5.3 Lezen les 1 t/m 3

5.3 Lezen les 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.3 Lezen les 1

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje

Doel van deze paragraaf.
Doel van de les.
Wat is de kernzin van een tekst en hoe vind ik die?
We maken aantekeningen.
We gaan zelfstandig aan het werk.


Slide 2 - Tekstslide

IN DEZE PARAGRAAF LEER JE:
  • De kernzin in een alinea herkennen
  • De functies van het slot herkennen;
  • De hoofdgedachte van een tekst herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag leer je:

  • wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden in een tekst.

Slide 4 - Tekstslide

inleiding
kern
slot
Hier wordt de tekst afgerond.
Hier wordt kort het onderwerp genoemd.
Hier staat meer informatie over het onderwerp.

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Video

Kernzin en toelichting

Slide 7 - Tekstslide

Aantekeningen Kernzin en toelichting


In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit de alinea. 
De kernzin is vaak de eerste zin van de alinea. 

De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin, een uitleg of een voorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 9 - Woordweb

In welk deel staat de minder belangrijke informatie in een alinea?

Slide 10 - Woordweb

Aan het werk
We maken eerst samen opdracht 3 op blz. 87
Je maakt opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 86 t/m 89
Ben je klaar...je gaat werken aan hoofdstuk 5.1 of 5.2
Kader:
jullie krijgen nog meer uitleg en aantekeningen van mij

Slide 11 - Tekstslide

kader: aantekeningen inleiding
Een tekst heeft altijd een inleiding, de eerste alinea. Hierin noemt de schrijver altijd het onderwerp van de tekst. Daarnaast trekt hij de aandacht van de lezer, zodat die nieuwsgierig wordt naar de rest van de tekst. De schrijver kan dat doen door:
• kort zijn mening te geven; hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar de argumenten bij die mening;
• een vraag te stellen: hierdoor wordt de lezer nieuwsgierig naar het antwoord op die vraag.

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag heb je geleerd:
  • wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden in een tekst.

Huiswerk voor donderdag: opdracht 1 t/m 8 van hoofdstuk 5.3
Huiswerk kader: opdracht 1 t/m 11 van hoofdstuk 5.3

Slide 13 - Tekstslide

5.3 Lezen les 2

Slide 14 - Tekstslide

Spoorboekje
Doel van de les.
Even herhalen van de vorige les.
Wat is de hoofdgedachte en hoe vind ik die?
Wat zijn de functies van het slot?
We maken aantekeningen.
We gaan zelfstandig aan het werk.


Slide 15 - Tekstslide

  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is en hoe je die kunt vinden.
  • Je weet de functies van het slot.
  • Je weet wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden.

Slide 16 - Tekstslide

Eerst even herhalen

Slide 17 - Tekstslide

Kernzin en toelichting


In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit de alinea. 
De kernzin is vaak de eerste zin van de alinea. 

De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin, een uitleg of een voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Aantekeningen: De hoofdgedachte
Hoofdgedachte = de samenvatting van de tekst in één zin.

Je vindt de hoofdgedachte door:
  • de inleiding en het slot te lezen
  • het onderwerp van de tekst te bepalen (1 of een paar woorden)
  • in 1 zin samen te vatten wat de schrijver over het onderwerp zegt = hoofdgedachte

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
de mening van de schrijver over het onderwerp
B
jouw mening over het onderwerp
C
De bron van de tekst
D
wat de schrijver zegt over het onderwerp

Slide 23 - Quizvraag

Functies van het slot aantekeningen
Het slot van een tekst is de laatste alinea. Hierin rondt de schrijver de tekst af. Hij kan dat op verschillende manieren doen:
  • samenvatten;
  • conclusie geven;
  • antwoord geven op de vraag uit de inleiding.

Slide 24 - Tekstslide

Let op!
Niet elke tekst heeft een slot. Een nieuwsbericht op een website of in een krant heeft meestal alleen een inleiding en een kern.

Slide 25 - Tekstslide

Uit welke tekstdelen bestaat een tekst in elk geval?
A
inleiding, kern en slot
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
kern en slot

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maken opdracht 9, 10 en 11 op blz 90-92
Klaar...ga aan de slag met hoofdstuk 5.1 of 5.2
Kader:
Jullie krijgen nog extra uitleg en aantekeningen dus blijf erbij!

Slide 27 - Tekstslide

Kader: aantekeningen samenvatten
In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. Dat kan makkelijk door alle kernzinnen van de belangrijke alinea's na elkaar te zetten. 

Doe het zo:
• Bepaal welke alinea's belangrijke informatie bevatten.
• Onderstreep de kernzin van die alinea's.
• Heeft een belangrijke alinea géén duidelijke kernzin, formuleer die dan zelf.
• Schrijf alle kernzinnen achter elkaar.
• Pas de kernzinnen wat aan, zodat de inhoud goed op elkaar aansluit.

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag heb je geleerd:
  • wat de hoofdgedachte is en hoe je die kunt vinden.
  • wat de functies van het slot zijn.
  • wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden.

Slide 29 - Tekstslide

5.3 Lezen les 3

Slide 30 - Tekstslide

Spoorboekje
Doel van de les.
Herhalen van de vorige twee lessen.
  • Indeling van een tekst: inleiding-kern-slot
  • Wat id een kernzin en hoe vind je die?
  • Wat is de hoofdgedachte en hoe vind ik die?
  • Wat zijn de functies van het slot?
We gaan zelfstandig aan het werk.


Slide 31 - Tekstslide


  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is en hoe je die kunt vinden.
  • Je weet de functies van het slot.
  • Je weet wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden.
  • Je kunt deze drie doelen toepassen in de leestaak.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Zelfstandig werken
We gaan vandaag zelfstandig aan de slag met het afronden van deze paragraaf.
  • Maak de leestaak op blz 93 en 94
  • Maak de 'Test jezelf' online > let op: alle onderdelen moet je voldoende afronden!
  • Ga verder met hoofdstuk 5.1 of 5.2

Slide 35 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Tekstslide


  • Je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is en hoe je die kunt vinden.
  • Je weet de functies van het slot.
  • Je weet wat een kernzin is en hoe je die kunt vinden.
  • Je kunt deze drie doelen toepassen in de leestaak.

Slide 37 - Tekstslide