Geld lenen kost geld

Welkom
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Programma
* Terugblik Ondernemend Gedrag
* Start les "Geld lenen kost Geld"
* Evaluatie Les

Slide 2 - Tekstslide

Ondernemend Gedrag
# Hoe is het gegaan?
# Cijfers
# Tips en Tops over Ondernemend Gedrag
( hiervoor stuur ik jullie nog een link om dit in te vullen) 

Slide 3 - Tekstslide

Geld lenen kost geld

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
… kun je vier verschillende vormen van lenen nomen.
….kun je uit leggen dat geld lenen niet gratis is
….weet je hoe je de krediet rente moet uitrekenen
….kun je uitleggen wat een maandtermijn is
… kun je uitleggen waar een maandtermijn uit bestaat.
….Kun je uitleggen waarom de rente van een hypotheek lager is dan elke ander lening


Slide 5 - Tekstslide

Waarom lenen mensen?

Slide 6 - Woordweb

Ik zou geld lenen voor het maken van een reis.
Ja
Misschien
Nee

Slide 7 - Poll

Bedenk 1 voordeel van geld lenen.

Slide 8 - Open vraag

Bedenk 1 nadeel van geld lenen.

Slide 9 - Open vraag

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een auto.
Ja
Misschien
Nee

Slide 10 - Poll

Ik zou geld lenen om te investeren op de beurs.
Ja
Misschien
Nee

Slide 11 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe koelkast.
Ja
Misschien
Nee

Slide 12 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe televisie.
Ja
Misschien
Nee

Slide 13 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een huis.
Ja
Misschien
Nee

Slide 14 - Poll

Voor welke aankoop lenen de meeste mensen geld?
A
Het maken van een reis.
B
De aankoop van een auto.
C
De aankoop van een nieuwe televisie.
D
De aankoop van een huis.

Slide 15 - Quizvraag

Waarom is het niet verstandig om te lenen voor een reis?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Lenen kost geld
Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • tijdelijk geldtekort
  • betalen van een onvoorziene uitgave.
  • niet eerst willen sparen.
  • aankoop onroerend goed (woning)
  • aanschaf van duurzame consumptiegoederen ( zonnepanelen, warmtepomp etc.)

Slide 18 - Tekstslide

Onvoorziene uitgave
Direct iets willen kopen
Tijdelijk geldtekort

Slide 19 - Sleepvraag

Je leent geld van je moeder omdat je een nieuw paar schoenen wil kopen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 20 - Quizvraag

Je vraagt een vriend of je even geld mag lenen om een broodje te kopen, omdat je je portefeuille bent vergeten.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 21 - Quizvraag

Je koopt de nieuwe Playstation 5 op afbetaling.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 22 - Quizvraag

Je leent geld van oma omdat je jouw kapotte telefoonscherm wil laten vervangen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 23 - Quizvraag

Lenen kost geld
Soorten leningen
Persoonlijke lening (bv. koop op afbetaling of huurkoop)
  • Je leent geld voor één bepaald doel.
  • Duur van de lening staat vast.
Doorlopend krediet
  • Je kan kopen totdat maximumbedrag bereikt is.
  • Je kan reeds terugbetaald geld opnieuw lenen.
Salariskrediet
  • Rood staan op je bankrekening
Hypotheek
  • Lening voor de aankoop van een woning

Slide 24 - Tekstslide

Leg de onderstaande zin uit:
"Let op! Geld lenen kost geld."

Slide 25 - Open vraag

Geleend bedrag
Duur van lening
Maandtermijn
Bestaat uit:
  • Aflossing
  • Rente
Rente
Altijd per jaar!
Kredietkosten
Totaal terug te betalen:
€ 196,97 per maand x 60 maanden = € 11.818

Kredietkosten bedragen:
€ 11.818 - € 10.000 = € 1.818

Slide 26 - Tekstslide

Lenen kost geld
Begrippen
De looptijd is de duur van een lening.

Elke maand betaal je een maandtermijn, deze bestaat uit:
  • deel aflossing: het geleende geld terugbetalen
  • deel rente: de kost om geld te lenen

 (maandtermijnen x looptijd in maanden) - geleend bedrag = kredietkosten

Slide 27 - Tekstslide

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Als je geld leent, krijgt je rente van de bank
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Door het betalen van rente wordt je schuld aan de bank lager.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Lenen kost geld
Rente
De rente is afhankelijk van:
  • looptijd
  • hoogte bedrag

het rentepercentage is altijd per jaar!
  • 6% per jaar 
  • 6% : 12 maanden = 0,5% per maand

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Bereken de kredietkosten van deze lening.

Slide 33 - Open vraag

Ik ga 25 000 lenen in 24 maanden. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 34 - Open vraag

Ik ga 25 000 lenen in 60 maanden. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 35 - Open vraag

Hoe langer ik leen, hoe lager het bedrag van de rente wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Je wilt iets kopen voor € 1.597,- het termijn bedrag is € 50,- en de looptijd is 3 jaar.
Leerdoel 18
Uitleg
Looptijd:
3 jaar x 12 maanden = 36 maanden

Totaal terug te betalen:

€ 50 x 36 maanden = € 1800

Kredietkosten bedragen:
€ 1.800 - €1.597 = € 203
A
De kredietkosten zijn € 1.800,-
B
De kredietkosten zijn € 203,-
C
De kredietkosten zijn € 1.447,-
D
De kredietkosten zijn € 150,-

Slide 37 - Quizvraag

Opdracht
Goed idee?
Als je geld leent moet je jezelf afvragen of dit een goed idee is.

Er volgen nu een aantal voorbeelden van financiële kwesties. Is een lening afsluiten een goed idee? Leg je antwoord steeds uit.

Slide 38 - Tekstslide

Tim en Eline krijgen een tweeling. Ze verkopen hun flat. Met de opbrengst en geleend geld kopen ze een groter huis.

Slide 39 - Open vraag

Fien kan de maandtermijnen van een koop op afbetaling niet meer betalen. Ze wil daarom een nieuwe lening afsluiten.

Slide 40 - Open vraag

Katrijn heeft haar baan verloren. Ze kan nauwelijks rondkomen van haar uitkering en wil daarom een lening afsluiten.

Slide 41 - Open vraag

Demien heeft zijn spaargeld geïnvesteerd. Hij wil graag een nieuwe televisie kopen op afbetaling.

Slide 42 - Open vraag

Geld lenen kost geld
Je kan uitleggen dat geld lenen niet gratis is.

Slide 43 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 44 - Open vraag

Zijn de lesdoelen bereikt?
Wat waren de les doelen?

Slide 45 - Tekstslide

Lesdoelen
… kun je vier verschillende vormen van lenen nomen.
….kun je uit leggen dat geld lenen niet gratis is
….weet je hoe je de krediet rente moet uitrekenen
….kun je uitleggen wat een maandtermijn is
… kun je uitleggen waar een maandtermijn uit bestaat.
….Kun je uitleggen waarom de rente van een hypotheek lager is dan elke ander lening

Slide 46 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 47 - Tekstslide