H4 Thema 3 bs 3: monohybride kruisingen

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Test: wat proef jij?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test: wat proef jij?
Op het papiertje zit phenylthiocarbamide (PTC) 
Voor ongeveer 70 % van de bevolking proeft dit bitter
30 % proeft dit nauwelijks 
dit is genetisch bepaald

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
- voorstellen

Wat gaan we deze week doen
  1. Korte herhaling Basisstof 3, thema 1 & thema 2
  2. Basisstof 3, thema 3

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 3: genetica
Basisstof 3: Monohybride kruisingen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosoom/ gen/ DNA

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominant en recessief

chromosomen komen voor in paren:

Je krijgt er een van je moeder, een van je vader

Één daarvan komt maar tot uiting (dominant)
De ander is recessief




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de plaats van een gen in een bepaald chromosoom ?
A
karyotype
B
nucleotide
C
allel
D
locus

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee verschillende allelen voor een eigenschap is
A
homozygoot
B
heterozygoot
C
co-dominant
D
onvolledig dominant

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aa kan je ook omschrijven als ........
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot dominant

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een cavia is heeft voor haarkleur als genotype "aa"
Deze cavia is voor deze eigenschap....
A
homozygoot dominant
B
homozygoot recessief
C
heterozygoot dominant
D
heterozygoot recessief

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een allel is een variant van een.......
A
basepaar
B
nucleotide
C
gen
D
chromosoom

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte vachtkleur is dominant over roodbruin. Wat is het genotype van deze koe?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
Is niet te zeggen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte vachtkleur is dominant over roodbruin. Wat is het genotype van deze koe?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
Is niet te zeggen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?

Teken een kruisingsschema op een kladblaadje !

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s
(heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage
nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
Teken een kruisingsschema !

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2a
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welke eigenschap is dominant: 
C of D?

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2a
Welke eigenschap is dominant?
A
C
B
D

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2b
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk genotype heeft persoon 4?

(Dominant = A, recessief = a)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2b
Welk genotype heeft persoon 4?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2C
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk genotype heeft persoon 5?

(Dominant = A, recesief = a)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2c
Welk genotype heeft persoon 5?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2d
Hiernaast is een stamboom weergegeven. De eigenschappen C en D erven niet X-chromosomaal over.

Welk(e) genotype(s) heeft persoon 7 hebben?

(Dominant = A, recesief = a)

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2d
Welk(e) genotype(s) heeft persoon 7 hebben? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komt en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
  • uitleggen hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak Th 3 BS1 Opdr Opdr 1,4,5,6
Maak Th 3 BS2 Opdr. 9,10 t/m 18
Maak Th 3 BS3 Opdr 21,22,23,25,28,29,
31,32,35,37,38


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies