BS4 Het zenuwstelsel

BS4 Het zenuwstelsel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

BS4 Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de verschillende organisatieniveaus?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
- Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
- Je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (rood gekleurd) en zenuwen (blauw gekleurd). 

Slide 4 - Tekstslide

Werking van het zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Klieren
- Het zenuwstelsel verwerkt de impulsen die van de zintuigen afkomen en regelt de werking van spieren en klieren. 
- Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwcellen
-Elke zenuwcel is opgebouwd uit een cellichaam
(met celkern) en lange uitlopers.
-De cellichamen van zenuwcellen liggen in of
vlak bij het centrale zenuwstelsel.
-De uitlopers geleiden de impulsen van en naar
het cellichaam toe. Ook kunnen ze impulsen
naar andere zenuwcellen geleiden. 

Slide 7 - Tekstslide

Zenuwen
Er worden via duizenden uitlopers tegelijk impulsen geleid. De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw. Eromheen zit een laagje bescherming. 

Slide 8 - Tekstslide

De ligging van de zenuwen
De zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen. Het hoofd en de hals hebben zenuwen naar hersenen. Delen van de romp en van de ledematen zijn door zenuwen verbonden met het ruggenmerg. 

Via zenuwen in het ruggenmerg worden
impulsen naar de hersenen geleid. 
Het ruggenmerg begint bij de hersenen
en eindigt bij de lendenwervels onder
in de rug. 

Slide 9 - Tekstslide

De weg van een impuls
1. Bij een bewuste reactie gaat het impuls via de hersenen naar je spieren. 
2. Een reflex is een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel, die niet via de hersenen gaat. 

Slide 10 - Tekstslide

Een reflexboog
Prikkel-> zintuigcel-> zenuwcellen-> schakelcellen (zenuwcellen die impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel) in je ruggenmerg en hersenen-> zenuwcellen van de armspieren. 

De schakelcellen geleiden ook impulsen naar je hersenen, maar is een langere weg dus je merkt later de pijn dan je spier samentrekt. 

Slide 11 - Tekstslide

Reflexboog
De weg die impulsen bij een reflex afleggen, wordt een reflexboog genoemd. De snelheid van reflexen is
vaak nodig om je lichaam
te beschermen tegen beschadigingen.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak basisstof 4 van thema 5

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
- Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.
- Je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide