3.2 Energie, water en internet

HOOFDSTUK 4 
WONEN IN NEDERLAND
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 4 
WONEN IN NEDERLAND

Slide 1 - Tekstslide

3.2 Energie, water en internet
Wat ga je deze les leren?
  1. Ik ken nieuwe woorden over energie, water en internet.
  2. Ik weet hoe ik energie, water en internet aan moet vragen.
  3. Ik kan een jaarrekening lezen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze woorden moet je begrijpen.
(zie woordenlijst)

  • aanvragen                                                                           de meterstand
  • het abonnement                                                               het milieu
  • de elektriciteit                                                                    de provider
  • de energie                                                                            de regio
  • de jaarrekening                                                                  een vast bedrag
  • de meter                                                                                zuinig

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Energie, water en internet
  • Energie= elektriciteit (stroom) + gas
Waarvoor heb je energie nodig?
  • Water
Waarvoor heb je water nodig?
  • Internet
Waarvoor heb je internet nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Zelf aanvragen
Je moet energie zelf aanvragen bij een energiebedrijf.
De prijzen verschillen.  
www.gaslicht.com

Bij welk energiebedrijf zit jij?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Water
  • Aanvragen bij een waterbedrijf.
  • Je kunt niet kiezen: 1 bedrijf per regio
  • In Noord Brabant: Brabant water <link>
  • In Zeeland: Evides

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Een keer per jaar moet je de meterstand doorgeven van je gasmeter en je elektriciteitsmeter.
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Betalen
  • Elke  maand betaal je een vast bedrag.(TERMIJNBEDRAG)
  • 3 meterstands in de meterkast: gas - water - elektriciteit
  • 1 keer per jaar meterstand doorgeven.




  • Eind van het jaar krijg je een jaarrekening.

Slide 11 - Tekstslide

Een keer per jaar krijg je een jaarrekening.
  • Daarop staat hoeveel energie je dat jaar gebruikt hebt, hoeveel moet je nog betalen of terugkrijgen.
  • Als je meer hebt gebruikt, moet je extra betalen. Als je minder hebt gebruikt, krijg je geld terug.

Slide 12 - Tekstslide

Het nieuwe maandbedrag voor energie is € 95,25.
Wat betekent dat?

Slide 13 - Tekstslide

Iedere maand betaal je een vast bedrag. Hoe heet dat?
(Trmnbdrg)

Slide 14 - Open vraag

Het nieuwe maandbedrag voor energie is € 95,25.
Wat betekent dat?

Slide 15 - Tekstslide

Een keer per jaar krijg je een jaarrekening. Daarop staat hoeveel energie je dat jaar gebruikt hebt. 
Als je meer gebruikt, moet je extra betalen en moet je in het nieuwe jaar een hoger termijnbedrag.
Als je minder gebruikt, krijg je geld terug en lager termijnbedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kijk naar de jaarrekening.
Welk bedrag moet je betalen?
A
€ 88,71
B
€ 97,16
C
€ 123,50

Slide 18 - Quizvraag

Kijk naar de jaarrekening.
Welk bedrag moet je voortaan
betalen?
A
€ 88,71
B
€ 97,16
C
€ 123,50

Slide 19 - Quizvraag

Je ziet een jaarrekening voor
gas en elektriciteit.
Hoeveel betaal je voor gas?
A
€ 272,17
B
€ 663,87
C
€ 314,96

Slide 20 - Quizvraag

Je ziet een jaarrekening voor
gas en elektriciteit.
Hoeveel moet je voortaan per
maand gaan betalen?
A
€ 272,17
B
€ 95,25
C
€ 314,96
D
€ 1251,00

Slide 21 - Quizvraag

Je wilt gas en elektriciteit aanvragen.
Hoe doe je dat?
A
Er is maar één waterbedrijf. Ik meld me daar aan.
B
Ik kies een energiebedrijf. Ik meld me daar aan.
C
Er is maar één energiebedrijf. Ik meld me daar aan.

Slide 22 - Quizvraag

Je wilt water aanvragen.
Hoe doe je dat?
A
Er is maar één energiebedrijf. Ik meld me daar aan.
B
Er is maar één waterbedrijf. Ik meld me daar aan.
C
Ik kies een waterbedrijf. Ik meld me daar aan.

Slide 23 - Quizvraag

Het nieuwe maandbedrag
voor energie is € 95,25.
Wat betekent dat?
A
Je moet volgend jaar elke maand € 95,25 betalen.
B
Je krijgt € 95,25 terug van de elektriciteitsmaatschappij.
C
Je moet dit jaar nog € 95,25 betalen.

Slide 24 - Quizvraag

Je gebruikt energie.
Wat gebeurt er eerst?
A
Ik krijg geld terug of ik betaal geld.
B
Ik krijg een jaarrekening.
C
Ik vul na een jaar de meterstanden in.
D
Ik betaal elke maand een vast bedrag.

Slide 25 - Quizvraag

Zuinig zijn met energie en water
Wat is zuinig zijn?
Waarom is het goed om zuinig te zijn?
Hoe kan je zuinig omgaan met energie? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Internet, tv en telefoon
Als je telefoon en televisie wilt, moet je je aanmelden bij 
een provider.
Bij welke provider zit jij voor je telefoon? 
En bij welke provider voor je televisie?

Slide 28 - Tekstslide

Bij welke provider zit jij voor jouw telefoon?

Slide 29 - Open vraag

Een abonnement
Televisie, internet en telefoon: Je kunt een abonnement nemen.
Je betaalt per maand. 

Televisie en internet bij dezelfde provider is vaak goedkoper.

Weet jij hoeveel je per maand betaalt?

Slide 30 - Tekstslide

NU JIJ!
1. Welkom in Nederland: opdracht 11 en 12(blz. 93-94)
2. Huiswerk:Schrijf de betekenissen van deze woorden in jouw eigen taal op een papier.
 Het termijnbedrag, de meterstand, de provider, de storing, zuinig zijn, het beltegoed, de jaarrekening 

Slide 31 - Tekstslide