Ik kan uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
Ik ken de eenheid van geluidssterkte en je weet met welk toestel je de geluidssterkte meet.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
Ik weet dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
Ik kan het verband geven tussen het aantal geluidsbronnen en de geluidssterkte.
Ik ken het verband tussen de geluidssterkte (die je waarneemt) en de afstand tussen jezelf en een ‘puntvormige‘/‘lineaire’ geluidsbron.