerken van een parlementaire democratie bij elkaar te slepen en die van de autoritaire regime (dictatuur)

Slide 9 - Tekstslide

Autoritair Regime (dictatuur)
Parlementaire Democratie
Geen machtenscheiding
Verkiezingsfraude
Grondrechten niet gerespecteerd
Eerlijke rechtsspraak
Burgers hebben invloed
Er is persvrijheid

Slide 10 - Sleepvraag

Criminaliteit en opsporing
Tijd om nog eens te herhalen wat de politie wel en niet mag doen en wat de Officier van Justitie ook alweer doet...

Slide 11 - Tekstslide

Wat doet de politie als iemand wordt staande gehouden?
A
Checken of diegene nog wel rechtop kan staan na de nodige drankjes.
B
Een verdachte aanhouden en vragen om zijn/haar identiteitsbewijs te laten zien.
C
De verdachte meenemen naar het politiebureau voor verder onderzoek.
D
Een verdachte aansporen zijn/haar misdaden te bekennen.

Slide 12 - Quizvraag

Welke opties heeft de officier van justitie na het opsporingsonderzoek?
A
seponeren, schikken en vervolgen.
B
straf eisen, vervolgen en verdachte los laten.
C
Opsporen, berechten en vervolgen.
D
Oppakken en ter dood veroordelen.

Slide 13 - Quizvraag

Stappen van rechtszaak/zitting
  • We lopen de 7 stappen van de zitting nog eens stilletjes bij langs.
  • Dan kijken we waar jullie nog tegenaan lopen.

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: De opening. Wie opent de zitting?
A
De verdachte
B
De rechter
C
De advocaat
D
De officier van Justitie.

Slide 15 - Quizvraag

Stap 2: De aanklacht. Wat is dit en wie leest dit voor?
A
De klacht van de verdachte. Voorgelezen door de verdachte.
B
De klacht van de rechter, voorgelezen door de advocaat.
C
Het strafbare feit waar de verdachte van beschuldigd wordt. Voorgelezen door de Officier van Justitie.
D
De strafeis voor de verdachte, voorgelezen door de advocaat.

Slide 16 - Quizvraag

Stap 3. Het onderzoek. Wie voeren het onderzoek uit?
A
Verdachte = ondervraagt de rechter en de advocaat helpt hem of haar.
B
Onderzoek naar de toedracht van de misdaad (misdrijf).
C
Rechters = ondervraging verdachte, advocaat en OVJ = ondervraging getuigen.
D
Getuigen, verdachte, rechters en OVJ werken samen met de advocaat.

Slide 17 - Quizvraag

Stap 4. Het Requisitoir, wat is dit dan?
A
De strafeis van de OVJ
B
Het pleidooi van de advocaat
C
Het weerwoord van de verdachte
D
Een of ander moeilijk, dom duur woord.

Slide 18 - Quizvraag

Stap 5. Pleidooi. Wat is dit en door wie wordt het gedaan?
A
Een verzoek of het alsjeblieft weer mag gaan dooien in de winter door mensen van team zomer.
B
De verdediging van de verdachte door de advocaat.
C
Strafeis door de OVJ.
D
Uitspraak van de rechter over de zaak.

Slide 19 - Quizvraag

Stap 6. Laatste woord. Wie mag hier spreken?
A
De OVJ
B
De rechter.
C
De advocaat.
D
De verdachte.

Slide 20 - Quizvraag

Stap 7: Vonnis. Wat is dit dan?
A
De uitspraak van de rechter over de gegeven straf.
B
Strafeis van de OVJ.
C
De uitspraak van de advocaat.
D
De voorkeur voor een straf door de verdachte.

Slide 21 - Quizvraag

Over welke paragraaf / onderwerp wil jij tijdens een online vragenuurtje meer info?

Slide 22 - Woordweb

Ik denk dat het wel goed komt met
toets 1 van maatschappijleer:
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Bedankt voor de input :)

Slide 24 - Tekstslide