Poëzie 3 vmbo

Poëzie 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Poëzie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen 
  • Voorkennis
  • Belangrijke begrippen
  • Zelf aan de slag!
  • Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les kan ik verschillende soorten rijm herkennen. 
  • Aan het eind van de les ken ik enkele begrippen die met poëzie te maken hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog?
  1. Bedenk voor jezelf wat belangrijk is bij poëzie. Schrijf deze dingen op in je schrift. Je krijgt 2 minuten. 
  2. Bespreek nu groepje je antwoorden. Zoek met je groep 3 belangrijke begrippen uit uit jullie antwoorden. (3 minuten)


timer
3:00
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken poëzie
  • Strofes: Er zitten strofes in een gedicht, dat zijn de regels die bij elkaar horen.
  • Gebruik van de bladzijde: bij verhalen gebruik je de hele bladzijde, bij poëzie hoeft dat niet. Er kan veel wit zijn, ook tussen de strofes.

Slide 5 - Tekstslide

Begrip poëzie
Personificatie: dingen die mensen doen worden gekoppeld aan levenloze dingen, die dat dus niet kunnen doen.





Twee lepels flirten. 
De tafelkleedjes krijgen kippenvel 
De verlegen regen.

Slide 6 - Tekstslide

Rijm 
Gepaard                                      Gekruist                                 Omarmend
a a b b                                            a b a b                                      a b b a

De a's en de b's staan voor de laatste woorden van een regel. 
Wilhelmus van Nassouwe....................... a 
Ben ick van Duystschen bloet,................b 
Het Vaderlandt getrouwe.........................a 
Blijf ick tot inden doet.............................b

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zelf aan de slag!
Jullie gaan zelf een gedicht schrijven.

  1. Maak bij je hobby een mindmap. Schrijf alle woorden op die er bij je binnen komen. 
  2. Hoe zou je leven er uit zien zonder die hobby? (saai, doelloos, lange dagen, ververling)
  3. Aan wat voor kleuren denk je bij je hobby? (Ballet - roze en wit)
  4. Probeer nu wat zinnen te vormen. Herhalen mag, rijmen mag (maar hoeft niet!),  een tegenstelling  
Ode aan mijn tutu

Vier keer per week 
Voel ik me licht als een veertje
Terwijl het eigenlijk
Mijn zwaarste uren zijn 

Ik spring en ik draai
Ik wals en ik zwaai
Op en in mijn roze wolk


Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat zijn strofes?
  • Wat is een personificatie?
  • Welke soorten rijm zijn er?

Lesdoelen:
- Aan het eind van de les kan ik verschillende soorten rijm herkennen.
- Aan het eind van de les ken ik enkele begrippen die bij poëzie horen.
  • Lesdoelen behaald?

Slide 11 - Tekstslide