oefentoets

oefentoets
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Myrthe heeft het liefst altijd haar smartphone bij de hand. Ze wil altijd op de hoogte kunnen blijven van alles wat er in de wereld gebeurt. Op school moet ze haar smartphone in haar tas doen. Ze voelt zich naar en denkt steeds aan haar telefoon. Ze wil er steeds op kijken. Ze krijgt er een slecht humeur van.

1. Wat voor soort verslaving heeft Myrthe? (T1, 2p)
A
Geestelijke verslaving
B
Lichamelijke verslaving
C
Sociale verslaving

Slide 2 - Quizvraag

4. Wat gebeurt er als er bij het sporten te weinig glucose in het bloed zit? (T1, 2p)
A
Glucose wordt omgezet in glycogeen en gaat vanuit je lever het bloed in.
B
Glycogeen wordt omgezet in glucose en gaat vanuit je lever het bloed in.
C
Glucose wordt omgezet in glycogeen en wordt opgeslagen in je lever.
D
Glycogeen wordt omgezet in glucose en wordt opgeslagen in je lever.

Slide 3 - Quizvraag

5. Meindert-Jan eet een boterham met chocoladepasta. De zwarte lijn in de afbeelding laat zien hoe de hoeveelheid glucose in zijn bloed verandert. De blauwe balk geeft de normale hoeveelheid glucose in zijn bloed aan. Een aantal momenten op de grafieklijn is omcirkeld. Bij welke cirkel start de alvleesklier met de aanmaak van glucagon? Leg je antwoord uit (I, 2p)

Slide 4 - Open vraag

Lees de tekst hieronder voor de volgende vragen
(vraag 7 t/m 12)
Gele Koorts   
Gele koorts is een infectieziekte, veroorzaakt door het gele-koortsvirus, die door steekmuggen wordt verspreid. Tot 50 % van de geïnfecteerde komt te overlijden wanneer de ziekte niet behandeld wordt. De ziekte komt alleen in Afrika ten zuiden van de Sahara en Zuid- of Midden-Amerika voor. Jaarlijks worden naar schatting 84.000 tot 170.000 mensen met het gele-koortsvirus besmet waarvan er rond de 60.000 komen te overlijden. In Afrika en Zuid-Amerika lopen 900 miljoen mensen het risico met gele koorts besmet te raken. Vaccinatie is de belangrijkste preventieve maatregel om de ziekte te bestrijden. Het vaccin tegen gele koorts is veilig, betaalbaar en zeer effectief. Het vaccin biedt in ieder geval 10 jaar immuniteit.  
 

Slide 5 - Tekstslide

Minder dan een kwart van de patiënten krijgt symptomen van gele koorts. De incubatietijd is vrij kort met 3-6 dagen. Hierna ontstaan de klachten die uiteen kunnen lopen van de klachten van een 'griepje' tot een ernstige hemorragische koorts. De klachten beginnen acuut en zijn meestal hoge koorts, spierpijn, algehele malaise, hoofdpijn, misselijkheid, braken en mogelijk geelzucht. De polsslag is vaak langzamer dan verwacht. Hierna treedt een herstel op waarna een klein deel van de patiënten enkele uren tot een dag later alsnog ernstige ziekteverschijnselen krijgt. De klachten zijn dan (bloederige) diarree en andere bloedingen, buikpijn, ernstige geelzucht (gele huid en een geel oogwit), neurologische afwijkingen en shock. Tot de helft van deze groep overlijdt aan de ziekte. 

Slide 6 - Tekstslide

Jarno is een zakenman van 43 en net in een Afrikaans land geweest. Twee dagen nadat hij thuis gekomen is wordt hij ineens ernstig ziek. Hij heeft hoge koorts, hoofdpijn en moet veel overgeven.

7. Moet Jarno zich zorgen maken over dat hij gele koorts heeft opgelopen? Geef twee argumenten uit de tekst hierboven (T2, 2p)

Slide 7 - Open vraag

Bij de dokter blijkt Jarno inderdaad een ernstige vorm van Gele koorts te hebben. Hij krijgt een injectie om weer beter te worden.

8. Welk soort immuniteit levert deze injectie? (T1, 2p)
A
actieve kunstmatige immuniteit
B
passieve kunstmatige immuniteit
C
actieve natuurlijke immuniteit
D
dit kun je op basis van de gegevens niet zeggen

Slide 8 - Quizvraag

9. Bevat deze injectie antistoffen of antigenen? Leg uit waarom? (T1, 2p)


Slide 9 - Open vraag

Patiënt 
Een patiënt komt met ernstige ziekteverschijnselen bij de dokter. Zijn huid is bleek-bruinig en droog. Hij is heel erg suf en heeft geen eetlust meer.  
De dokter laat zijn bloed controleren op allerlei bloedwaardes. Na een dag komen zijn bloeduitslagen binnen en blijkt zijn ureumwaardes meer dan zes keer hoger te liggen dan de aangegeven norm.  

Slide 10 - Tekstslide

15. Welk orgaan zal niet goed functioneren bij te ureumwaardes in het bloed? Verklaar je antwoord (T2, 2p)

Slide 11 - Open vraag

Meerdere nestjes 
FNI treed heel soms bij kittens met bloedgroep B als de moeder bloedgroep A heeft. Dit is echter alleen het geval als deze moederpoes al eerder nestjes heeft gehad met kittens met bloedgroep B. Bij latere nestjes wordt het probleem steeds groter, doordat de moeder steeds sneller antistoffen maakt. 

Slide 12 - Tekstslide

25. Waardoor komen er bij latere nestjes steeds sneller antistoffen tegen bloedgroep B vrij? (T1, 1p)

Slide 13 - Open vraag