5BECO H34 Liquiditeitsgetallen, cashflow en solvabiliteitsgetallen

Liquiditeitsgetallen, 
solvabiliteitsgetallen 
Current ratio
Quick ratio
Solvabiliteitsratios
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Liquiditeitsgetallen, 
solvabiliteitsgetallen 
Current ratio
Quick ratio
Solvabiliteitsratios

Slide 1 - Tekstslide

Liquiditeit 
  • Geeft de mate aan waarin een onderneming op korte termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen
  • Mate is afhankelijk van verhouding tussen vlottende activa + liquiditeiten en kort vreemd vermogen 

Crediteuren of belastingschuld

Slide 2 - Tekstslide

Current en Quick ratio
Leerdoelen:
  • Je kunt de current en de quick ratio berekenen en beoordelen

Slide 3 - Tekstslide

Is dit bedrijf voldoende
liquide?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Ontstaan van liquiditeitsproblemen 
  • Slechte bedrijfsresultaten
  • Te hoge investeringen
  • Niet of langzaam betalende debiteuren
  • Te hoge aflossingsverplichtingen
  • Te grote voorraden

Slide 5 - Tekstslide

Hoe liquiditeit beoordelen?
Twee kengetallen:
- Current ratio
- Quick ratio

Slide 6 - Tekstslide

Current ratio

De current ratio hoort groter te zijn dan 2.

Als de uitkomst 1,95 is, dan is de liquiditeit niet ineens slecht, maar we spreken dan van een liquiditeit die nog niet aan de norm voldoet; ook de samenstelling van vlottende activa en liquide middelen, speelt een belangrijke rol.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld balans
Is de onderneming voldoende liquide? 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld balans

  • uitkomst 2 of groter is liquide, maar afhankelijk type onderneming
  • vergelijking tussen periodes vooral relevant

Slide 9 - Tekstslide

Current ratio? (2 deci-
malen)

Slide 10 - Open vraag

Current ratio

Bij de beoordeling van de kengetallen kijken we niet alleen naar de uitkomst van de formule, maar ook naar

- de ontwikkeling van de ratio, dat wil zeggen het vergelijken van de ratio van hetzelfde bedrijf in andere jaren
- de vergelijking met andere bedrijven in dezelfde branche

Slide 11 - Tekstslide

Nadelen Current ratio
- de voorraden zijn soms niet zo snel om te zetten in geld. 
-  ondernemingen kunnen hun voorraden op verschillende manieren waarderen en daarmee is het moeilijker om deze ratio te vergelijken.

Daarom bestaat er ook een ander kengetal om de liquiditeit te beoordelen: de quick ratio

Slide 12 - Tekstslide

Quick ratio

De quick ratio hoort groter te zijn dan 1. 

Slide 13 - Tekstslide

Quick ratio?
indien de voorraad 20 is.

Slide 14 - Open vraag

Belangrijk om te onthouden...
De beoordeling van de liquiditeit heeft een aantal beperkingen:
  1. Een balans is een momentopname
  2. Uit een balans kunnen we niet opmaken op welk tijdstip de betalingen en ontvangsten moeten plaatsvinden
  3. In een balans staat niet hoeveel geld we nog bij de bank kunnen lenen


Slide 15 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de liquiditeit als....
er een grote inkoop wordt gedaan op rekening?

A
Verbetert
B
Verslechtert
C
Blijft gelijk

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de liquiditeit als....
er een grote investering wordt gedaan

A
Verbetert
B
Verslechtert
C
Blijft gelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de liquiditeit als.... een debiteur zijn schuld inlost

A
Verbetert
B
Verslechtert
C
Blijft gelijk

Slide 18 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de liquiditeit als....
er een verkoop plaatsvindt

A
Verbetert
B
Verslechtert
C
Blijft gelijk

Slide 19 - Quizvraag

Solvabiliteitskengetallen
 Leerdoelen:
  • Je kunt berekenen en beoordelen of een onderneming al dan niet al haar schulden kan betalen


Slide 20 - Tekstslide

Solvabiliteit
De mate waarin een onderneming op lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen (van belang i.v.m. going concern gedachte)







100% = norm. Hoe hoger, hoe beter
Hoe hoger de uitkomst, hoe slechter
(uitkomst van 60% wil zeggen dat 60% van het vermogen uit VV bestaat)

Slide 21 - Tekstslide

Bereken de solvabiliteit met de formule EV/VV x 100 %. Noteer het antwoord. (1 dec)

Slide 22 - Open vraag

Bereken het debt ratio. Noteer het antwoord. (1 dec)

Slide 23 - Open vraag

Heeft het bedrijf met een solvabiliteit 194,7 en een debt ratio 33,9 een goede solvabiliteit?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Solvabiliteit bij liquidatie
Een bijzondere situatie is het als we gaan kijken naar de solvabiliteit bij liquidatie (= opheffen).

Een bedrijf is dan solvabel als de liquidatiewaarde van de activa groter is dan het vreemd vermogen.

We stellen dan een liquidatiebalans op; de waarde van de activa zal in zo’n situatie vaak lager zijn.
Het solvabiliteitspercentage (EV/VV) zal dan ongeveer 50% moeten zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Solvabiliteitskengetallen
 Leerdoelen:
  • Je kunt berekenen en beoordelen of een onderneming al dan niet al haar schulden kan betalen


Slide 26 - Tekstslide