In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Toets Hoofdstuk 1 en 2 Bakkerij
Basis/Kader
Slide 1 - Tekstslide
opdracht 1. Welke bedrijven horen bij de 'bakkerijsector'?
A
De ambachtelijke bakker
B
De industriële bakker
C
De banketbakker
D
Alle verschillende bakkerijbedrijven bij elkaar.
Slide 2 - Quizvraag
opdracht 1.02 Welk van onderstaande bedrijven is een voorbeeld van een ‘koude bakker’?
A
Een bakker die zonder personeel werkt
B
Een bakker die alleen producten afbakt en verkoopt, zoals Bakkerij Bart
C
Een bakker die alleen patisserie producten verkoopt.
D
Een bakker die alleen chocoladeproducten verkoopt, zoals Leonidas.
Slide 3 - Quizvraag
OPDRACHT 1.03 Lees de volgende stellingen en geef daarna het juiste antwoord.
Stelling I In een industriële bakkerij worden kleine hoeveelheden brood gemaakt. Stelling II Een ambachtelijke bakkerij maakt grote hoeveelheden brood.
A
Alleen stelling I is juist.
B
Alleen stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.
Slide 4 - Quizvraag
OPDRACHT 1.04 R Welke termen zijn voorbeelden van arbeidsvoorwaarden?
A
Loon, vakantiedagen, pauzes
B
Pauzes, hoe lang je moet werken, cao.
C
Vakbond, vakantiedagen, pauzes.
D
Werkgevers, collega’s, cao.
Slide 5 - Quizvraag
OPDRACHT 1.05 T1
Iedere bakkerij wil regelmatig vernieuwende producten aanbieden. Hoe kan een bakker op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen
Slide 6 - Open vraag
OPDRACHT 1.07 I Grondstoffen leggen een lange weg af voordat zij verwerkt zijn tot eindproduct. Op welke momenten kunnen er hygiënische gevaren ontstaan?
Slide 7 - Open vraag
OPDRACHT 2.01 R
Wat is de juiste omschrijving van het assortiment van een bakker?
A
Alle producten die een bakker verkoopt, van gebak tot (belegd) broodje.
B
Alle broodproducten die een bakker verkoopt.
C
Alle verschillende bakkerijproducten, behalve het gebak.
D
Alleen alle ambachtelijk geproduceerde producten. Halffabricaten horen niet tot het assortiment.
Slide 8 - Quizvraag
OPDRACHT 2.02 T2
Heeft een bakker een breed of een smal assortiment? Leg uit.
Slide 9 - Open vraag
OPDRACHT 2.04 T1
Lees de volgende stellingen en geef daarna het juiste antwoord.
Stelling I Voorgebakken bake-off brood wordt langer bij een lagere temperatuur gebakken. Stelling II Bake-off producten worden wel gaar maar krijgen geen kleur.