ghz week 4

Benaderingswijzen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Benaderingswijzen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
de student kan benaderingswijzen binnen de GHZ benoemen en toepassen. 
de student kan benoemen wat het verschil is tussen mantelzorg en familieparticipatie.
de student kan de COUP methode uitleggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

probleemgedrag
We spreken van probleemgedrag als een zorgvrager door bepaald gedrag moeilijk met zichzelf of zijn of haar omgeving om kan gaan.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt onder probleemgedrag?
(bekendste voorbeelden)
A
Zelfverwonding
B
Agressie
C
Vernieling
D
Verlies van fatsoen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaken van probleemgedrag?

Slide 5 - Woordweb

Lichamelijke factoren, bijvoorbeeld beperkingen door ziekte, kunnen zorgvragers belemmeren in hun activiteiten. Dit kan probleemgedrag opwekken. Geestelijke factoren, zoals bijvoorbeeld angst of verslaving, kunnen ook probleemgedrag veroorzaken. Daarnaast speelt persoonlijkheid een rol.

Daarnaast kan de dagbesteding bij een zorgvrager bepaald gedrag opwekken. Zo kan een zorgvrager bijvoorbeeld overprikkeld raken door activiteiten met hard geluid of fel licht.
Probleemgedrag kan voor zorgvragers een manier zijn om te laten zien dat zij last hebben van een onderliggend probleem. In plaats van te vertellen dat het niet goed met ze gaat, laten ze dit merken door middel van afwijkend gedrag.

Benaderingswijzen: Gentle Teaching, methode Heijkoop, Triple C

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschil mantelzorg/familieparticipatie
Mantelzorgers nemen een groot en intensief deel van de zorg voor een cliënt op zich en hebben vaak een directe relatie met de cliënt. Een voorbeeld is een partner, een broer, een zus of een kind. Familieparticipatie daarentegen gaat om het betrekken van bekenden van de patiënt bij de zorg en soms om het overnemen van een klein deel van de taken. Het grootste verschil tussen mantelzorg en familieparticipatie is dus de mate waarin zorg en ondersteuning wordt geboden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is het voordeel van familieparticipatie?

Slide 11 - Open vraag

 Ze kunnen namelijk een deel van de zorg overnemen. 
Doordat naasten participeren houden de cliënt en zijn naasten makkelijker contact met elkaar en is er minder professionele zorg nodig. Ook voelen naasten zich op deze manier meer betrokken bij de cliënt.
Voor de cliënt kan familieparticipatie zorgen voor acceptatie van de beperking en een grotere mate van steun. 


Wat verstaan we onder COUP
A
Contact Ondersteunen Uitnodigen Participeren
B
Contact Onderhoud Uitvinden Problemen
C
Controle Ondersteunen Uitnodigen Problemen
D
Controle Onderhoud Uitvinden Participeren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Contact leggen, Ondersteunen, Uitnodigen en Participeren.
Contact leggen. Zoek of en waar je de naasten van de cliënt kunt benaderen.  Stel naasten op hun gemak en laat zien dat gewaardeerd wordt dat ze er zijn. Zo zullen zij meer geneigd zijn om uiteindelijk te participeren in het zorgproces.
Ondersteunen. De volgende stap is ondersteunen en zo naasten helpen in het contact met de cliënt.  Als zorgprofessional kun je de naasten helpen om contact te leggen. Luister naar de problemen die naasten ervaren. 
Uitnodigen. Vervolgens is het belangrijk de naasten uit te nodigen en hen duidelijk te maken dat hun betrokkenheid belangrijk is voor de cliënt.  
Participeren. De laatste stap is het daadwerkelijke participeren van de naasten. Het beste resultaat wordt bereikt als de naasten consequent iets bijdragen. Het werkt dus goed om ze herhaaldelijk iets te laten doen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies